Op een snikhete dag in de zomer van 2011 werd het lichaam van mijn moeder herbegraven op de begraafplaats uit 1829 in Beekbergen. Ze sprak altijd over Beekbergen, waar ze dierbare herinneringen aan had. Door omstandigheden werd ze in Rotterdam begraven, op een plek waar op de dag van de teraardebestelling vrachtwagens over ijzeren platen aarde en bomen aanvoerden. De begraafplaats ging op de schop.
In Beekbergen hadden arbeiders het graf met een kleine graafmachine geopend, de man van de begraafplaats stond het kleine groepje familieleden bij de ingang op te wachten. Hij had haast. De kleine kist met de botten van mijn lieve moeder werd op een rijdende baar geplaatst en dat kleine voertuig ging zo hard over die bosbodem dat ik de stang aan de zijkant van de baar uit mijn handen voelde glippen. Opnieuw moest ik haar loslaten.
Zij werd begraven in een van de zes familiegraven. De jaren erna zag ik hoe de natuurlijke en door de grafdelving verstoorde habitat maar moeilijk herstelde, als je kunt spreken van herstellen. Pas na twee jaar groeide er aarzelend een plantje op de verstoorde zandgrond. Gevolgd door andere- die anders zijn dan de omgeving.
Mijn moeder keerde terug naar de plek waar zij tijdens haar leven naar verlangde. De natuur moet weer op orde komen.
Moedig voorwaarts!
Hanne zegt
Beste Joop, ik ken u niet. Wat spreekt er een liefde uit uw begeleiding, volgen. Fijn dat alles nu goed is.