Op het scherm flitsen de berichten voorbij: wat gebeurt er bij een aanval met kernwapens, rode telefoonlijn tussen Biden en Poetin kan kernaanval voorkomen, BB-bunkers onbruikbaar om te schuilen en zo meer.
In het eerste begin van de coronacrisis haalde ik zonder te hamsteren meer eten in huis dan direct nodig was, met name voeding in blik, zodat ik, als de winkels tijdelijk niet meer bevoorraad zouden worden, toch kon eten en dat voedsel ook met anderen kon delen. Het was niet nodig.
Vorige week sprak ik met buurman Ben over de hongertochten in de winter van 1944 toen stedelingen vanuit het Westen naar de boeren op het platteland trokken om eten te kopen/ruilen tegen goederen omdat in de grote steden mensen stierven van de honger onder de Duitse bezetting. Onze moeders maakten die barre reis ook en keerden terug met zakjes bruine bonen en zo, als ze niet werden afgepakt door Duitse soldaten. Mijn moeder deelde het eten met haar ouders, mijn opa leed toen al aan hongeroedeem.
Een voedselvoorraadje kon in die tijd garanderen dat je weer een paar weken vooruit kon. Ondanks de ellende het leven leefde.
Ik keek gisteren in de voorraadkast, blikspul en sausen voor een week. Ook een pot bruine bonen en hagelslag en pindakaas en jam. Rijst, macaroni en spaghetti, zeg maar de gewone voorraad. En ik besloot om niks extra’s aan te schaffen. Want wat als de rode lijn verbinding tussen Poetin en Biden niet werkt of er helemaal niet met elkaar gebeld wordt en tirannen blind van woede, geïsoleerd door sancties, op de wrede vernietigingsknop drukken.
Moedig voorwaarts!