Het is vandaag op de kop af 8 jaar geleden dat met een bericht over het bezoek dat de Dalai Lama aan het Tibetaans Instituut in het Belgische Huy bracht- op 25 mei 2012 om 10.00 uur, het Boeddhistisch Dagblad in de lucht kwam. Eigenlijk waren de technische- en redactionele voorbereidingen om de krant te laten verschijnen nog lang niet afgerond- en stond de eerste uitgave gepland voor medio juni 2012. Maar we wilden dat bezoek van de Dalai Lama ook niet ongemerkt voorbij laten gaan. En het was een mooie testcase.
Onze toenmalige Vlaamse redacteur Manu Grisar verzorgde de berichtgeving. De woorden en zinnen kwamen letterlijk in brokjes binnen en werden door mij aan elkaar geschreven, zoals in de journalistiek niet ongebruikelijk is. Het was het enige bericht die dag. Een dag later schreven we een bericht aan de lezers:
‘Met een beetje fantasie zou je kunnen zeggen dat de Dalai Lama deze eerste uitgave van het Boeddhistisch Dagblad presenteert. Was het maar waar, maar de eerste editie is wel gewijd aan het bezoek dat deze spiritueel leider bracht aan het Tibetaans boeddhistisch centrum Yeunten Ling, in het Belgische Huy. Het was er feest. Duizenden mensen genoten van zijn aanwezigheid.
Dat gevoel hebben wij ook bij de presentatie van het BD, zoals wij het Boeddhistisch Dagblad noemen. Tenminste, een klein stukje BD, want de eerste echte uitgave is medio juni. En dan hopen we uit te pakken met nieuws, achtergrond, opinie, mooie beelden en geluid. En nu zetten we de deur op een kier. Het BD is een magazine dat boeddhistische beginselen respecteert. Zoals juist spreken, niet liegen, niet roddelen en geen loze kletspraat en respectvol met elkaar omgaan. Ook al is de ander niet je beste vriend. We vinden het boeddhisme alledaags, maar niet light. Niet heilig, maar gewoon. A way of life. Inspirerend.
Het BD is niet glossy, wel puur. En kritisch. We hanteren journalistieke normen, zoals het toepassen van hoor- en wederhoor. Waar nodig gaan we tegels lichten en brengen de onderste steen boven. Maar we besteden ook en juist aandacht aan inzicht en aandacht van de vele mensen, boeddhisten soms, om ons heen. Aan liefde, metta en compassie. We richten ons op het boeddhisme in Nederland en België. Onze doelgroep bestaat uit gewone boeddhisten, mensen zoals u en ik. Hoe leven ze, wat hebben ze aan dat boeddhisme. Wat betekenen ze voor anderen?
Het BD voelt zich ook verbonden met organisaties die opkomen voor de rechten van mens en dier, of die natuur en milieu willen beschermen. Of met eenlingen die vanuit achterstand situaties hun lot willen verbeteren. Ze kunnen rekenen op onze steun, op een plekje in onze kolommen. Het BD is een geëngageerd magazine, wij zullen nooit vergeten dat wij er zijn dankzij anderen.
Wij willen ook dat lezers met en om ons lachen. Humor is ons niet vreemd. Ons logo is een kluwen touw: het BD ontwart maar ontwikkelt ook. We beseffen maar al te goed dat het BD momenteel een klein boompje is, die uit kan groeien tot een mooie reus, die beschutting geeft aan velen. Maar eerst gaan we met een fotopagina feest vieren met de Dalai Lama, een oceaan van wijsheid. Tot gauw.’
Kraamkamer
De plannen om een (boeddhistische) krant op te richten ontstonden in een vergaderruimte van de Rotterdamse boeddhistische uitgeverij Asoka. Maarten Barckhof en ik maakten deel uit van het redactieteam van Vorm en Leegte, een uitgave van Asoka, door menigeen vanwege de naam gezien als een blad van interieurinrichters. Er was bij ons ongenoegen over onze inzet en zowel Maarten als ik beëindigden onze samenwerking met de redactie.
Ook de meditatiebijeenkomsten van Tegen de stroom in, ook in Rotterdam, bleken een kraamkamer voor het BD. Webdesigner Paul van Buuren mediteerde er en ook Manu Grisar, de maker van ons eerste verslag. Na afloop van de meditatie kropen Paul en ik enkele malen bij elkaar om een technische opzet van een krant te bespreken. In Nijmegen maakten Maarten en ik plannen over opzet en inhoud van de krant. Het BD, eigenlijk een werktitel, de uiteindelijke naam zou later worden vastgesteld, zo was de bedoeling, zou een soort hotel moeten worden, zonder sturende directie, waar voor vele schrijvers en beeldende kunstenaars een kamer beschikbaar was. En geen dwingend keurslijf. Tegengestelde meningen waren en zijn welkom. Al gaan ze tegen de stroom in.
Er was en is geen verdienmodel en we zouden gaan draaien zonder advertentie-inkomsten. We hoopten op donaties van onze lezers, maar waren daar in het voorjaar van 2012 natuurlijk helemaal niet zeker van. Toen waren er nauwelijks lezers. Niemand van de redactionele medewerkers zou een vergoeding ontvangen voor zijn/haar bijdragen, het uitbrengen van de krant was en is gebaseerd op dana, belangeloze goedgeefsheid. Maarten ontwierp het logo- een knot rood draad: ontwikkelt en ontwart. Paul ging als webmeester aan de slag. Hij ontwierp de huisstijl die nog steeds wordt gebruikt, met kleine aanpassingen. Over de frequentie werd nog nagedacht maar die zou vanaf het begin dagelijks zijn. Zeven dagen in de week, jaar in, jaar uit. Door Jessica Hummel werd de kookrubriek B’eter opgericht. Er werd een redactiestatuut gemaakt. Er werden werkdagen van 12 uur gemaakt, een jaar lang minstens.
Het eerste jaar was de leefomgeving van het BD als een kale woestijn. We konden ons niet spiegelen aan iets vergelijkbaars. Er werden redactionele zaadjes geplant om een aanvoer van tekst en beeld te genereren. Dat kostte ontzettend veel energie en was vaak een weg van 1 stap voorwaarts en 3 achteruit. Het BD was nog een baby. Medewerkers boden zich aan, verdwenen weer door hun moverende redenen. Anderen voelen zich nog steeds met de krant verbonden. Namen noemen van de medewerkers houdt in dat je anderen te kort doet. Maar we zijn ze dankbaar voor hun inzet en trouw. Er kwamen donateurs die de organisatie steunden. Zonder de belangeloze inzet van meer dan 90 medewerkers in de loop van de jaren en onze donateurs zou het BD nooit tot de jongeling zijn uitgegroeid die het nu is. Op weg naar volwassenheid.
Er is veel veranderd, wat bleef is de onvoorspelbaarheid van de inhoud van de krant. We willen de Bob Dylan van de boeddhistische journalistiek zijn, steeds anders en verrassend. Een proces van zoeken en denken. Een laboratorium voor de geest. Voor ons is het boeddhisme het leven zoals het zich aandient. Met compassie, empathie, maar ook haat en geweld. Liefde en lijden. We zijn wars van heiligheid en eerwaardigheid omdat we allemaal gewone mensen zijn van wie de een wat meer kennis heeft opgestoken dan de ander. Boeddha zelf was daar een voorbeeld van. Niks zomaar geloven, onderzoeken en dan de keus maken.
Het boeddhistisch hotel bestaat na al die jaren nog steeds. De uitgever is nog steeds de portier en niks meer. Er wonen kamergeleerden, kunstenaars, vreemde vogels en vogelvrijen in het hotel. Autonomen en volgers. Schuw en expressief. De portier verwelkomt ze allemaal zonder ze te fouilleren.
Blaatrekkende hellen
Het Boeddhistisch Dagblad verscheen voor het eerst in een tijd dat ook papieren dagbladen deels virtueel gingen. Lezers konden voor in feite een miljoenenpubliek via het vreetgrage monster Google wereldwijd reageren. Ook het BD opende de reactiekolommen en dat hebben we geweten. Sommige lezers, het drammerige en grove taalgebruik in social media in gedachtig, bestormden het BD waar toen nog alle reacties in 1 kolom te zien waren en maakten elkaar af. De hete, koude en blaartrekkende hellen waren er niets bij. Het ging niet altijd om het gelijk maar op de wijze waarop, het gedram.
Na twee jaar dreigde er een crisis in het uitgeefteam waarbinnen de ene partij vond dat in de reactiekolommen vrijheid van meningsuiting een groot goed was. Lezers mochten zeggen wat ze wilden. Papieren dagbladen stelden een censor aan of sloten de virtuele kolommen en de hoofdredactie van het BD zat jankend met het hoofd in de handen vanwege de toon van de reacties. Medewerkers en reageerders werd op een onaangename wijze de maat genomen. En reaguurders drongen het hotel binnen.
Schrijvers haakten angstig af, wilden niet meer in onze kolommen afgemaakt worden. Of sloten de mogelijkheid om te reageren af. Het voortbestaan van de krant stond op het spel door de reaguurders die met spuitbussen zoutzuur hun ongezouten mening ventileerden in onze kolommen. Het was meer dan afschuwelijk. Uiteindelijk stelde de hoofdredactie op basis van een enquêtes onder de medewerkers nieuwe reactie voorwaarden vast. Ja, het is nooit saai in ons hotel. Maar dat wisten we niet op die 25e mei 2012.
Moge iedereen gelukkig zijn.
Joop Ha Hoek, hoofdredacteur a.i.
zijn wij niet allen a.i.?
G.J. Smeets zegt
Geachte hoofdredacteur a.i.
Je zegt
“Zonder de belangeloze inzet van meer dan 90 medewerkers in de loop van de jaren en onze donateurs zou het BD nooit tot de jongeling zijn uitgegroeid die het nu is. Op weg naar volwassenheid.”
‘Op weg naar volwassenheid’ hoezo?
Los daarvan, tof dat Hotel BD er is.
Patrick demeester zegt
Moest het BD er niet zijn, dan zou ik het zeker missen.
Proficiat voor het geleverde werk, en zeker doorgaan.
Aan het laatste twijfel ik zelfs niet.
Laat het BD succesvol zijn en zijn medewerkers gezond, gelukkig en vredig.
Henk van Kalken zegt
Beminde hotelmanagers,
Ooit ontmoette ik een oude, wijze lama die op mijn vraag waarom er in boeddhistische kringen en op fora toch zo vaak gedonder is antwoordde: ‘waar de goden zijn, zijn ook de demonen.’
Waarvan akte.
robq zegt
Vermoedelijk is het BD veel groter dan het zich toont en dat is heel goed.
Dank u.
Ruud van Bokhoven zegt
Ik ben in ieder geval heel blij dat het BD er is, lees dagelijks de rubrieken, vindt het een goede aanvulling op het boeddhisme en beantwoord ze zo regelmatig.
Ik wens jullie heel veel geluk met het BD en hoop hem nog vele jaren te lezen. Namasté?
Sven zegt
Ik was erbij, bij die allereerste aflevering van het BD.
En was getuige van de verschillende “wendingen” (tenminste, indien we die term gebruiken kunnen).
Ik ben blij dat het er nog steeds is!