Op 15 augustus 1945 capituleerde Japan en daarmee eindigde de Tweede Wereldoorlog. Er zijn miljoenen slachtoffers te betreuren en twee steden zijn door de atoombom in de as gelegd. Er is vrede, maar paradoxaal genoeg blijft het oorlogsgeweld nog steeds smeulen. Denk hierbij aan de politionele acties in Indonesië, de oorlogen in Korea en Vietnam, de godsdienstconflicten in het Midden-Oosten en de bloedige spanningen in Afrika en de Oekraïne.
Uit ervaring weet ik dat oorlog verschrikkelijk is. Het is een vreemde tegenstrijdigheid dat mensen vrede willen en toch oorlog voeren. De modernste technieken en de meest effectieve wapens zijn ontwikkeld om onze veiligheid te verzekeren, maar het resultaat is onze toenemende machteloosheid. Hoewel de bewapening steeds geavanceerder en duurder wordt, groeit ons gevoel van onmacht.
De macht van de mens maakt de mens ook machteloos. Hoe meer hij zich bewust is van zijn vrijheid en macht, des te gemakkelijker kan hij hiervan gebruik maar ook misbruik maken. De meest geavanceerde technieken zijn niet in staat deze vrijheid onder controle te houden. De mens zelf is daarom de bron van al deze ellende in de wereld en alleen de mens zelf kan deze ellende keren door menselijker te worden en zich verantwoordelijk te voelen voor de andere mens.
De menselijke vrijheid is de grootste boosdoener van de ellende in de wereld. Het lijkt paradoxaal om te zeggen dat de nadruk op de rechten van de mens de ellende nog heeft versterkt. Door het eenzijdig beklemtonen van het recht van vrijheid van de mens, is de keerzijde ervan verloren geraakt: dat is zijn verantwoordelijkheid.
De natuur is fundamenteel gericht op de ecologische samenhang om te kunnen overleven. Als mens nemen we deel aan deze natuurwet, maar door onze geestelijke vrijheid zijn we in staat ons hieraan te onttrekken of ons wel medeverantwoordelijk te voelen voor de goede gang van zaken. Dit verantwoordelijkheidsbesef komt niet vanzelf. Het moet gevormd en aangeleerd worden. Deze bewustwording van de verantwoordelijkheid voor anderen begint bij het kind, bij de opvoeding en vorming van het jonge kind.
De belangrijkste factor voor de menselijke vorming is niet de verstandelijke kennis, maar de bewustwording van het verantwoordelijk zijn voor elkaar. Teleurstelling en haat die iemand als kind oploopt kan gemakkelijk ontaarden in wrede onmenselijkheid en leiden tot een sterke gevechtsmachine. Effectief aan vrede werken begint kleinschalig bij de vorming van het kind, en met name het ontheemde kind dat nergens een tehuis ervaart.