Lisa Miller is professor in de klinische psychologie en bij het Department of Psychiatry aan de Universiteit van Columbia. Ze heeft het Spirituality Mind Body Institute opgericht, het eerste afstudeerprogramma in spiritualiteit en psychologie van de Ivy League. Ze heeft meer dan 100 artikelen geschreven voor belangrijke psychologische en neurologische tijdschriften. Ze is getrouwd en heeft drie kinderen. In 2016 kwam haar boek uit ‘The Spiritual Child: The New Science on Parenting for Health and Lifelong Thriving’ (Het spirituele kind: de nieuwe wetenschap van ouderschap voor gezondheid en levenslange bloei). Het werd door de New York Times tot bestseller verklaard. Haar nieuwste boek is ‘Het Ontwaakte brein’ (The Awakened Brain). Ze beweert niets meer of minder dan dat we aan de vooravond staan van een nieuwe spirituele wending in de wetenschap.
Het ontwaakte brein
‘We hebben allemaal een ontwaakt brein, een neiging naar spiritueel bewustzijn’, schrijft Miller op bladzijde 16. Dit klinkt erg boeddhistisch, volgens vele boeddhisten hebben we immers allemaal een boeddhanatuur. Dit is echter niet wat Miller bedoelt, zij denkt volgens de leer van de psychosynthese. Wanneer we in die zin ontwaken, voelen we ons ‘voldaan op onze plek in de wereld’, bouwen we relaties op en nemen we beslissingen vanuit een bredere visie. Het is het contact maken met het ‘hogere zelf’ en dit integreren tot een gezonde persoonlijkheid. Zoals zij dit beschrijft lijkt dit spirituele brein eigenlijk geneigd tot alles wat in de Verenigde Staten officieel als tijdverspilling wordt gezien, omdat het niet bijdraagt tot ambitie en ‘making big bucks’. In Miller’s visie wordt spiritualiteit zo breed opgevat dat het alles omvat wat buiten de zakelijke sfeer valt. Het spirituele brein is met andere woorden het linkse brein.
De ontdekking van spiritualiteit
Miller vertelt in het boek, dat voor een groot deel autobiografisch is, hoe zij zelf tot haar hogere zelf is geraakt. In het begin hield ze zich aan de methode van de psychoanalyse. Gaandeweg ontdekte ze echter dat je veel meer bereikt als je af en toe afstand neemt van je rol als psychotherapeut en als mens contact maakt met je patiënten. Haar collega’s nemen dit in het begin niet serieus. Ze zet door omdat ze geconfronteerd wordt met de gebreken van de bestaande psychiatrie en psychotherapie. Een derde van de patiënten krijgt bij het eerste bezoek aan de psychiater geen betrouwbare diagnose. 10% van alle Amerikanen na de middelbare school slikt antidepressiva, net zoals een kwart van alle vrouwen tussen de 40 en 60 jaar oud, twee derde van hen zonder diagnose. Bij jongeren die er veel van slikken wordt het risico op zelfmoord twee keer zo groot. Miller vertrouwt daarom in de loop van het boek steeds meer op het laten ontwaken van spiritueel bewustzijn.
De psychoanalyse, het zoeken naar misbruik in je kindertijd, werkt dus niet altijd even goed. Door de mens in zijn geheel te beschouwen ziet Miller hoe lijden een symptoom kan zijn van een spirituele of existentiële reis. De leer van Carl-Gustav Jung gaf haar de eerste aanknopingspunten. Ze ontdekte een heilzaam gevoel als ze de zin van het leven vanuit een breder standpunt zag. Zo ontstond er een vermoeden dat de heilzame werking van rituelen wel eens met deze toestand te maken zou kunnen hebben.
De genezende werking van spiritualiteit
Miller krijgt een beurs en zoekt naar de omgevingsfactoren en de omstandigheden van mensen met depressie. Zo ontdekt ze dat moeder en kind beiden 80% minder kans hebben op depressie als ze spiritueel zijn. Dit is voor haar een belangrijk aanknopingspunt en het brengt haar op het idee spiritualiteit te gebruiken als therapie, iets waar de meeste van haar collega’s huiverig voor zijn, omdat het niet wetenschappelijk is.
Bij een onderzoek naar de relatie tussen spiritualiteit en drugsgebruik bij tweelingen blijkt dat spiritualiteit de kans op depressie en terugval verkleint. Het helpt ook tegen stress. Dat is vooral het geval bij persoonlijke spiritualiteit, dus het open staan voor het hogere zelf, niet zozeer bij geloof en kerkbezoek. Verder blijkt dat 29% van onze aanleg voor spiritualiteit erfelijk is, 71% wordt dus bepaald door de omgeving. Bij onderzoek naar spirituele groei bij tieners blijkt dat deze onderscheid maken tussen religie en spiritualiteit, is het gevolg van de individualisering. Het blijkt dat ze door spiritualiteit 35-75% minder kans hebben op een depressie en op verslaving.
Persoonlijke ervaringen
Miller probeert zwanger te worden en dat lukt steeds maar niet. Ze verhuist met haar gezin naar het platteland. Daar ervaart ze voorbeelden van synchroniciteit, ze voelt dat ze door anderen op het pad gesteund en geholpen wordt. Ze ontwikkelt zelf een psychologiecursus met spiritualiteit. Het blijkt dat het ervaren van synchroniciteit samenhangt met spiritueel bewustzijn en met geestelijke gezondheid. Als je open staat voor de kleine dingen in het leven en je vooroordelen opzij zet, zie je vaak synchroniciteit. Miller denkt dat kwantummechanica synchroniciteit kan verklaren. Er zijn namelijk volgens haar wiskundige vergelijkingen die de basiseigenschappen van de fysieke wereld besturen en verklaren (bladzijde 116). Misschien is ons brein een soort antenne voor een groter bewustzijn, vraagt ze zich af (bladzijde 123).
Om zwanger te worden doet ze mee aan een indiaans ritueel. Ze adopteert een baby en raakt direct na vijf jaar ploeteren met IVF eindelijk in verwachting. Ze voelde toen dat ze tot spiritueel bewustzijn was gekomen. Dit is volgens haar een manier om tussen verschillende soorten informatie en ervaring heen en weer te schakelen. Door de verschillende momenten van synchroniciteit had ze geleerd te onderscheiden wat haar bewustzijn of gezichtsveld binnenkwam en zich over te geven aan dat wat het leven haar liet zien. Ze had ‘een persoonlijke relatie met een verbazingwekkende transcendente aanwezigheid ervaren…’, maar het belangrijkste vond ze nog wel dat ze voelde dat ze ‘in dialoog was met het liefdevolle universum’ dat haar begeleidde. (bladzijde 140 – 141).
De weg naar roem
Om te laten zien wat ze bedoelt, houdt Miller als therapiesessie een dialoog met iemand die twijfelt tussen carrière en gezin. De vraag is dan of de beslissing om weer te gaan studeren en te werken goed was voor de kinderen. Het antwoord is dat de kinderen geleerd hebben dat ‘je alles kunt worden wat je wilt…De enige obstakels zijn obstakels die je jezelf in de weg legt…’ De cliënt vindt zichzelf een voorbeeld van het soort mens waarin ze gelooft en van het idee dat het nooit te laat is om iets te doen waar je hart naar uitgaat. De volgende vraag is dan: heb je het gevoel dat het universum je een beetje helpt bij deze beslissing (bladzijde 144)? De bedoeling hiervan is dat de cliënt zich afstemt op haar ‘innerlijk weten’. Conclusie: het ontwaakt zijn van Miller heeft niets met boeddhisme te maken en alles met samsāra. Niettemin zet Miller de American Dream een beetje op afstand als ze concludeert dat rijke mensen minder spiritueel zijn en rijke jongeren depressiever.
Miller concludeert dat we twee soorten bewustzijn hebben: een uitvoerend bewustzijn en een ontwaakt bewustzijn. Het uitvoerende is het besef dat we aan het organiseren zijn en alles onder controle hebben. Dit kan vervallen in een depressie en overspanning. Het ontwaakte bewustzijn staat open voor het onverwachte, is esthetisch ingesteld en onderzoekend. Het is beter in staat tot loslaten. De bedoeling van psychosynthese is beide te integreren. Volgens Miller is spiritueel ontwaken een keuze die iedereen elk moment kan maken, een keuze om de manier waarop je de wereld en jezelf zelf ziet te bepalen ( bladzijde 189).
Neuro-psychosynthese
Miller gaat zich bezighouden met hersenonderzoek als blijkt dat interesse voor spiritualiteit samenhangt met verhoogde activiteit in een bepaald deel van het brein, hetzelfde deel dat weerstand tegen depressie veroorzaakt. Het helpt daarbij om te twijfelen en te worstelen, hetgeen heel goed tot uiting komt in haar autobiografie. Het spirituele brein is zelfs meer ontwikkeld bij spirituele mensen die een hoge erfelijke kans op depressie hebben. ‘Misschien zijn in het bijzonder kunstenaars, schrijvers, religieuze leiders, sjamanen, muzikanten, gevoelig om dit te ervaren’, concludeert ze op bladzijde 175. Uit een EEG-onderzoek (een soort meting van de hersenactiviteit met elektroden) blijkt dat personen met een sterke spiritualiteit veel alfa-golven (golven van een bepaalde frequentie) uitzenden. Dezelfde golven komen voor bij mensen die medicatie krijgen om depressie te bestrijden. Deze golven worden zelfs sterker als iemand van een depressie is genezen. Miller vermoedt dat hiermee het ontwaakte brein is gelokaliseerd (bladzijde 176). Depressie is volgens haar nu geen ziekte, maar meer een gevoeligheid of een ingebouwde vaardigheid, een ‘klop op de deur voor de mogelijkheid van een ontwaakt brein’.
Uit een ander soort hersenmeting, het fMRI-onderzoek, blijkt dat bij de spirituele ervaring er sprake is van een verminderd zelfbesef. Dat kan ook worden gestimuleerd door het gevoel iets samen met anderen te doen. Spanning is daarentegen vaak verbonden met onzekerheid, hetgeen eenzaamheid en een sterker zelfbesef geeft. Dit heeft volgens Miller te maken met bang zijn niet te krijgen wat je wilt. ‘We zagen ook dat het fronto-temporale netwerk tijdens spirituele ervaringen online kwam. Dit netwerk heeft te maken met de verwerking van de voorstellingen van anderen en relationele verbinding, bijvoorbeeld wanneer we verbinding voelen met onze moeder of partner. Hieruit blijkt wel dat het gevoel dat we een intieme relatie hebben samengaat met een spirituele toestand’, schrijft ze op bladzijde 183. Het hersenonderzoek vindt ze fascinerend en een bewijs van haar gelijk. ‘Terwijl ik naar het scherm staarde bij de kleuren die zich verspreidden, kwam het bij me op dat ik niet alleen getuige was van een afbeelding van hoe we ons beter en veiliger kunnen voelen in deze wereld – het kleine ik-perspectief vloeide over in een uitgebreider, completer beeld van de wereld – maar ik keek ook naar het mysterieuze proces waarin gedichten, symfonieën en innovaties worden geboren – met aandacht voor de werkelijkheid, openstaan voor nieuwe opvattingen en informatie en het vermogen om opvattingen om te vormen tot ideeën, inzichten, betekenis en actie. We hadden het neurale doctrines station van liefde, eenheid en begeleiding gevonden’, schrijft ze op bladzijde 185.
Conclusie
Het boek leest vlot en de vertaling is redelijk soepel. Het is eigenlijk een boek over psycho-synthese. Deze stroming in de psychotherapie blijkt in de Verenigde Staten door hersenonderzoek een nieuwe impuls te hebben gekregen. De vragen rondom de eventuele relaties tussen gedachten en emoties enerzijds en hersenactiviteit anderzijds zijn echter in de wetenschap verre van opgelost en door de filosofie dan ook voor onoplosbaar verklaard.
Miller gebruikt haar autobiografie als illustratie van het ontwikkelingsproces zoals de psychosynthese dat ziet. Dit is echter geen wetenschappelijk bewijs en ook verder op andere wijze niet erg overtuigend, het is hooguit een leuk verhaal. Haar interpretaties zijn bovendien erg persoonlijk en nogal gebonden aan de cultuur waarin ze leeft. Het zal een buitenstaander niet verbazen dat vele Amerikanen depressief zijn, gezien de eenzaamheid en spanning die het leven in de American dream teweeg brengt. Alles wat je doet om je gedachten te verzetten levert dan al een verbetering op.
Het begrip ‘spiritualiteit’, komt vaak voor en ook de uitdrukking ‘spiritualiteit en religie’. Blijkbaar is spiritualiteit geen religie, maar verder alles was buiten de American dream valt. Misschien heeft Miller het daarom over het ontwaakte bewustzijn, het is een bewustzijn dat uit de Amerikaanse droom is ontwaakt. Het probleem van het hele boek is dat het begrip ‘spiritualiteit’ als vanzelfsprekend wordt opgevoerd, zonder dat het nader wordt bekeken. Waarom helpt het tegen depressie? Is dit toe te schrijven goddelijke interventie, komt dit door de transformatie van de wereldbeleving, of omdat de patiënt van zijn eenzaamheid wordt verlost, of is dit het gevolg van het gebruik van de verbeeldingskracht? Het is onmogelijk om op deze vragen een antwoord te vinden omdat het begrip zelf ongrijpbaar is. Het boek gaat bovendien voorbij aan de meest in het oog springende oorzaak van al die depressies: de deplorabele staat van de door het doorgeschoten kapitalisme vergiftigde Amerikaanse samenleving. Ten slotte heb ik vergeefs gezocht naar het van oudsher meest werkzame middel tegen depressie: humor.
Al met al toch een interessant en goed leesbaar boek, al is het voor een boeddhist een en al samsāra.
Lisa Miller: Het ontwaakte brein, ontdek de spirituele kracht van je hersenen – Spectrum, Amsterdam 2021, paperback, 287 bladzijden
zie ook https://nl.wikipedia.org/wiki/Psychosynthese