De twijfel sloeg toe! Waarom zou ik heel mijn leven om een leer heen bouwen en zelfs al jaren plannen maken om de monastieke weg te gaan bewandelen. Dit alles om het nirvana te bereiken, de verlossing van de ketenen de verlossing van wedergeboorte. Ik geloof echter niet meer dat ik na mijn fysieke dood wedergeboren zal worden.
Laats merkte ik in het Boeddhistisch Dagblad een onzinnige uitlating op omtrent het thema van de wedergeboorte. Een leraar hield zijn leerlingen voor dat ze maar één leven hadden om de verlichting te bereiken. Wedergeboorte was blijkbaar voor hem geen mogelijkheid. In het licht van de leerstellingen van het orthodoxe boeddhisme is dat een zeer onredelijke opmerking. De noodzaak van het streven naar de uitdoving is gebaseerd op de boeddhistische notie van de transmigratie. In de Kalama sutta geeft de Boeddha de lezer als tussendoortje een ander scenario. Hij merkt op dat zelfs zonder wedergeboorte een leven in het licht van de dharma er een is die zuiver is en zonder gevoelens van spijt. Dit is overigens geen ontkenning van het inzicht in meerdere levens. Heel de sutta Pitaka staat vol met leerstellingen die stoelen op het concept van de wedergeboorte.
Dit stukje uit de Kalama, zuiver hypothetisch van aard, was bestemd voor lieden met een onjuiste visie. Voor de meeste mensen is de geruststelling van zuiverheid helaas niet voldoende. De mens wil een beloning voor al het harde werk, het liefst in dit leven maar een vooruitzicht op geschenken in het hiernamaals valt over het algemeen ook zeer goed. Er staan echt geen one-lifers in de rij voor een leven als woudmonnik. Deze als enige nog levende helden van het oer-boeddhisme worden dagelijks leeg gezogen door muggen, zijn ziek van de malaria en de slechte kwaliteit van het gebedelde voedsel. Nee, een beetje meditatie en mindfulness is voldoende en moeilijk genoeg voor de meeste mensen.
Ik wacht nog steeds op de eerste woudmonnik die een bord de lucht insteekt met het opschrift YOLO (You Only Live Once). Het orthodoxe boeddhisme van de suttas heeft geen noodzaak of bestaansrecht zonder een geloof in wedergeboorte. De sterk verwaterde versie van de dharma die we op een veilige manier bestempelen als levensstijl in plaats van religie, heeft nog maar weinig te maken met het pad van Gotama de Boeddha. Zijn verwende westerse leerlingen hebben maar weinig met het concept wedergeboorte. Streven naar het pari-nirvana (de ultieme uitdoving) is al helemaal geen moderne behoefte meer.
Deze volledige uitdoving, ook van het bewustzijn, lijkt zeer veel op of is identiek aan de Richard Dawkins-versie van de dood. Waarom moeite doen wanneer we het pari-nirvana gratis en voor niks krijgen aan het einde van ons leven? Bovendien is het geloof in wedergeboorte voor de meeste mensen eerder een troost dan een vloek. Dat de historische Boeddha geen annihilistische leer verkondigde heeft met de aflevering daarvan te maken, niet met de inhoud.
Volgens de Boeddha was het leven als geheel niets anders dan onbevredigend en leedvol, zelfs het bestaan in de hemelse werelden. Alles is vergankelijk. Hij kon dus gerust zeggen dat hij louter het einde van onze pijn, tranen, stress etc…verkondigde, niets anders. Volgens de Boeddha was zelfs het kleinste beetje bestaan onwenselijk. In de Anguttara Nikaya leert de Boeddha ons dat zelfs het kleinste beetje bestaan stinkt, zoals het kleinste beetje ontlasting onder een vingernagel. Een Boeddha bestaat niet werkelijk meer in de conventionele zin van het woord. Hij is eigenlijk niets meer dan een entiteit zonder toekomst of brandstof. Hij is geen persoon meer, louter een afspiegeling van het verleden. Een verzameling ontsproten karmische elementen die verdorren maar geen nieuwe zaden produceren. Het lichaam kon nog pijn voelen maar een Boeddha zal er niet meer geestelijk onder lijden. De ultieme uitdoving het pari-nirvana was het ultieme geluk. Het geluk van het niet meer voelen, van het niet meer bestaan.
Als we werkelijk wedergeboren zouden worden zou er voor mij geen twijfel bestaan over de validiteit van Boeddha’s woorden. De leer zou voor mij- en ik denk voor heel de mensheid, uitermate belangrijk zijn. Nou ben ik een mens met veel interesse voor de wetenschap. Ik weet dat de evolutie geen theoretisch karakter meer heeft maar een feitelijke. De kans dat mijn bewustzijn een fysieke dood overleeft is naar mijn mening zeer onwaarschijnlijk. Het is de samenwerking van verschillende hersendelen die geboorte geven aan onze geest. Wat wist een man die ongeveer 2500 jaar geleden leefde hier van?
De Boeddha was een uitstekend psycholoog maar van fysiologische processen wist hij weinig tot niks. Om tot een eerlijke visie omtrent ons bestaan te komen hebben we aan de woorden van de historische Boeddha niet genoeg. De bevindingen van de moderne wetenschap zullen zwaar moeten meewegen. Voor mij was het duidelijk dat ik een andere richting op moest. Ik wilde eerlijk blijven aan mijzelf en aan de leer van de Boeddha. Een theravada boeddhist die niet in wedergeboorte gelooft of de Boeddha geen vertrouwen schenkt wanneer hij over deze zaken spreekt, heeft naar mijn mening een onjuiste relatie met de leer en de leraar. De Boeddha moedigde ons aan hem niet alleen op zijn woord te geloven. Als we zijn instructies opvolgen zullen onze ogen vanzelf geopend worden. Aangezien ik hier nog maar weinig vertrouwen (meer) in had kon ik onmogelijk zijn leerling blijven. Het was tijd om de historische Boeddha te verlaten.
Ik wilde echter de dharma niet helemaal opgeven. Het leven als een simpele banale maaltijd zonder een of andere boeddhistische saus eroverheen gegoten, is voor mij werkelijk dodelijk saai! Naast de oude teksten uit de Pali Canon ben ik altijd zeer geïnteresseerd geweest in de Japanse monnik (boeddha) Eihei Dogen en zijn briljante versie van het mahayana boeddhisme. Ik stond eigenlijk altijd al tussen die twee toch wel zeer verschillende werelden. Het is overigens volstrekt niet zo dat Dogen wedergeboorte ontkent of hier onverschillig tegenover staat, zoals enkele zogenaamde leraren zullen beweren (zie hiervoor bijvoorbeeld Gudo Wafu Nishijima en het waardeloze werk van zijn leerling Brad Warner). Integendeel Dogen schreef er zelfs een heel stuk over in zijn meesterwerk de Shobogenzo en was niet zuinig met kritiek op figuren die het taoïsme, het confucianisme en het boeddhisme als gelijkwaardige systemen beschouwden. Hoe konden leerstellingen die blind waren voor de karmische wet van oorzaak en gevolg nou vergeleken worden met de woorden van de verheven Shakyamuni Boeddha?
Ook al deel ik Dogen’s visie omtrent meerdere levens niet, zijn werk is voor mij een bron van rijkdom en wijsheid. Volgens Dogen is de universele kosmische Boeddha Shakyamuni van de Lotus Sutra de levensader die alleen leeft in en door onze beoefening van de weg, de beoefening van Zazen. Dit is volgens Dogen het nirvana.