Het is een vertrouwd beeld geworden: een straat, een kamer, een café, een treincoupé vol mensen die gebogen zitten over het scherm van hun mobieltje. Piepkleine lichtbakjes voor konijnen. Soms vind ik het lachwekkend, soms ontzettend triest. Hoe we zo sterk gefascineerd worden door een tekst, foto of filmpje en zo totaal de mensen rond ons negeren. Het lijkt op een toestand van hypnose. Hoe kan informatie op een scherm ons zo sterk in zijn greep krijgen?
Het doet me denken aan de periode toen we op het internet begonnen te surfen. Het leek wel alsof we de hele wereld in onze computer konden vangen. Alsof we op dat apparaat en op het internet de oplossing voor al onze problemen zouden vinden. In de bestanden op onze pc konden we heel ons leven netjes ordenen en veilig opslaan.
Op zich is het uiteraard prachtig dat we over zoveel informatie beschikken. De vraag is alleen wat we er mee aanvangen. En het is ontroerend hoe we als mens maar blijven zoeken, tot we alle informatie in dit universum hebben verzameld. Terwijl we nu al verdrinken in de beschikbare informatie. Maar meer kennis leidt niet vanzelf tot meer inzicht. Inzicht is van een andere orde dan kennis, het vraagt tijd om kennis te laten bezinken tot het een zinvol iets wordt. Het herkennen van wat echt zinvol is, is niet vanzelfsprekend. Voor we het beseffen, nemen we onze wensen voor werkelijkheid. Onze geest herleidt informatie meteen tot herkenbare patronen. Om in die patronen ook de realiteit te blijven zien, vraagt om het trainen van onze geest.
Een training die we al vanouds nodig hebben, is het doorzien van dualiteit, het kunstmatig opdelen van de realiteit in zwart-wit, goed en slecht; aangenaam of storend. Sociale media zijn bezig onze digitale informatie steeds meer in te passen in algoritmes op onze persoonlijke maat. Dat komt in de praktijk vaak neer op het polariseren van die informatie. Waarbij we maar twee opties hebben: nieuws en meningen liken of disliken. Wat in de praktijk vaak neerkomt op het liken of disliken van mensen.
In een zeer nabije toekomst zullen we wellicht nog een andere training broodnodig hebben, namelijk wanneer kunstmatige intelligentie zo goed als heel ons leven bepaalt. Wanneer we slaven worden van die superieure intelligentie. Als we niet alert zijn, ontaardt onze fascinatie voor informatie. We zullen in staat zijn om in een cocon te leven, waarin geen storende boodschappen van buiten meer doordringen. Om dat te bekomen zullen we net als in de oertijd de gunsten van een afgod afsmeken, de god van de leuke feiten.
Zou dit niet de kern zijn? Dat we verslaafd worden aan digitale informatie omdat ze ons een gevoel van almacht geeft? Heel eventjes delen we in de alwetendheid van onze digitale god. We zijn niet meer afhankelijk van willekeurige levensomstandigheden, niet meer onderworpen aan een chaotische wereld. We kunnen uit de overweldigende massa feiten en gebeurtenissen datgene oppikken wat bij ons past. We kunnen vooral uit de overweldigende massa meningen over die feiten en gebeurtenissen precies die opvattingen kiezen die ons geruststellen. Verontrustende feiten en afwijkende meningen kunnen we negeren.
Boeddha noemde vijf groepen van lijden die bij het menselijk bestaan horen. Drie groepen horen gewoon bij het leven: geboorte, ziekte en dood. Daarnaast is er het geestelijke lijden doordat we krijgen wat we niet willen hebben, zoals verdriet, pijn en wanhoop. En er is lijden doordat we niet krijgen wat we willen hebben. Maar, overkoepelend, is er vooral het lijden dat we onszelf aandoen, als we vluchten uit de realiteit. Als we onszelf vervreemden en dus isoleren van de realiteit. Lijden ontstaat in het algemeen uit onwetendheid, en daar hebben we nu paradoxaal genoeg meer dan ooit de instrumenten voor. We kunnen ons continu onderdompelen in een bad vol informatie en afleiding.
In dit warme maar eenzame bad bezweren we heel eventjes onze angst voor een onveilige, onvoorspelbare wereld. Een wereld die steeds sneller evolueert en waarin we steeds overbodiger worden. Want in wezen zijn de 1 procent economisch rijken onze afgoden, zij zijn immers ook de 1 procent mensen die onze informatie produceren. Die informatie is meestal triviaal: welk voedsel en welke kleren we moeten kopen, of welke films en nieuwtjes we moeten kennen. De kern blijft dat we als kleine mensen kunnen enkel door te consumeren nog iets aan deze wereld bijdragen.
Behalve in die one minute of fame, als we een leuke tekst, foto of filmpje online zetten dat door anderen geliket wordt. Want vermoedelijk draait onze fascinatie voor informatie niet om al die feiten en feitjes op zich. We zijn vooral verslaafd aan het worden aan het voortdurend in contact zijn met anderen. Achter elke tekst of afbeelding zit immers iemand die -al is het maar eventjes- aan ons denkt. Dat geeft ons een gevoel van belangrijk zijn -al is het maar eventjes. Vanuit de boeddhistische psychologie bekeken gaat het gaat het -altijd weer opnieuw- om het centrale mechanisme van hechten. We hechten ons uiteraard aan mensen die goed zijn voor ons.
Maar ons ego wordt ook gestreeld als we aandacht krijgen van om het even wie. Vanuit de ontwikkelingspsychologie bekeken lijkt het alsof we blijven steken in de puberteit. We zijn in die fase vooral aan het uitzoeken wat onze positie is in de groep van gelijkgezinde leeftijdsgenoten waarbij we willen horen. Als we daar als volwassene nog altijd mee bezig zijn, blijven we maar zoeken naar bevestiging van ons ego. En hoe groot wordt een ego niet als anderen ons niet enkel bevestigen maar als we hen helemaal naar onze hand kunnen zetten? Als we binnenkort onze ideale partner digitaal kunnen bestellen via ons scherm, net zoals we dat al kunnen met een artikel of een dienst? De kans wordt reëel dat we stilaan allen goden worden, met almacht over een virtuele wereld. De reële wereld wordt overbodig. Tot de elektriciteit uitvalt.
Wulf van Loenen zegt
Hoe dan ook, internet, social media, kunstmatige intelligentie, bloggen, vloggen; onder het mom van contact/geluk met anderen gaat het eigenlijk om één heel ander (verborgen) contact. Namelijk de er doorheen verweven commercie commercie, commercie, reclame, reclame, reclame!!! En wij naïef koopvee moeten de rijkdom van de elitaire multinationals achter de schermen draaiende houden. De politiek moedigt het aan omdat dat de economische motor doet draaien. En na een jaar of 6 loopt de economische motor opnieuw in het rood en worden de verworven voorzieningen en geld bij het koopvee, de zwakkeren, weggehaald om de banken, het establishment van de ondergang te redden. Als de ‘crisis’ weer te boven is dan moeten we er weer een periode op los kopen en overconsumeren om de elite aan de touwtjes te blijven spekken. Het gepeupel in de ban van schermpjes.