We komen samen aan in de grote hal van de Kloosterbunker, een moeder met een niet zo klein kind in een wandelwagen en ik met een volle Claxkar boodschappen. Het jongetje maakt geluiden. Ik zeg tegen hem: je lijkt wel een vogel, terwijl hij helemaal geen vogelgeluiden maakt. Maar een vogel is het eerste dier dat mij te binnen schiet.
We stappen in de lift en het kind geluidt voort. Ik besluit ook een duit in het zakje te doen en blaf als een hond. Hoor je, zeg ik tegen het kind, een koekoek. Het ventje kijkt verliefd naar de Claxkar met lekkere dingen. De moeder lacht en kijkt mij vertederd aan.
Moeder en zoon stappen uit en ik stijg verder op. Op de galerij die naar de Kloosterbunker leidt, ik kan het niet laten, doe ik luidkeels een burlend hert na. En stap daarna als oudere man statig door. Ik ben volmaakt gelukkig.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
