In de serie Tweespraak praten Rob en Luuk over een al of niet actueel onderwerp. Vandaag is het thema Joram van Klaveren en zijn toetreden tot de Islam.
Luuk: Zeven jaar lang bekend staan om je weinig genuanceerde islamkritiek en vervolgens toetreden tot de gemeenschap van de islamgelovigen. Joram van Klaveren wist het zeker en sprak zich ook uit: ‘de islam is een leugen’, ‘de Koran is vergif’, ‘Mohammed is een boef’. Deze voormalige politicus en vertrouweling van Wilders noemde de islam een ideologie van terreur, dood en verderf. En hij zei niet zomaar wat, hij studeerde tenslotte godsdienstwetenschappen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en gaf jaren godsdienstles en maatschappijleer aan middelbare scholen.
In 2014 brak hij met Wilders en probeerde hij met een eigen partij in de Kamer te komen. Toen dat niet lukte, besloot hij een islam-kritisch boek te schrijven. Hij wilde aantonen dat de islam agressie rechtvaardigt, maar hij kwam tot een totaal tegenovergestelde conclusie. Hij bekeerde zich 26 oktober 2018 tot de islam en is nu zelf moslim. Hij ervaart zijn bekering als een vorm van thuiskomen.
Vele reacties volgden. Zijn moeder stond niet te juichen en zijn vrouw blijft christen. PVV aanhangers waren vooral kwaad, anderen dachten aan een publiciteitsstunt om aandacht voor zijn boek te vergroten. Sommigen zagen in hem een weifelende en zoekende figuur die het ene dogmatische geloof inruilt voor het andere, wellicht omdat hij de spanning van de reacties op zijn anti-islam standpunt niet langer aan kon.
Rob: Deze Joram blijft blijkbaar vasthouden aan een geloof. Dat hij verandert van geloof vind ik niet zo bijzonder. Meer bijzonder vind ik het dat hij een geloof nodig heeft om de ‘waarheid’ te vinden. Een ‘waarheid’ bestaande uit op schrift gestelde gedachtes van andere mensen.
Waarom hebben veel mensen toch zo’n behoefte aan een externe ‘waarheid? Vaak geeft een geloof een model om onze wereld te begrijpen, opdat gelovigen weten hoe juist te handelen. Dit hebben veel mensen blijkbaar nodig, tenminste dat geloven die mensen. Met een geloof in handen, denken ze dat het hun richting, veiligheid en verbondenheid geeft. Dit zijn valide behoeftes, maar deze behoeftes kunnen ook zonder een geloof vervuld raken.
Maar dan dienen we geleerd te hebben op onze beleving en innerlijk ‘weten’ te vertrouwen en dit als ons kompas te gebruiken. Wat we ervaren liegt niet en onze gevoelens zijn sneller en slimmer dan ons denken. We kunnen iets ervaren zonder het nog te begrijpen. Het begrijpen is in principe volgend op het voelen. Het denken is een prachtig instrument om zaken proberen te doorgronden, door verbanden te leggen en je af te vragen hoe iets aan te pakken. Het denken is het terrein van de mogelijkheden en per definitie niet het terrein van het ‘weten’.
Door het denken te gebruiken als de waarheid lopen we een groot risico om niet zo te leven zoals we eigenlijk zijn. En mensen met geloofsverschillen kunnen zich denkend, gerechtvaardigd achten, mensen met een ander geloof over de kling te jagen.
Er is echter wel een lastigheid als we enkel ons gevoel zouden volgen, omdat ons gevoel kan lijden onder geloofsvervuiling. Als we het denken dominant laten zijn, beïnvloedt dat ons gevoel. Het gevoel wordt dan beïnvloed op basis van onterechte informatie, vanwege wat we zijn gaan geloven. We voelen dan meer naar aanleiding van wat we geloven en niet wat we zouden voelen naar aanleiding van de realiteit.
Een verlicht iemand, zo stel ik mij voor, leeft zonder geloof en heeft daarmee de mogelijkheid om onbesmet naar zijn gevoel te luisteren, zodat het als kompas kan dienen. Het volgen van de leer van het boeddhisme zie ik als een weg om te ont-geloven.
kees moerbeek zegt
‘Wat we ervaren liegt niet en onze gevoelens zijn sneller en slimmer dan ons denken. We … terrein van het ‘weten’.’
Wat me opvalt is het metaforisch taalgebruik, maar volgens mij zijn boeddhisten geen new agers, op een verdoolde na! Gevoelens zijn ‘slim’ en ‘slimmer’ dan iets anders. Huh? Ervaringen liegen niet, ze kunnen blijkbaar praten. Een variant op het lichaam dat niet liegt, maar ooit weleens van fantoompijn gehoord?
Ik hou het kort en weet eerlijk gezegd niet hoe ‘ervaren’ van ‘begrijpen’ onderscheiden kan worden. Anderen weten dit wel: taalgrapjes?
In de vorige eeuw verheerlijkte een kunststroming en een politieke stroming ‘ervaring’,’gevoelens’ en handelen (actie) waarbij ‘begrijpen’ en ‘denken’ resoluut werd afgewezen.
‘Een verlicht iemand, zo stel ik mij voor, leeft zonder geloof en heeft daarmee de mogelijkheid om onbesmet naar zijn gevoel te luisteren, zodat het als kompas kan dienen. Het volgen van de leer van het boeddhisme zie ik als een weg om te ontgeloven.’
Tja ‘zuiverheid’: altijd die smetvrees weer die opduikt. Ik schrijf niks! Wat zou de historische Boeddha van het ‘zien’ vinden? Ik wil niet vervelend doen, maar ik vermoed dat dit ‘zien’ niet alleen met ogen is.
Piet Nusteleijn zegt
“Het volgen van de leer van….zie ik als een weg om te ont-geloven”.
Beste Tweesprekers, dit is een bijzondere zienswijze.
“Voetbal gaan spelen bij een club is een manier om te (leren) stoppen met voetballen?”
Iets klopt er niet.
Met groet.
Arisina zegt
Wetenschap (bijvoorbeeld Psychologie) is ook een geloof.
G.J. Smeets zegt
Wetenschap is geen geloof, hoe kom je erbij. Het is een methode van onderzoek gebaseerd op experiment, proefondervindelijk. Lees gewoon de methodologie syllabus van willekeurige eerstejaars student.
Arisina zegt
De keuze voor een zogenaamd proefondervindelijk experiment komt vanuit het heersende paradigma. Paradigma s komen en gaan. Paradigma s zijn gebouwd op veronderstellingen. Veronderstellingen die naar een conclusie, en vervolgens naar een verhaal ’toegedacht’ worden. Dat zijn allemaal ingredienten van ‘geloof’, hoe je het ook wendt of keert.
Arisina zegt
Een geloof is een verhaal waar je in gelooft. Wetenschappen zijn ook verhalen waar we in geloven en waar we, vanuit de heersende paradigma s, de juiste bewijzen voor zoeken. Soms lijkt het verhaal zo weer sluitend voor een tijdje totdat een nieuwe ontdekking ervoor zorgt dat het paradigma kantelt, en daarmee tevens het verhaal. Hoezo is dat dan geen geloof?
G.J. Smeets zegt
Dat is geen geloof maar een vertrouwen. Vertrouwen dat de nieuwe ‘benadering’ (paradigma, om jouw term te gebruiken) een betere verklaring geeft van wat de wetenschapper onderzoekt. Met geloof heeft dat niets te maken. Het is het verschil tussen ’trust’ en ‘belief’. Jij haalt die twee door elkaar, hetgeen wel vaker gebeurt. Misschien helpt een cursusje wetenschapstheorie ;)