In mindfulnesstraining actief mediteren op de woorden van de Boeddha? De tijd is rijp om de grenzen wat op te rekken. Laat de ervaring leidend zijn en neem de proef op de som. Tijdens het zitten knauwen op de condities van het lijden: wie durft?
‘In het nu verwijlen is een dwaalleer, het brengt niet de bevrijding die de Boeddha voor ogen had’, zo parafraseerde ik in de titel van mijn vorige artikel het boek Right Mindfulness van de theravada boeddhist Thanissaro Bhikkhu.
Kalmeren van de geest is niet afdoende voor bevrijding, zegt hij. Meditatie is hard werken. Je hebt er je geest in actieve staat bij nodig om je waarneming te ontleden in factoren en deze te plaatsen in de context van de vier Edele Waarheden, het Achtvoudig Pad en het Voorwaardelijk Co-ontstaan.
Mijn artikel heeft de nodige reacties opgeleverd. Nogal wat mensen toonden zich verrast over een geluid dat haaks staat op veel van de moderne meditatiepraktijk waarin de nadruk ligt op zitten, ‘niets doen’ en wachten tot het moment dat de geest zich over je uitstort.
Proef op de som
Tegen een ieder zou ik zeggen: neem vooral de proef op de som. Zelf heb ik sinds mijn vorige artikel de daad bij het woord gevoegd en de Pali Canon ter hand genomen als studiemateriaal bij mijn meditatie. Beter de Boeddha dan maar zelf aan het woord te laten, voor zover je erop kunt vertrouwen dat de Canon zijn leringen inderdaad correct vertolkt. Maar veel anders om op af te gaan hebben we niet.
Neem de volgende passages uit de Samyuta Nikaya (SN 35:84-85) , overgenomen uit The Connected Discourses of the Buddha, vertaald door Bhikkhu Bodhi:
At Savatthi. Then the Venerable Ananada approached the Blessed One … and said to him: “Venerable sir, it is said, ‘the world, the world.’ In what way, venerable sir, is it said ‘the world’?”
“Whatever is subject to disintegration, Ananda, is called the world in the Noble One’s Discipline. And what is subject to disintegration? The eye, Ananda, is subject to disintegration, forms … eye-consciousness … eye-contact … whatever feeling arises with eye-contact as condition … that too is subject to disintegration. The ear is subject to disintegration … The mind is subject to disintegration … Whatever feeling arises with mind-contact as condition … that too is subject to disintegration. Whatever is subject to disintegration, Ananda, is called the world in the Noble One’s Discipline.Then the Venerable Ananada approached the Blessed One … and said to him: “Venerable sir, it is said, ‘Empty is the world, empty is the world.’ In what way, venerable sir, is it said, ‘Empty is the world’?”
“It is, Ananda, because it is empty of self and of what belongs to self that it is said, ‘Empty is the world.’ And what is empty of self and of what belongs to self? The eye, Ananda, is empty of self and of what belongs to self. Forms are empty of self and of what belongs to self. Eye-consciousness is empty of self and of what belongs to self … Whatever feeling arises with mind-contact as condition – whether pleasant or painful or neither-painful-nor pleasant – that too is empty of self and of what belongs to self.
“It is, Ananda, because it is empty of self and of what belongs to self that it is said: ‘Empty is the world’.”
Heerlijk toch? Voor een eenvoudige zenbeoefenaar als ik is deze tekst een mooi verbindingsstuk. Leegte (sunyata), dat komt bekend voor, ook al valt er niet veel aan te kennen. ‘Gedragen door wijsheid voorbij alle wijsheid’, zegt de Hartsutra immers, ‘is er in de leegte geen oog of oor.’ Of toch wel?
Wat voor de ‘techniek’ van de zenmeditatie geldt, gaat eveneens op voor andere vormen van mindfulnesstraining. Je zou eens kunnen kijken wat er gebeurt wanneer je tijdens het mediteren eerst de geest kalmeert en dan omschakelt naar een actieve(re) modus waarin je de woorden van de Boeddha als object van meditatie neemt. We zijn dan weliswaar geen getrainde bosmonniken, maar in mindfulness kan er niet veel fout gaan, toch, zolang de ervaring leidend is? Misschien gaat er wel een wereld voor ons open!
In meditatie steeds verder doordringen in de voorwaardelijkheid van het bestaande is in de woorden van de Boeddha onmisbaar wil je op termijn kunnen losmaken van de diepste oorzaken van je lijden: onwetendheid, begeerte en haat. Voorwaar de moeite van het proberen waard. Dus knauwen maar op die condities tijdens het zitten!
Doolhof
De Pali Canon is een doolhof voor wie geen goede gids heeft. Uit de sutraverzamelingen (nikaya’s) die deel uitmaken van de Canon, heeft Bhikkhu Bodhi een schitterende bloemlezing samengesteld, getiteld In the Buddha’s Words. Zijn boek lijkt op de Nederlandse bloemlezing Aldus sprak de Boeddha door Jan de Breet en Rob Janssen, maar Bhikkhu Bodhi gaat in zijn toelichting veel dieper op de materie in. Het zou voor ons taalgebied een uitkomst zijn wanneer er een Nederlandse vertaling van verscheen.
Evenals Thanissaro Bhikkhu is Bhikkhu Bodhi theravadaboeddhist. Hij laat in zijn inleiding bij hoofdstuk 9 van In the Buddha’s Words dan ook duidelijk blijken dat er zonder actief gebruik van de geest, van meditatie geen wijs inzicht (prajna in het Sanskriet of pañña in het Pali) moet worden verwacht:
Contemporary Buddhist literature commonly conveys two ideas about pañña that have become almost axioms in the popular understanding of Buddhism. The first is that pañña is exclusively nonconceptual and nondiscursive, a type of cognition that defies all the laws of logical thought; the second that pañña arises spontaneously, through an act of pure intuition, as sudden and instantaneous as a brilliant flash of lighting. […] Such ideas of pañña receive no support at all from the teachings of the Nikayas. […] First, far from arising spontaneously, pañña in the Nikayas is emphatically conditioned, arisen from an underlying matrix of causes and conditions. And second, pañña is not bare intuition, but a careful, discriminative understanding that at certain stages involves precise conceptual operations.
In deze tijd waarin boeddhistische tradities elkaar ontmoeten, hebben we een uitgelezen kans om inzichten en methodes uit verschillende stromingen in onze beoefening te integreren.
Meer Boeddha in het boeddhisme, de grenzen van de mindfulness wat oprekken. ‘Gegaan, gegaan, voorbijgegaan, en met alles samen zelfs voorbijgegaan aan het voorbijgaan’: deze roep uit de Hartsutra krijgt er een nieuwe dimensie door, voor wie bereid is buiten gebaande paden te treden.
Hierboven heb ik een voorbeeld gegeven van werken met een tekst van de Boeddha tijdens het mediteren. In alle voorlopigheid zeg ik op grond van eigen ervaring: het loont. Wie durft er nog meer?
Kruisbestuiving
Voor de broodnodige begeleiding door meditatieleraren doemt de vraag op wie er in kringen van mahayana eigenlijk goed onderlegd is in het vroege boeddhisme. Welke leraren gaan voorbij aan het beeld van de ‘scholastiek’ van de oudere tradities en kennen hun klassieken diepgaand genoeg, van meer dan oppervlakkige studie? Biedt het ‘Grote Voertuig’ naast de Lotus Sutra en de Avatamsaka Sutra e.d. ook ruimte aan de Pali Canon?
Bij Sheng-yen, de in 2009 overleden Chinese boeddhist in de ch’an-traditie, ontmoet ik een benadering waarin de typische meditatiepraktijk van zen vervloeit met inzichten uit het oudere boeddhisme. Zie bijvoorbeeld zijn geschriften The Method of No-Method en Silent Illumination.
Bij Thich Nhat Hanh, die ooit binnen de Rinzai-traditie zijn dharmatransmissie als zenleraar ontving, zie je in een boek als Het hart van Boeddha’s leer wel de ‘theorie’ van het oude boeddhisme aanwezig. De vraag is echter of de verbinding hiermee niet verloren gaat in de accenten die men binnen de sterk toepassingsgerichte praktijk van zijn geëngageerde boeddhisme legt.
Dit zijn mahayanaboeddhisten die van jongsaf geschoold zijn in Azië. Hoe zit het met de opleiding van meditatieleraren hier?
Bij de enkele theravadaboeddhist die ik in ons deel van de wereld ken, ben ik vooralsnog niet gestuit op bereidheid tot actieve medewerking aan het delen van kennis en ervaring. Dat is jammer, want uit kruisbestuiving zou zoveel moois kunnen ontstaan. In welke traditie het al dan niet past, lijkt me eerlijk gezegd van ondergeschikt belang.
Voor dit artikel heb ik gebruikgemaakt van de Hartsutra-vertaling van Ton Lathouwers.
Doshin Houtman zegt
Zat op de site te lezen, en kwam een artikel van ruim twee weken geleden tegen. Nog een late reactie: Ik ben begonnen met Rinzai Zen en kwam in aanraking met vipassanameditatie ( theravada) dat een wereld opende op het gebied: hoe te oefenen. Meester Sheng Yen is/was inderdaad iemand die de basisoefeningen en leringen uit de theravada traditie heeft overgenomen.Hij heeft naast Chan/Zen andere boeddhistische tradites bestudeerd en beoefend. Ik heb bij hem retraites gedaan. Ik ben nu een vipassana beoefenaar, bestudeer de pali teksten en put daaruit veel inspiratie voor de oefening. De “hoofdtekst” die binnen de vipassana gebruikt wordt is de Satipatthana soetra (MN I 10).In deze tekst komen we de zeven factoren van ontwaken tegen. De tweede ervan is onderzoek van de Dharma ( begrip van de leer). De oefening staat in het teken van oefenen en onderzoeken om tot realisatie van de woorden van de Boeddha,de vier edele waarheden, te komen. In het achtvoudige pad komen we juiste visie en juiste inzet tegen. We kunnen leren wat onheilzaam is ( oa ook verkeerde visie), en dat los laten, en wat heilzaam is, en dat naar boven halen. Dat leren we door met aandacht te spreken, te handelen en te leven,en ook door de geest te zuiveren op het kussentje. Ik denk niet dat we dat kunnen realiseren door alleen maar stil te zijn op een kussentje.