• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Veertiende jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • Andre Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Jana Verboom
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten – alle links
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
    • Redactiestatuut van het Boeddhistisch Dagblad
    • Redactieformule van het Boeddhistisch Dagblad
  • Privacy

Home » Columns » Dharmapelgrim » Niet bang zijn

Niet bang zijn

13 januari 2016 door Dharmapelgrim

In de Volkskrant van de eerste zaterdag in januari stond een artikel dat – meen ik – eindigde met de oproep dat het tijd werd dat wij mensen leren sterven; of in ieder geval leren accepteren dat er aan ons leven een keer een einde komt. Zoiets. Ik heb het artikel niet bewaard (ik bewaar nooit kranten, anders dan voor de papiercontainer), maar het artikel had mij wel aan het denken gezet. Niet dat ik het oneens ben met wat er stond, integendeel, nee. Ik vroeg mij af: “Hoe pak je zoiets dan aan? Hoe kun je mensen leren sterven? Wat is er voor nodig om iemand te leren accepteren dat het met zijn of haar aards bestaan een keer afgelopen is?” Los van vragen als: “Is er een hiernamaals en hoe ziet dat er dan uit?”

Om te beginnen kwamen er allerlei herinneringen bij mij boven, zoals die met betrekking tot de dood van mijn grootvader van vaders kant, waaraan ik een lang verhaal zou kunnen wijden omdat het voor mij een nogal ingrijpende ervaring is geweest door de rol die ik daarin heb gespeeld. Samengevat komt het er op neer dat zijn sterfbed maanden heeft geduurd, tot mijn ouders op mij inpraatten dat ik hem los moest laten. Dat deed ik ’s avonds rond 23:00 uur en om 23:30 belde iemand uit het ziekenhuis (80 kilometer verderop) dat hij was overleden. Ik weet het nog precies. Het was de verjaardag van mijn broer. Vervolgens mocht ik géén afscheid van hem nemen en niet mee naar de begrafenis. Ik was dertien jaar oud en mijn ouders vonden mij voor zoiets nog te jong en bovendien te gevoelig. Toen zijn tweede vrouw  – mijn grootmoeder – bijna dertig jaar later overleed, ben ik niet naar haar crematie gegaan, maar,  tegen de wens in van mijn ouders, voor het eerst van mijn leven naar zijn graf, dat er verwaarloosd bij lag. En terwijl oma de oven werd ingeschoven, plantte ik  hyacintenbollen.
Een tweede herinnering bestaat uit een cluster ervaringen die ik tijdens mijn opleiding tot verpleegkundige heb opgedaan. Het was zuster Weging, hoofdzuster van de afdeling Chirurgie van het Stads en Academisch Ziekenhuis Utrecht, opgevallen dat ik mij steeds aan het “vastzitten” bij een terminale patiënt wist te onttrekken. Zij was een wijze vrouw, vind ik nu. Zij  sprak lange tijd met mij over sterven en de dood, en zorgde ervoor dat ik vanaf dat moment niet meer aan “stervenden” kon ontsnappen. En het was meteen raak. Urenlang heb ik naast een mij onbekende vrouw gezeten, en in plaats van dat ik háár stervensbegeleiding gaf, kreeg ik die van haar! Ik zie haar gezicht nog voor me – jonger dan dat van mij nu –. Op een gegeven moment vroeg ze glimlachend: “Wie is er nu banger voor de dood? Jij of ik?”  Ik heb geen antwoord gegeven. Toen de hoofdzuster even later kwam kijken, vroeg ze mij hoe de toestand van de vrouw was. Ik zei dat ze eindelijk sliep. De hoofdzuster vroeg of ik de pols van de vrouw wilde tellen en dat deed ik. Ik kneep kennelijk zo hard dat ik mijn eigen hartslag door mijn vingertoppen voelde.

Op dezelfde afdeling ben ik ook getuige geweest van hoe een Spaanse gastarbeider afscheid nam van zijn familie die uit Spanje was overgevlogen om hem nog één keer te zien. Vanaf zijn bed begon hij met de klok mee tegen iedere aanwezige iets te zeggen. Ik spreek geen Spaans, maar weet wel wat de woorden corazón en amar betekenen. Ze vielen geregeld. En menig aangesprokene kreeg tranen in de ogen. Nadat hij ook tegen de laatste aanwezige iets had gezegd, sloot hij zijn ogen, zuchtte en stierf. Het was géén film! Dit was echt. En iedereen bleef minstens een kwartier zwijgend staan, om daarna muisstil uit de kamer te vertrekken. Ze gaven mij allemaal een hand.
Zo kan ik doorgaan met geven van voorbeelden, ook van ná mijn opleidingstijd. Ik heb mensen zien worstelen met de dood; horen krijsen; zien huilen; zien wegglijden; horen stikken en heb ze ook dood in bed gevonden; of hangend aan een touw. Mijn ouders wilden kennelijk sterven zonder iemand naast hun bed. Mijn vader overleed kort nadat mijn broer en ik zijn ziekenhuiskamer na een week waken verlieten om hem gelegenheid te geven door ons terug te trekken. Mijn moeder overleed na vier jaar verpleeghuis in haar slaap. Haar kinderen hadden inmiddels verspreid over de jaren meerdere malen afscheid van haar genomen – om keer op keer toch maar niet te sterven. Toen mijn zuster haar eens vroeg of ze gebruik wilde maken van haar ooit eens bij volle bewustzijn geschreven wilsverklaring dat ze “euthanasie” wilde mocht ze eens in deplorabele toestand in een verpleeghuis terecht komen, antwoordde ze nauwelijks hoorbaar: “Ik ben nog niet klaar.”

Volgens mij is het niet de dood zelf waar mensen bang voor zijn. Althans, de meeste mensen. Voor hen geldt wat Epicurus ooit zei: “Zolang ik er ben, is de dood er niet, en zodra de dood er is, ben ik er niet.” Of zoals een ander het verwoordde: “Als er ná het sterven helemaal niks meer is; krijg ik daar ook niks van mee. Maar als er wél iets is, laat ik mij graag verrassen!” Hij ging nieuwsgierig dood.
Het is – neem ik aan – het stervensproces waar de meeste mensen moeite mee hebben. En dáár kan ik mij veel bij voorstellen, omdat ik van nabij heb meegemaakt hoe verschillend stervensprocessen kunnen verlopen. Hoe zo’n proces verloopt, hangt van allerlei factoren af. Allereerst is daar de snelheid waarmee de dood nadert en intreedt. Bij een frontale botsing met een impact van 2 x 80 km per uur of hoger heb je weinig tijd om een proces door te maken. Zo zijn er meer situaties waarin je nauwelijks nog van een proces kunt spreken. Het zijn dan eigenlijk alleen de nabestaanden die met een proces te maken krijgen: “Hoe verwerk je de dood van een ander”

Vrijwel niemand weet precies wanneer, waar, en hoe de dood zal komen, zelfs een zelfmoordenaar niet, want de trein waar hij voor wilde springen, kan zijn uitgevallen of vertraagd; het touw waaraan hij zich wilde verhangen kan breken; de bovenbuurvrouw die al twintig jaar nooit naar hem heeft omgekeken kan toevallig net vandaag aankloppen om een kopje suiker te lenen. En zelf bij een executie kan het anders lopen dan verwacht: gratie op het laatste moment; een wapen dat weigert; een injectievloeistof met onvoldoende kracht; een kromzwaard dat uit de bezwete handen van de beul glipt. En als de dokter zegt: “Misschien een jaar, of hooguit een paar weken”, kan het zomaar binnen een paar dagen zijn gebeurd (van nabij meegemaakt) of nog vele jaren duren (ook meegemaakt). Hoe ook, naarmate de naderende dood meer tijd neemt, gaan er meer factoren een rol spelen in hoe het stervensproces verloopt, waaronder psychische. Kübler-Ross heeft de verschillende fasen die de psyche met betrekking tot het sterven doorloopt helder beschreven: negeren – ontkennen – verzetten – onderhandelen – aanvaarden. Ik kom hier straks op terug. Naast psychische factoren zijn er nog allerlei andere; denk aan: de omgeving waarin je je bevindt; beschikbare of juist niet beschikbare zorg (mantelzorg, medische zorg, etc); technische zaken en last but not least financiële zaken. Het maakt ongetwijfeld nogal wat uit of je omringd door geliefde in een welvoorzien verzorgingshuis sterft, of moederziel alleen in een hutje op de hei; op een comfortabel ziekenhuisbed aan een monitor of op een oude krant in een kartonnen doos aan de kant van de weg; met een hoog saldo op je bankrekening en een prima aanvullende zorgverzekering waarvan je alles kunt betalen wat je maar wenst; of met een lege portemonnee en deurwaarders achter je aan omdat je je zorgpremies niet op tijd hebt tijd hebt kunnen betalen. Er zijn talloze variaties.

Leonard Cohen heeft er een prachtige song aan gewijd:

And who by fire, who by water,
Who in the sunshine, who in the night time,
Who by high ordeal, who by common trial,
Who in your merry merry month of may,
Who by very slow decay,
And who shall I say is calling?

And who in her lonely slip, who by barbiturate,
Who in these realms of love, who by something blunt,
And who by avalanche, who by powder,
Who for his greed, who for his hunger,
And who shall I say is calling?

And who by brave assent, who by accident,
Who in solitude, who in this mirror,
Who by his lady’s command, who by his own hand,
Who in mortal chains, who in power,
And who shall I say is calling?

Leonard Cohen – Who By Fire

Hoe het ook zij, geen enkele volwassene kan zonder liegen beweren dat de dood volkomen onverwacht komt. Alleen kinderen die nog geen enkel besef hebben van sterfelijkheid, kunnen er werkelijk door overvallen worden. De dood komt nooit onverwacht, maar vaak wel ongewenst en op een ongelegen moment. Vanaf het moment dat ik als kleine jongen mijn broer op een landweggetje door de lucht zag vliegen na geschept te zijn door een motorfiets, weet ik dat ieder mens eens dood zal gaan, inclusief ikzelf. Mijn broer overleefde het trouwens wel, maar het gebeurde hield mij nog lang bezig. Sindsdien hoop ik dat de dood nog lang van mij weg zal blijven, maar ik verwacht hem wél! Wat ik als kind vervolgens heb gemist, is de mogelijkheid hier over te praten. De dood, dáár werd thuis niet over gesproken, zoals – naar ik vermoed – er in veel gezinnen niet over de dood werd gesproken. Toen niet, en nu nog niet. En dat is niet jammer, dat is tragisch! Ik ben zuster Weging nog steeds dankbaar voor het feit dat zij niet alleen het onderwerp “sterven” bespreekbaar maakte, maar “leven en sterven” onlosmakelijk met elkaar verbond. In de jaren die volgden, ben ik er vooral door gesprekken met stervenden achter gekomen dat ontkennen van of weglopen voor het eigen sterven en de eigen dood geen enkele zin heeft. Ik onderschrijf dan ook de volgende twee uitspraken: “Je komt pas echt aan leven toe, wanneer je klaar bent met sterven!” en: “Voor jouw sterven en dood weglopen heeft geen zin. Zonder dat je het beseft, verander je daardoor jouw bestaan in één lange vlucht, tot je keihard geconfronteerd wordt met precies dát waar je voor op de vlucht bent.” Ik voeg daar aan toe: “Je kunt niet jong genoeg met sterven beginnen.”

Volgende keer: “Je kunt niet jong genoeg met sterven beginnen.” Daarmee bedoel ik dat je alle mentale fasen van het stervensproces niet één, niet twee, maar meerdere malen kunt doorlopen tot je iedere fase tot op de bodem hebt doorleefd.
Negeer en ontken jouw eigen sterfelijkheid en dood maar, maar zorg ervoor dat je er tegelijkertijd keer op keer attent op wordt gemaakt, tot je het echt wel weet, en tot je tot in het diepst van je vezels beseft dat de dood ook voor jouw realiteit zal worden. Ik vind dat de hele maatschappij hier verantwoordelijkheden heeft, door het sterven van mensen en de dood van mensen niet langer aan de waarneming van iedereen – kinderen inclusief – te onttrekken. Doet de maatschappij dat dan? JA! Althans, dat vind ik.

https://www.youtube.com/watch?v=EQTRX23EMNk

bekijk Leonard Cohen – Who By Fire op YouTube

Categorie: Dharmapelgrim Tags: dharmapelgrim, dood, Leonard Cohen, leven en sterven, Menno Prins, stervensbegeleiding

Lees ook:

  1. Is er een hiernamaals en hoe ziet dat er dan uit?
  2. Je kunt niet jong genoeg met sterven beginnen
  3. Je kunt niet jong genoeg met sterven beginnen
  4. Onbegrepen droefenis

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Lees Interacties

Reacties

  1. Anja Edwards zegt

    15 januari 2016 om 14:11

    Beste Dharmapelgrim,

    dank voor het delen van jouw ervaringen. Nieuwsgierig de dood in. Mooi.
    Ben benieuwd naar jouw beschrijving van de mentale oefening van de Kübler-Ross-fasen.

    Anja Edwards

Primaire Sidebar

Door:

Dharmapelgrim

Probeert sinds zijn 16de jaar het Edele Achtvoudige pad te volgen. Dat lukt hem met vallen en opstaan, waarbij hij zichzelf voorhoudt dat hij dat pad tot het einde zal gaan, zolang hij maar één keer vaker opstaat dan valt. Iedereen die de dharma beoefent is een pelgrim op zijn eigen weg. 
Alle artikelen »

Agenda

  • Agenda
  • Geef je activiteit door

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

  • 21 mei 2025
    Bibliotheek Stichting Bodhisattva
  • 21 mei 2025
    Online lezingenserie: Meewerken aan 2000 jaar toekomst van de Theosofia (4)
  • 21 mei 2025
    Zen Spirit zenmeditatie Arnhem, 1e helft 2025 8 januari-25 juni
  • 21 mei 2025
    Zenmeditatie in Leiden
  • 24 mei 2025
    Meditatiedag: de subtiele hindernissen in meditatie
  • 26 mei 2025
    Maandagochtend meditatie in Amsterdam-West
  • 27 mei 2025
    Dinsdagavond op even weken samen mediteren in Almere Buiten
  • 27 mei 2025
    Oude boeddhistische inzichten voor geslaagde moderne relaties
  • bekijk de agenda
  • De werkplaats

    De werkplaats.

    Boeddhistische kunstenaars

    Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
    lees meer »

    Pakhuis van Verlangen

    In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

    ‘Het leven zelf is zazen’

    Wim Schrever - 28 april 2025

    De grote tragedie hier in het Westen is dat we onze eigen spirituele traditie zo snel hebben opgegeven en met het badwater -de religie- ook het kind -de spiritualiteit- hebben weggegooid. Terwijl een mens fundamenteel nood heeft aan spiritualiteit, aan zingeving.

    Geschiedenis als wapen deel 1

    Kees Moerbeek - 20 april 2025

    President Vladimir Poetin zei in 2014: ‘Onze collectieve herinnering bepaalt onze cultuur, onze geschiedenis en onze tegenwoordige tijd. En onze toekomst zal worden gevormd aan de hand van onze historische ervaring.’ Hij is het zelf die actief deze herinnering en ervaringen vorm geeft en propageert. Ivo van de Wijdeven schrijft dat in de Sovjettijd er nog werd gegrapt dat het land een zekere toekomst had, maar een onvoorspelbaar verleden. Onder Poetin is Ruslands geschiedenis als in beton gegoten. Er is maar één historische waarheid en deze is verankerd in de grondwet en de Nationale Veiligheidsstrategie.

    Jaloerse goden te slim af – de geschiedenis de baas…?

    gastauteur - 13 april 2025

    Hongersnood in een hermetisch afgesloten kuststrook die onwillekeurig aan de vernietigingskampen van weleer doet denken, besmet met meer dan een zweem van genocide… Regeert Adolf Hitler over zijn graf heen? Want bestaat Israël niet bij diens gratie? Zou zonder die bittere nazi-erfenis Palestina als land van drie monotheïstische religies niet nog gewoon zo heten? Is de grond er niet vervloekt, juist door godsdiensten die, gevoed vanuit één fictieve bron, vervolgens als protestbeweging steeds in chronologische volgorde aan haar voorgangster ontspruiten, waarmee de kiem voor een eeuwigdurende vete om de absolute waarheid is gelegd? En claimt niet elk van deze broeder- of zusterstromingen dat stuk met hun aller bloed doordrenkte aarde, aanvankelijk voor Abrahams JHWH, vervolgens voor Jezus’ Vader en ten slotte voor Allah – drie godheden die, in verbitterde onderlinge jaloezie verwikkeld, strijden niet alleen om religieuze hegemonie, maar ook om de profane en politieke macht?

    Wat is quiëtisme?

    Hans van Dam - 27 maart 2025

    Over het stillen van de wil.

    Waarom Hadewijch zacht zweeg en ik zacht spreek

    Hans van Dam - 11 maart 2025

    Het einde van het verhaal van God en het einde van het verhaal van niet-God.

    Meer onder 'pakhuis van verlangen'

    Footer

    Boeddhistisch Dagblad

    over ons

    Recente berichten

    • En dan bevrijd je je ook nog van degene die aan alles voorbij zou zijn
    • Het jaar 2025 – dag 140 – ‘noodhulp’
    • Tegengas – 61 organisaties eisen dat haven Rotterdam militaire F35-onderdelen uit Israel weert
    • Thailand – Ontmoeting Arabische sheikh met boeddhistische hoofdmonnik Nah Luang Tempel
    • Taigu – De Boeddha woont in Egmond

    Reageren

    We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

    Over het BD

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
    Lees ons colofon.

    Zie ook

    • Contact
    • Over ons
    • Columns
    • Reageren op de krantensite

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.