De Italiaanse modeontwerper Carlo Penotti had in 2016 het voornemen om een nieuwe kledinglijn te ontwerpen voor westerse boeddhistische nonnen. Hij vond de gewaden waarin deze vrouwen zich steken niet meer van deze tijd.
‘Ze stammen uit een ver verleden toen de monniken zich hulden in lompen die ze op onder meer kerkhoven vonden. De nonnen hebben dat voorbeeld klakkeloos gevolgd. Nu nog steken moderne westerse vrouwen die het boeddhisme aanhangen zich in deze kleding en scheren hun hoofd kaal. Waarom, dat weet niemand. Het vrouwelijke van de nonnen mag best zichtbaar worden. En hoeft niet verhuld te worden in oranje, zwarte of gele zakken,’ zegt de ontwerper, die ook voor het Vaticaan religieuze kleding ontwerpt. Zo te zien is zijn poging mislukt.
Penotti verwijst naar de jaren zeventig van de vorige eeuw toen rooms-katholieke nonnen in de kloosters zich massaal van hun gewaden ontdeden en in spijkerbroek en trui hun geloof beleden. ‘Hun boeddhistische zusters hebben daar blijkbaar niets van geleerd. Het gaat niet om gewaden maar hoe je bent als mens. In een pij draag je uit dat je anders bent. Wij en de rest.’ Zijn visie wordt niet door iedereen gedeeld. Orthodoxe boeddhisten vinden dat traditionele kleding juist bijdraagt aan hun religieuze verdieping. Penotti noemt dat flauwekul, maar dan op z’n Italiaans.
In Venetië presenteerde hij in 2016 een proeve van een modern gewaad voor nonnen. Het is van katoen en in de machine te wassen. Chef vindt dit een interessante ontwikkeling. Het boeddhisme past zich gewoonlijk aan aan de landsaard en gebruiken die voor elk land verschillend zijn. Waarom dan niet de kleding aangepakt, vindt de Chef die vandaag in een uitermate goed humeur was.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!