Zie je het voor je: staat een uitgeputte gazelle tegenover een hongerige leeuw, en dan zegt de gazelle “zullen we er over praten?”
Of zie je het voor je: staat Gautama Boeddha in onze tijd tegenover een dolgedraaide psychopaat die een vrouw wil verkrachten en daarna gewoon wil vermoorden en dan zegt Gautama: “zullen we er over praten?”
Zo kan ik nog wel even doorgaan. Allemaal scenario’s over afwijzen van geweld, over ‘niet doden’, over hooghouden van het heilige voornemen nooit en te nimmer en dus onder geen enkele omstandigheid gebruik maken van de mogelijk dat je een denkend wezen zo kunt beschadigen dat ie doodgaat.
Deze dan: staat een Oekraïense soldaat tegenover een Russische soldaat die zijn geweer op de Oekraïner richt, maar dan zegt de Oekraïner: “`zullen we erover praten?”
Antwoord de Rus: Ik ben sneller dan jij… waar wil je dat ik je raak om zo min mogelijk schade aan te richten?”
Het moge duidelijk zijn dat ik weinig op heb met goedbedoeld gezwets over het absoluut niet mogen aanwenden van geweld waar iemand dood door kan gaan. Zo’n standpunt is onrealistisch! Vind ik. Natuurlijk mag je vinden dat ik dan van alles helemaal verkeerd zie, niet begrijp, mis-interpreteer of wat ook. Leg mij dan op een begrijpelijke wijze met heldere voorbeelden uit hoe ik het dan wel moet zien en juist kan interpreteren. Bij voorbaat dank.
Laat er geen misverstand zijn: ik ben mordicus tegen aanvals-geweld. Die leeuw even buiten beschouwing gelaten, want die wil gewoon eten. (Ik zie een leeuw nog geen bananen of ander fruit oppeuzelen). Ik vind dat mensen op afkeurenswaardige wijze bezig zijn wanneer zij andere mensen of denkende wezens aanvallen, moedwillig beschadigen of zelfs doelbewust doden. Maar wat als je jezelf tegen een aanvaller verweert? Wat als je iemand – die jou ernstig wil beschadigen of zelfs doden – afweert op een wijze waardoor die ander sneeft? Mag dat niet? Is dat verkeerd? Of als het niet eens om jezelf gaat maar om anderen die dreigen het loodje te leggen, terwijl jij dat kunt voorkomen? En stel dat dat alleen nog kan door de snoodaard die dat wil …eh… zodanig te beschadigen dat ie dat niet meer kan (en waardoor hij of zij misschien zelfs dood gaat)? Mag dat niet? Is dat verkeerd? Laat ik het concreet maken: jij kunt door één persoon te doden voorkomen dat die ene persoon tien andere doodt. Of zelf honderd. Of nog meer… Je doet het niet omdat je niet mag doden. Ok. Ben jij dan niet indirect de doder van die tien anderen? Van die honderd? Of van die ‘nog meer’?
O, je gaat voor de bruut staan en zegt zoiets als: “wat je op het punt staat te doen, is verderfelijk. Doe het niet. Bla bla bla … “ en je eindigt met zoiets als “over mijn lijk!” Dan zegt die bruut misschien “Ok…” en dan zijn er elf doden of honderd-één of nog meer plus eentje.
Kortom, wanneer ik blijf beweren dat ik onder geen enkele omstandigheid een ander mens zal doden, misken ik de realiteit. Ik hoop dat het nooit zover zal komen, en ik zal er bovendien alles aan doen om te voorkomen dat het ooit zover kan komen. Wanneer bij dat ‘alles doen’ hoort dat ik ervoor zorg dat ik mijn naasten kan verdedigen … dan doe ik dat. Tegenwoordig hoort daar helaas een krachtig defensieapparaat bij. Inclusief wapens die ik verafschuw en die naar mijn mening nooit als aanvalswapens mogen worden gebruikt. Maar ik mag ook de messen in mijn keuken-messenblok niet als aanvalswapens gebruiken, net zomin als mijn nietpistool, mijn (leen)auto of zelfs mijn blote handen. Gij zult niet doden! Mee eens. Maar vergeet het aanhangende ‘sub-gebod’ niet: Gij mag en moet opkomen voor uw naasten en hen verdedigen … zelfs als daarbij doden kunnen vallen.
Siebe zegt
Stel dat jij in vredestijd bevriend bent geworden met een stel Russen. Ze bezochten jou, jij bezocht hun. Je had prachtige tijden met die mannen. Maar nu wordt het oorlogstijd en nu moeten die mannen opdraven aan het front. Daar sta jij ook met je mede-Nederlanders. Nu sta je opeens tegenover elkaar. Dan help je toch ook je naasten om zeep? Of, wat is dan de betekenis van het begrip ‘Naaste’. Hoe rekbaar is dit voor je?
Dharmapelgrim zegt
Ik zal mijn best blijven doen mijn vijanden lief te hebben, niet alleen de mensen die ik ken, maar ook de mensen die ik niet ken. Zij hebben, net als ik, keuzen: soms onmogelijke die worden opgedrongen … helaas. Er zijn voorbeelden van soldaten die weigerden bevelen op te volgen die volgens hen verkeerd waren, zoals schieten op weerlozen. Dat kostte hen in sommige gevallen het eigen leven. Die soldaat is een vijand, maar ik zou mijn leven voor hem geven omdat hij dat verdient. Maar als de soldaat op bevel wél wil schieten, dus richt … en ik zou eerder kunnen schieten, dan doe ik dat.. Daarna zou ik huilen, en mij afvragen… waarom? WAAROM? Die denkbeeldige Rus waar ik mee bevriend zou kunnen zijn, is voor mij niet zo denkbeeldig. Ik schaak wekelijks met een man uit Kaliningrad… ik ben ervan overtuigd dat wij het bevel om op elkaar te schieten niet zouden opvolgen … maar feit is: die omstandigheid doet zich hoogstwaarschijnlijk nooit voor. Maar zou hij of een van zijn / mijn vrienden AANVALLEN, dan zou ik mij en de wie dan ook wel verdedigen. En ik zou waarschijnlijk treuren …
Siebe zegt
Zou er wat veranderen als we echt zouden zien dat doden leidt tot geboorte in de hel in een volgend leven. Of dat we dankzij die daad van doden worden achtervolgd door allerlei ellende in volgende levens?
Milarepa was er van overtuigd. Hij had ook doden op zijn geweten (zwarte magie) en had geen rust meer wetend dat ie in de hel geboren zou worden. Dat motiveerde hem enorm.
Het nuchtere verstand, zo noem ik maar even jouw instelling, voelt zich wel wereldlijk wijs, realistisch ook, maar hoe kunnen we zeker weten dat het echt zo realistisch is? Doe je er nou werkelijk goed aan? Of lijkt dat maar zo?
Dharmapelgrim zegt
Geen idee!
Sacha zegt
Als je mordicus tegen aanvalsgeweld bent, dharmapelgrim, besef dan wel dat verdediging tegen een aanval algauw een tegenaanval tegen de oorspronkelijke aanvaller teweeg kan brengen. De militaire leiding stuurt je op een vijandelijk doel af, maar onderweg kan van alles gebeuren waardoor je onder moeilijke omstandigheden moet improviseren. Soms ga je met inlichtingen op pad die achteraf onbetrouwbaar blijken en vallen er onverwacht burgerslachtoffers. Of je gaat door het lint wanneer je je maten ziet sneuvelen en opent het vuur op vijandelijke troepen die de wapens zojuist hebben neergelegd om zich aan jou als krijgsgevangenen over te geven. Gewapende strijd is maar zelden het maatwerk dat de beste stuurlui aan wal menen ervan te mogen verwachten.
Dharmapelgrim zegt
Mee eens. Gewapende strijd is zelden maatwerk.
Is je bij voorbaat daarom helemaal maar niet te verdedigen dan wel maatwerk?
Jaap zegt
Toen ik als dienstweigereraar voor de ‘commissie’ stond mocht dit soort vragen ook beantwoorden.
Wat doe je als… en dan iets vreselijks.
Zaak was om altijd als antwoord te geven, ik ben niet in die situatie, dus kan ik daar niet over oordelen.
Naar mijn idee, en dat vind ik nog steeds, het enige antwoord. Amen.
Dharmapelgrim zegt
Dat is mijn ervaring ook. Het zou ook vandaag de dag waarschijnlijk het enige juiste antwoord zijn. Maar ik weet niet wat ik doe in hypothetische situaties. Ik sluit niets uit, maar ook niet in. De realiteit is vaak anders dan gehoopt, verwacht, gevreesd, verlangd of wat ook. “Gij zult niet …” en Gij zult … ” Dat zijn geen absolute verboden en geboden, maar voorzeggingen of zoals een rabbi dat eens zei: het zijn woorden ten leven!