We sterven iedere dag een beetje. En dat is maar goed ook, want zo wennen we vast aan de grote dood, die op ons wacht. Iedere verloren illusie, iedere verloren identiteit, iedere vriend en vriendin die ons verlaat, de kinderen die het huis uitgaan, de baan die we verliezen, onze ouders die ons ontvallen: partir, c’est mourir un peu.
Het klinkt misschien gek, maar al dat verlies heeft naast een heel pijnlijke ook een erg positieve kant: verliezen geeft vrijheid. Vrijheid om te ervaren dat de stroom van het leven gewoon doorgaat, vrijheid omdat de Onmisbaar Gewaande langzaamaan blijkt op te gaan in de mist van de tijd, vrijheid om opnieuw te kiezen voor wat echt belangrijk is, vrijheid van oude verplichtingen, vrijheid tot nieuwe waarden.
Veel van de vrijwillige stervensbegeleiders die ik train vertellen over de ervaring van ‘heiligheid’ die ze bij een sterfbed hebben: die ervaring dat alle ‘gedoe’ wegvalt, een ervaring van helder zicht, een sterke ervaring van verbinding met het onzegbare, een ervaring van “Sacred outlook”, zoals we in mijn traditie zeggen. Dat kan verlies ook bewerkstelligen.
We hebben dus een heel leven om te wennen aan het sterven; laten we dat maar ‘het pad’ noemen. Hoe dichter we bij die laatste drempel komen, des te groter kan de ervaring van loslaten, van vrijheid, of van ‘doodloosheid’ zoals de Boeddha het noemde, worden. Tenminste, als je je daarin oefent. In de Vajrayana traditie waartoe ik mezelf reken worden we sterk aangemoedigd de onontkoombare realiteit van onze dood onder ogen te zien. Daarmee lopen we rechtstreeks in het spoor van de Boeddha, die zijn studenten vroeg zich het uiteen vallen van het lichaam na de dood zo gedetailleerd mogelijk voor te stellen.
Doet u dat ook eens, zou ik zeggen. Denk eens na over alles wat u al ontvallen is… Stel u eens voor, dat alles wat u nu nog lief is u komt te ontvallen… Ja, dat doet pijn, want we denken alleen in gehechtheid te bestaan. Dat lijden kunnen we leren opgeven, door steeds meer vrijheid te ervaren, en daarmee vertrouwen te ontwikkelen in de leegte, die ons gebaard heeft, en ons ook weer op zal nemen.
Dat is niet erg: dat is prachtig!
Andreas van der Velde zegt
Hallo Ernst,
Herkenbaar, over het onder ogen zien van sterfelijkheid, en het “onzegbare” dat zich daar opent (en eigenlijk is dat al weer teveel gezegd). Ik zou er nog aan toe willen voegen: dit beperkt zich niet tot een specifieke traditie. Gelukkig maar; mens-zijn laat zich niet beperken door groepen en afscheidingen.
Hartelijke groet, Andreas
Barbara Steadfast Dharma de Zoete zegt
Bij mij is het onderscheid tussen ‘leven’ en ‘sterven’ steeds verder aan het vervagen. Het doet zo kunstmatig aan. Waar begint het één en houdt het ander op? En als dat onderscheid inderdaad kunstmatig is, wat is dan nog de relevantie van het verschil tussen leven en dood, als dat verschil al bestaat? Ik voel regendruppels op mijn gezicht en mijn mond glimlacht terwijl mijn hond mijn stappen volgt door het natte gras.