Mahatma Gandhi (1869 tot 1948) staat symbool voor de Indiase onafhankelijkheidsstrijd. Tot 1947 had Groot-Brittannië de macht in India. Veel Indiërs vochten in de Eerste Wereldoorlog mee aan de zijde van de Britten. Ze hoopten dat ze hiervoor beloond zouden worden met een vorm van zelfbestuur. Het tegendeel gebeurde, de Britten stelden zelfs een wet in die het mogelijk maakte Indiërs zonder proces gevangen te zetten. Gandhi besloot een geweldloze verzetsbeweging op te zetten om daarmee een betere behandeling van de Indiërs af te dwingen. Middelen die hij inzette waren protestmarsen, hongerstakingen en een boycot van Britse goederen.
In 1930 werd door hem een grote zoutmars georganiseerd om te protesteren tegen het Britse zoutmonopolie en de buitensporige belasting die op zout werd geheven. Met duizenden volgelingen liep hij demonstratief naar de kustplaats Dandi, om zelf zout op te halen. 24 dagen duurde de vierhonderd kilometer lange tocht. Steeds meer mensen voegden zich bij de tocht en er bleef de Britten niets anders over dan te gaan onderhandelen. Deze en andere acties van Gandhi werden in de westerse pers omschreven als passief verzet. Zelf had hij het liever over ‘Satyagraha’, dat letterlijk betekent: vasthouden aan God en de waarheid en strijd tegen haat. Is passief verzet een wapen van de zwakken en sluit het gebruik van geweld niet uit. ‘Satyagraha’ is het wapen van de sterksten en sluit elke vorm van geweld uit.’
De geweldloze filosofie van Gandhi gaat uit van de gedachte dat alle mensen schepselen van één God zijn. Hoewel religies van elkaar verschillen, gaat het steeds om dezelfde schepper.
Gandhi werd het symbool van succesvol geweldloos verzet. Daarnaast stimuleerde hij de verschillende culturen en religieuze groeperingen in het nieuwe onafhankelijke India vreedzaam met elkaar samen te leven. Ook maakte hij zich hard voor gelijke berechting van de zogenaamde paria’s. Gandhi werd 30 januari 1948 vermoord door een Hindoe, die vond dat hij te veel meeging met de wensen van de Moslims.
Een andere politiek leider die wereldfaam kreeg door geweldloos verzet was Martin Luther King (1929-1968). Ook hij werd sterk beïnvloed door religieuze filosofie. Zijn geweldloosheid kwam voort uit een belangeloze liefde voor heel de mensheid. King werd in 1955 beroemd toen Rosa Parks, een zwarte vrouw, op een dag in Montgomery in een bus weigerde op te staan voor een blanke vrouw. Rosa Parks werd gearresteerd, omdat ze met haar actie de wet overtrad. Onder leiding van Martin Luther King besloot de zwarte gemeenschap tot een grootscheepse boycot van het openbaar vervoer en kwam daarmee in opstand tegen het rassenscheidingsbeleid. De actie duurde bijna vierhonderd dagen, waarna de discriminerende wet uiteindelijk werd ingetrokken. King en andere zwarte leiders bleven zich vervolgens verzetten tegen discriminatie in de VS.
De burgerrechten activist King bezocht India en ontmoete volgelingen van Gandhi, in wie hij een groot voorbeeld zag. Hij sprak zich in Amerika uit tegen de Vietnamoorlog en de wereldwijde armoede. Hij organiseerde protestmarsen en stakingen en werd daarvoor verschillende keren gearresteerd. Hij kreeg steeds meer sympathie onder de bevolking. Op 28 augustus 1963 hield hij zijn beroemdste toespraak ‘I have a dream’. In 1968 was hij bezig een mars voor de armen voor te bereiden. Een sluipschutter schoot hem dood, toen hij op het balkon van een motel stond.
Gandhi en King, leiders die geheel uit de toon vallen bij de meeste politieke leiders. Waar kenmerkte deze mannen zich mogelijk door? Deze leiders waren vrij in zichzelf en lieten zien waar zij voor stonden, ondanks de externe maatschappelijke onvrijheid. Intern ben je vrij als je niet beperkt wordt door onvrij makende overtuigingen. Door zich te laten zien, schuwden Gandhi en King de ontmoeting niet met de buitenwereld. Zij combineerden grote kwetsbaarheid met grote daadkracht. Misschien dat naarmate deze krachten meer ongehinderd aanvullend aan elkaar zijn, de kracht van de liefde groter wordt. Ontmoetingen tussen mensen worden betekenisvoller naarmate ze zowel hun kwetsbaarheid als daadkracht kenbaar maken. Beide leiders riepen hun aanhangers op geen geweld te gebruiken en hadden als uitgangspunt zoveel mogelijk liefde en vrijgevigheid voor alle mensen op te brengen, inclusief je tegenstanders.
Voor Haim Omer, hoogleraar psychologie, was het gedachtengoed van Gandhi de aanleiding om een nieuwe hulpverleningsmethode te ontwikkelen voor gewelddadige kinderen. Deze methode, NonViolentResistance, heeft zich de laatste jaren verspreid naar allerlei andere settingen en doelgroepen waarin grensoverschrijdend gedrag bij herhaling plaatsvindt. Kenmerken van NVR zijn: – innemen van een duidelijk standpunt tegen onacceptabel gedrag – oog hebben voor de eigen rol in een escalatie – ervan overtuigd zijn dat het een illusie is om controle te hebben over een ander – samen doen – bewust onderscheid maken tussen persoon en gedrag – doorzetten en volhouden – strijd voeren op een geweldloze manier.
Terug naar Gandhi die leefde volgens het motto: wees de verandering die je in de wereld wil zien gebeuren. Hij was van mening dat de mens altijd naar constructieve oplossingen moet zoeken en dat als je geweld gebruikt je alleen maar agressie uitlokt. Een bekende quote van hem was: ‘De aarde biedt voldoende om ieders behoefte te bevredigen, maar niet ieders hebzucht. Daarmee wees hij op het nog steeds onopgelost verdelingsvraagstuk van de bewoners van onze planeet.
Piet Nusteleijn zegt
Dit artikel opnemen in alle lespakketten.
Blijven herinneren. Moedig voorwaarts. Om hoop waar te maken.