Er gebeuren verschrikkelijke dingen in en rond de Kloosterbunker. Moord en doodslag. Wij adviseren mensen- boeddhisten ook, zachtmoedige lieden die zich met een vegertje op straat begeven om al -zacht- vegend miertjes, luisjes, wormpjes en andere schepselen God opzij te schuiven om te voorkomen dat ze worden verpletterd, om onmiddellijk te stoppen met lezen van deze vreselijke tekst.
Wat is er aan de hand? We zullen het uitleggen. Op het grote balkon van de Bunker staan planten, ook bamboeplanten. De mooiste en grootste ook is een metershoge bamboe uit Vlaanderen. Met name ’s avonds verspreidde de plant- u leest het goed verspreidde, een heerlijke geur die het meest leek op die van tabak. Chef dacht lange tijd dat de buurman onder de Bunker in de avond een sigaartje opstak en genoot van het uitzicht op de particuliere tuin rond de bunker. Maar het was dus de bamboe.
Er staan nog twee grote bakken met Noord-Hollandse bamboe. Tenminste, daar zijn ze gekweekt. Ook erg mooi, maar niet zo als de Vlaamse. Een paar maanden geleden sloeg het noodlot toe. De Vlaming ging kwakkelen, jonge scheuten kwamen niet tot wasdom, oude spruiten werden bruin en geel en stierven af. Chef ging op onderzoek uit, stak zijn handen in de bamboe en zag tot zijn afgrijzen dat zijn armen en handen bedekt waren met honderden witte en groene luizen. Het was niet best. Nu Chef dit schrijft voelt hij weer het gewriemel, terwijl er geen luis te zien is. Chef stond voor een moeilijke keus: bleven de luizen in leven of de plant?
Het eco middel dat op de bamboe werd gespoten werkte niet. De luizen bleken tegen de eco bestand. Ze vermeerderden als konijnen. Chef bespoot de bamboe nog twee keer, de sfeer werd grimmig. En de bamboe zieltoogde voort. Het lijden was niet om aan te zien. ’s Nachts droomde Chef van enorme luizen die hem gemeen aankeken en met huid en haar opvraten. Bij de Gamma kocht Chef een snoeischaar en maakte korte metten met zijn lievelingsbamboe en de honderden luizen die op haar zaten.
Maar de ellende duurt voort. Ook een van de Noord-Hollandse is aangetast. Al twee weken spuit Chef een mengsel van spiritus en groene zeep op de bamboe. De plant is gekortwiekt en staat in de ziekenboeg van de Kloosterbunker. Er is geen luis meer te zien, na 2500 liter spiritus en groene zeep. Het wachten is op nieuw blad- fris groen van lijf en leden. Hoopt Chef.
Vanuit de tweede bak met de gezonde Noordhollander groeit sinds een week een klimmer. Hoe die daar terecht is gekomen weet Chef niet. Met zijn grijpgrage vingertjes klimt hij omhoog in het anti-duivennet dat de redactie op het balkon heeft gespannen. Het klimplantje groeit wel twintig centimeter per dag. En geeft troost. Er is leven na de dood.
Chef moest kiezen: het leven van de luizen of dat van de bamboe. Uiteindelijk zijn ze beiden vernietigd. Zo gaat het. De luizen hadden de pech om in de omgeving van Chef de boel kaal te vreten. Hadden ze vijftig meter verderop in een gemeenteboom gezeten, dan had er geen haan naar gekraaid en was dit verhaal nooit geschreven.