Daar zit je dan. Je verafschuwt geweld, en nu vraag je jezelf af of je dat vol kunt houden.
Je ziet hoe de nieuwe oorlogssituatie zorgt voor heel andere normen en waarden. Terwijl normaal gesproken er een forse straf staat op moord, is het doden van een vijand nu een heldendaad. Er kan zelfs gedreigd worden met kernwapens die het leven van heel veel mensen in gevaar brengen.
Moderne oorlogvoering is nu industrieel, maar geweld gebruiken als manier om een conflict op te lossen, is premodern en zo oud als pijl en boog. Niks vooruitgang of beschaving.
Je realiseert je bovendien hoe de basisregels van de economie ineens niet meer gelden. Terwijl volgens de normale regels kapitaalgoederen bij wet beschermd worden, worden die nu op grote schaal vernietigd. Veroorzaak je in normale tijden schade, dan ben jij daarvoor verantwoordelijk en moet je die vergoeden. Maar nu wordt raak en lukraak stukgeschoten, zonder schadeclaim.
Alleen de oorlogsindustrie werkt volgens de ‘normale’ economie.
Tegelijk vind je dat wie aangevallen wordt, recht op verdediging heeft, ook al gebruikt die hetzelfde geweld als de aanvaller. Je volgt de nieuwsberichten en hoopt op een smadelijke nederlaag voor de agressor. Je wenst een grootschalig effect van sancties, en liefst een paleiscoup in het Kremlin. Komt Poetin net zo aan zijn eindje als Raspoetin?
Je voorziet ook het vervolg. Na onbepaalde tijd van gevechten, komt er een wapenstilstand. Nadat die enkele keren geschonden is, keert de rust weer. Na lange onderhandelingen in Genève sluit men vrede. De wederopbouw kan starten. Maar er zijn vooral verliezers. Na een jaar of zeven herhaalt de cyclus zich.
Je blijft zitten met de vraag of er nog plek is voor het visioen van mensen die in vrede samenleven. Of voor de droom dat conflicten, voordat ze escaleren, opgelost worden in overleg en niet met geweld.
Bert Dorrestijn zegt
Ook al lijkt het naïef en is de realiteit haat en nijd. Wat anders valt er tegenover oorlog te zetten dan de droom van vrede….