Een pop ingesponnen in Delft
Zei tjee! ik ben over de helft
Mijn transformatie
Tot vliegende gratie
Gaat dankzij vipaka vanzelf—
Een vlinder vermoeid van ’t gefladder
Zat ergens in Delft op een ladder
Zo kwam ze wat bij
En zuchtend zei zij
Mijn karma verliep toch wel gladder