Contact maken met je ware aard is een bekend zenthema. In de christelijke mystiek kom je dit motief eveneens tegen. Een tekstfragment uit het werk van Jakob Böhme laat zien dat ook bij hem voor toevertrouwen een cruciale rol was weggelegd in het samenspel van zelfkracht en anderkracht.
Een leerling vroeg aan zijn meester: “Hoe kan ik bij het bovenzintuiglijke leven komen, zodat ik God kan zien en Hem kan horen spreken?”
De meester antwoordde: “Wanneer je je, al is het maar voor een ogenblik, kunt toevertrouwen aan Dat waarin geen schepsel verblijft, dan zul je horen wat God zegt.”
“Is Dat waarin geen schepsel verblijft dichtbij of ver weg?”
“Het is in jou, mijn zoon. Als je maar voor even in staat zou zijn al je eigen denken en willen achterwege te laten, dan zul je de onzegbare woorden van God horen.
“Maar hoe kan ik Hem dan horen wanneer ik mijn denken en willen stil laat vallen?”
De meester sprak: “Wanneer je stopt te denken om jezelf en te willen voor jezelf, wanneer zowel je verstand als je wil kalm en passief ontvankelijk zijn voor de indrukken van het Eeuwige Woord en de Geest, wanneer de ziel zich op vleugels verheft boven het tijdelijke, en de uiterlijke zintuigen en verbeelding zijn beteugeld door concentratie op het heilige, dan zullen in jou het horen, zien en spreken van de eeuwigheid zich openbaren. Aldus ziet en hoort God heen door jou die nu het orgaan van Zijn Geest bent; en zo spreekt God in jou en fluistert hij tot je geest, en jouw geest hoort Zijn stem. Gezegend ben je dan ook wanneer je je kunt onthouden van voor jezelf te denken en te willen, en het rad van je verbeelding en je zintuigen te laten stoppen met draaien; want op deze manier kun je er te langen leste in slagen het grote heilswerk van God te zien, in staat als je nu bent tot het waarnemen van het Goddelijke en het ontvangen van hemelse boodschappen. Het is namelijk niets anders dan je eigen horen en willen die je in de weg staan God te zien en te horen.”
“Maar waarmee zal ik God horen en zien aangezien Hij boven natuur en schepping staat?”
“Mijn Zoon, wanneer je kalm bent en stil, dan zul je zijn zoals God was vóór er van natuur of schepping sprake was; je zult zijn wat God toen was; je zult dat zijn waarmee hij jou als schepsel aan natuur toerustte; dan zul je zelfs dat horen en zien waarmee God Zelf in jou zag en hoorde voordat ooit jouw eigen willen en jouw eigen zien was begonnen.”
–
Jakob Böhme (Duitsland, 1575-1624) was een christelijke auteur en mysticus van lutherse komaf. De bovenstaande tekst is een deel van een dialoog uit zijn geschrift Over het bovenzintuiglijke leven, door mij in het Nederlands vertaald uit het boek Not of This World. A Treasury of Christian Mysticism door James S. Cutsinger (2003).
Piet Nusteleijn zegt
Het is zo gemakkelijk en voorspelbaar opgeschreven. Het wordt tijd om te proberen niet meer te misleiden, het niet voort te zetten. Dit: “contact maken met je ware aard”.
Hoe bedoel je, wat zeg je? Ware aard. Onware aard.
God bestaat niet. Wat niet bestaat heeft geen gezicht. Heeft geen oorspronkelijk gelaat.
We moeten er mee ophouden. In Frankrijk leidde het voortzetten van ‘dit blijven spreken over God en zijn profeten en over wie ze spreken’ tot brute moord.
Jacob Böhme was in zijn tijd breeddenkend als christen, vandaag zeer passé. Het moet gezegd worden..