Nog niet zo lang geleden – het was al 2022 – liep ik met mijn hondje door het Dorpsrandpark, een heuveltje op. Behalve een houten uitkijktoren staan daar ook twee massief houten banken. “Poeh,” dacht ik, “Iets minder rap naar boven lopen is misschien geen gek idee;” en ging zitten. Even later werd ik wakker op de grond. Geen idee hoe ik daar terecht gekomen was! Ik krabbelde overeind en ging weer op het bankje zitten, om opnieuw op de grond bij te komen, in mijn lunch. Bril scheef. Neus kapot. Jas onder de kots. “Goh,” dacht ik “Zo ben je er, zo ben je er niet meer. Stel dat je zo dood gaat, sta je je ineens bij de hemelpoort af te vragen hoe je daar in s‘ hemelsnaam terecht gekomen bent. Ik heb nergens iets van gemerkt.”
Onderweg naar huis moest ik onwillekeurig grinniken. Door mijn opvoeding dacht ik onmiddellijk aan een hemelpoort. Het had natuurlijk het strand van het Zuiver Land moeten zijn. Of de entree van het Walhalla – hoewel je daar wellicht alleen binnenkomt met een bijl in je schedel.
Wat was mijn laatste gedachte geweest voor het licht uitging? Die laatste gedachte schijnt nogal bepalend te zijn voor waar je terecht komt, heb ik mij wijs laten maken. Maar hoe ik mij ook inspande: er kwam geen herinnering aan een laatste gedachte boven. Ik concludeerde daarom dat ik gedachteloos was op het moment suprême. Of dat zou betekenen dat ik automatisch in een soort ‘loosheid’ terecht zou komen… geen idee.
Mijn naasten én mijn huisarts reageerden anderdaags bezorgd toen ik hen tamelijk nonchalant mijn verhaal vertelde. Zomaar ineens, zonder duidelijk aanwijsbare reden flat-out gaan – en dat ook nog eens twee keer vlak achter elkaar – was niet normaal. Ik moest onmiddellijk naar de cardioloog! Die kon echter niks vinden. Hij vroeg zelfs of ik misschien een idee had. Te veel, te snel gegeten? Te snel opgestaan? Te warm gekleed?
Hoe ook, ik kan er nu voor kiezen door een medische mallemolen te gaan of om niks te doen. In het medisch circuit heb ik helemaal geen zin. Ze vinden tenslotte altijd wat, al zullen ze de afwijking die ze vinden eerst zelf moeten veroorzaken door alle onderzoeken. Ik weet uit ervaring dat er nogal wat mensen zijn die zo denken: “De artsen doen onderzoeken, dus zal er wel wat aan de hand zijn!” Het is misschien spijtig voor het medisch circuit, maar ik voel me prima, en wacht liever af. Niet uit vrees voor één of andere uitslag, maar uit afkeer voor medicalisering. We gaan allemaal een keer dood, ik dus ook. Daar ben ik niet bang voor. Sterker nog: na de opgedane ervaring ben ik zelfs enigszins teleurgesteld dat je wellicht ook dood kunt gaan zonder daar iets van te ervaren. Het is verdomme het laatste wat je als mens kunt doen. Sterven!
Mijn volgende gedachte was: zou ik terugkomen? Reïncarneren? Volgens verhalen is het uiterst zeldzaam dat je als mens geboren wordt. Ik herinner mij een vertelling over een schildpad in een uitgestrekte oceaan die éénmaal per jaar boven komt en dan met zijn koppie precies in een gat van een drijvende plank terecht komt. Daar is een speld in een hooiberg niets bij. Vervolgens dacht ik: hoe zeldzaam is het dan wel niet om als tijger geboren te worden, of als platypus, kolibri, neushoorn of blauwe vinvis? Daar zijn er géén miljarden van. Om maar niet te spreken van uitgestorven soorten. Voor hen drijven er geen plankjes meer in de oceaan.
Gisteren mijmerde ik wat voor ik in slaap viel. Mijn laatste gedachten kan ik mij niet herinneren. Wat ik mij wel herinner is dat ik wat fantaseerde over Boeddha, Jezus Christus en Annechien. Niemand weet wie Annechien is, ik ook niet, maar dat maakt fantaseren over haar juist heel aantrekkelijk. Annechien stelt heel brutaal vragen aan zowel Boeddha als Jezus. Vragen die ik zelf nooit zou durven stellen, omdat ik die vragen ongepast vind, zoals: … En zij krijgt altijd open en eerlijke antwoorden. Sommige antwoorden verbazen mij, andere niet. Dat komt waarschijnlijk omdat ik behalve Annechien ook de vragen én de antwoorden bij elkaar fantaseer. Wat geeft dat? Fantasie is verbeeldingskracht en fantaseren is gebruik maken van die verbeeldingskracht. En ik verbeeldde mij dat zowel Boeddha als Jezus Annechien (en dus mij) vertelden dat alles wat wij over doodgaan, het hiernamaals, over ons menszijn of zelfs over hen weten, door volgelingen bij elkaar is gefantaseerd! Dood is anders dan wij denken. Het hiernamaals is anders dan wij denken. Mens zijn is wat anders dan wij menen te weten. En de enige echte Boeddha en de enige echte Jezus waren en zijn NIET de Boeddha en de Jezus die ons op allerlei manieren voorgehouden worden. Zij zijn het helemaal eens met de oproep om hen (Boeddha of Jezus) te doden, mocht je denken één van hen te ontmoeten. Doden. Rücksichtsloos! Wie nu Boeddha of Jezus ontmoet, heeft te maken met een Deep Fake Image.
Hetzelfde geldt voor verhalen over schildpadden in oceanen die hun koppie door een gat in een plank steken… Fake! Nep.
En vlak voor ik echt aan mijn laatste niet meer te herinneren gedachte toekwam, dacht ik nog: alles wat we denken te weten, is fake. Daarom vind ik het teleurstellend dat ik niet meer weet hoe ik flat-out ging. Maar je hoort mij niet klagen. Ik ben ook nog niet ECHT dood. Dat komt wel.
Ruud van Bokhoven zegt
De Boeddha stak zijn hand uit, opende zijn hand en toonde een lege hand en zei, “van niets kan nooit iets gemaakt worden, alleen van iets kan iets worden gemaakt” en gaf daarmee aan dat alles inclusief wijzelf er in stof zijn geweest en ook na dit leven weer terug keren naar stof. Stof krijgt weer een nieuwe functie en kan dit eventueel tot een nieuw leven vormen, een nieuwe perioden die niet zeker is van hoe deze ontwikkeling zich uiteindelijk zal blijven vormen.
Dharmapelgrim zegt
Iets hoeft geen zichtbare materie te zijn. Wat Boeddha met het tonen van een lege hand aangeeft kan en mag derhalve ook anders uitgelegd worden dan dat wij uit stof zijn gekomen en weer tot stof zullen vergaan. Dat mag dan wellicht voor materie gelden, en dus ook voor het stoffelijk lichaam … maar wie zegt dat het wezenlijke van een mens uit stof bestaat? En hoezeer ik de wijsheid van Boeddha hoog acht, ik neem niet alles van hem zo aan. Behalve dan zijn uitspraak dat we niets zomaar van hem moeten aannemen, maar zelf moeten nadenken en vooral ervaren.
Ruud van Bokhoven zegt
Het tonen van een lege hand heeft niet alleen betrekking op de mens maar, bijvoorbeeld een vaas, die kan niet worden gemaakt als er geen aarde is en dit betrekking hebbende op alle materie. Of je een mens dier of natuurlijke elementen zoals planten, bomen enz. er is een begin dat uit iets ontstaat en zich ontspruit tot volledigheid dat zijn zaad weer verspreid en vervolgens afsterft. Tastbaar is de as die overblijft na de crematie en op de aarde of over zee wordt uitgespreid. Inderdaad neem je niet alles letterlijk over, maar denk je helder en neemt eruit wat duidelijk en begrijpelijk is.
Reïncarnatie en het naar een hemel gaan en al wat niet meer zie ik als niet bewezen onderwerpen en kan mij daar dan ook niet in vinden en zie dit meer als een klakkeloos aannemen en ga dus voor de zekerheid, een mening die voor een ieder met respect verschillend zal zijn.