Toen ik tijdens mijn eerste dzogchenretraite toevlucht had genomen, werd me verteld dat ik ook de sangha kon bezoeken als ik dat wilde; een wekelijkse bijeenkomst van leerlingen van de 7e Dzogchen rinpoche waarbij beoefend werd en geluisterd naar de lessen van rinpoche. Ik had geen idee wat ik kon verwachten maar het was vast een plek met allemaal hele aardige mensen. Ik had me altijd alleen gevoeld, en eindelijk was daar dan het warme bad dat op me stond te wachten. Ik hoefde er alleen nog maar in te springen, en dat deed ik dan ook vol overgave.
Drie dagen nadat ik toevlucht genomen had, ging ik voor het eerst naar de sangha. Nog vol van mijn ervaring tijdens de retraite, oreerde ik tijdens deze bijeenkomst hoe fijn ik het vond dat ik nu mijn spirituele familie gevonden had, en hoe leuk het was om in de sangha te zijn. Een sanghalid dat er al jaren kwam, reageerde met een begripvolle lach: de sangha leuk? oh, god, nee. De sangha is zwaar kut. Je zult jezelf nog behoorlijk tegenkomen. Dat had natuurlijk een waarschuwing moeten zijn, maar ach, ik tilde niet te zwaar aan deze opmerking. Ik voelde me als iemand op de EO-jongerendag en bekeek alles door de grote, roze bril van onvoorwaardelijke liefde.
In de maanden die volgden kwamen de eerste barsten in deze roze bril. Het begon me te storen dat degenen die me geïntroduceerd hadden tot de sangha sindsdien geen woord meer met me hadden gewisseld, behalve zinnen als: wil je ook thee? Of: heb je de contributie al betaald?
Hadden ze dan niet door wat een impact dat hele toevlucht nemen op me had gehad? Veel gepraat werd er sowieso niet tijdens de bijeenkomsten. Alleen gemediteerd, beoefend en geluisterd naar de lessen van onze leraar, de 7e Dzogchen rinpoche. Tijdens de beoefening werd ik steeds vaker afgeleid door gedachtes als: Waarom word ik hier zo genegeerd? Waarom helpt niemand mij? Waarom is iedereen zo egoïstisch? Ik voelde me eenzaam en boos. Als de anderen me eens wat hartelijker zouden bejegenen en me wat meer aandacht zouden geven, dan zou ik me niet zo hoeven voelen. Maar dat gebeurde allemaal niet.
Rinpoche heeft het in zijn lessen vaak over: ‘let come, let go. Laat je gedachten en gevoelens gewoon komen en gaan. Blokkeer ze niet en neem ze ook niet te serieus. Hij zegt: treat your thougts and emotions as old friends, let them in, but don’t offer them something to eat.’
Ik had mijn gedachten en emoties al jaren niet binnengelaten en ze al helemaal niks te eten gegeven. Ik had ze gewoon voor de deur laten staan en de deur vervolgens op slot gedaan. Nu, door het mediteren en beoefenen binnen de sangha, stond de deur inmiddels op een kier en kwamen al die oude vrienden alsnog binnen. Ik leerde ze hierdoor wel beter kennen. De patronen in mijn denken begonnen zich duidelijker af te tekenen. Het waren steeds dezelfde gedachten die bij me opkwamen. Maar hoe kreeg ik ze weer weg?
Rinpoche zegt altijd: ‘dont’t block, that only makes it worse.’ Dat had ik wel gemerkt. Dan ontstond er alleen maar een opstopping voor de deur en voor dat je het wist, stond je hele kamer vol. Let them in, but don’t feed them. Oftewel, reageer er niet op, handel er niet naar. Niet reageren was niet zo moeilijk. Er was binnen de sangha niemand om op te reageren. Het neutrale gedrag van de sangha maakte dat onmogelijk. Ja, ik wilde dolgraag anderen verwijten maken, boos worden, een scene schoppen. Ze dwingen zo te reageren zoals ik dat graag wilde. Allemaal manieren om mijn oude vrienden te eten te geven. Maar er was geen eten in huis.
Na een poosje begonnen de oude vrienden één voor één het huis te verlaten en werd het steeds rustiger in mijn hoofd. De sangha werkte als een spiegel die me voorgehouden werd en me hielp mijn eigen patronen te herkennen. Ik had mijn frustratie zelf gecreëerd. Het waren mijn eigen verwachtingen van de ander, mijn eigen projecties, mijn eigen vastgeroeste gewoontes die ervoor zorgden dat ik me zo voelde binnen de sangha. Het verhinderde me om de anderen te zien voor wie ze waren. Ik had de sangha mooi ingekleurd naar eigen wens. Een snufje afhankelijkheid, een veegje niet gezien worden, de achtergrond ingekleurd met eenzaamheid. Mijn geest was volop actief, en maakte het ene schilderij na het andere. Maar verhinderde me te zien wat er echt was. Namelijk een verzameling mensen met hun eigen tekortkomingen en hun eigen gedachtes en vastgeroeste gewoontes die wekelijks bijeenkwamen om te beoefenen. Door te herkennen hoe mijn geest werkte, en vervolgens deze gedachten en gevoelens niet te voeden, kalmeerde mijn geest en kon ik de anderen helderder zien.
Dzogchen betekent grote perfectie. Laat je geest rusten , en herken je ware natuur. De Dzogchen filosofie is eigenlijk heel simpel en tegelijk zo lastig.. Je hoeft niks te doen of te leren, alles is al in jou aanwezig. Je hebt de boeddha natuur al in je. Je bent perfect en bent dit ook altijd al geweest. Het enige dat je er van weerhoudt dit te zien, is je eigen geest; al die gedachten en gevoelens waarmee je jezelf identificeert en die je verhinderen je ware natuur te zien. En die vaak zo’n gewoonte zijn, dat je niet eens doorhebt dat ze er zijn.
Wanneer je je verbindt aan een leraar, zoals ik gedaan had door toevlucht te nemen tot de 7e Dzogchen rinpoche, zal je leraar je helpen om verder te komen op het pad van realisatie.
Een van de manieren waarop dat kan gebeuren zijn de situaties die je tegenkomt in de sangha. Deze kunnen werken als een vergrootglas, zodat je eigen patronen makkelijker herkent en vervolgens kunt loslaten. Laagje voor laagje, als een ui die langzaam wordt afgepeld waardoor je steeds dichter bij je ware natuur komt.
Het sanghalid dat me waarschuwde tijdens mijn eerste bijeenkomst had gelijk. De sangha is geen warm bad. Eerder een verzameling hele irritante mensen waar je bij uitstek geconfronteerd wordt met de meest irritante van allemaal, je eigen geest. Net zo lang totdat je je weer herinnert wie je werkelijk was, namelijk helemaal perfect, precies zoals je bent. Let come, let go.
Ton Danken Akveld zegt
Mooi!
Trees van Hennik zegt
Een heel mooi stuk, Leonie. Dank. Voor Dzogchen studie en beoefening in Amsterdam, Utrecht, Zutphen en Groningen zie: http://www.shenpennederland.org
Wilga Janssen zegt
Dank je voor je heldere verwoording.
Paul Philipsen zegt
Wat een inspirerend verhaal Leonie!
Pablorix zegt
In my opinion, it is an interesting question, I will take part in discussion. I know, that together we can come to a right answer.