Iedere ochtend heb ik mijn rituele start – na de Zonnegroet en nog wat yogaoefeningen neem ik toevlucht, spreek de 4 bodhisattvageloften uit en eindig met de vier buigingen: liefdevolle vriendelijkheid, compassie, medevreugde en gelijkmoedigheid, oftewel de hartskwaliteiten metta, karuna, mudita en upekkha.
Ik voel ze in mijn lijf, in mijn hart. Liefdevolle vriendelijkheid, compassie, vreugde: ik ervaar ze als een gloed in mijn hartstreek, maar die gelijkmoedigheid – die kon ik maar niet voelen. Ze bleef een braaf voornemen, geen kwaliteit. Is ze zo neutraal dan, dat ze niet te voelen is? Maar wat is dan het onderscheid met onverschilligheid?
En toen kwam ik bij Edel Maex in het boek Dit is de plaats de term onbevangenheid tegen als vertaling van deze hartskwaliteit. Geen gelijkmoedigheid maar onbevangenheid – die kwam direct binnen. Niet bevangen door wat je overkomt, niet gehecht aan succes of falen, niet in beslag genomen, open blijven, onderzoekend. Dus onbevangenheid werd het – en sindsdien ging mijn trits van 3 keer buigen gepaard met 3 keer liefdevolle vriendelijkheid, compassie, medevreugde en onbevangenheid. Ik voel de frisheid ervan in mijn borst en lijf.
Ik vertelde het aan een vipassanaleraar die ik toevallig aan de telefoon had. Hij proefde het woord onbevangenheid even en zei: “Nee, mij te mystiek, zeker uit de zen, hè?”. Ik moest lachen om die concurrentie tussen vipassana en zen en ging door met mijn beoefening.
Van de week liep ik buiten, mijn vaste ommetje na mijn werk. De wolk van drukte in mijn hoofd begon wat op te lossen, maar er bleef iets hangen, iets dat gebeurd was bleef haken en maar drukke woorden oproepen in mijn hoofd. Ik sleepte dat haakje naar mijn hart en ademde naar mijn hart toe, vulde mijn hart met aandacht voor het haakje. Het voelde akelig, naar. Ik kon er geen woorden aan geven, zocht ze ook niet. Ik bleef erbij, ademde er mijn hartskwaliteiten liefdevolle vriendelijkheid en compassie naar toe. Het gevoel draaide rond in mijn borst, keel en maag en langzaam zakte het weg. Onbenoemd, ongekend in woorden, alleen in ervaring.
Ik besefte: ik was bevangen, iets in mijn drukke werkdag had mij dieper geraakt en dat gevoel moest nog gevoeld worden, met of zonder inzicht in woorden. Ik had niets aan de kwaliteit van onbevangenheid op dat moment, ik wás bevangen. Maar het was wel de kwaliteit van gelijkmoedigheid die mij in staat stelde dit te ervaren.
Gelijkmoedigheid dus, als basis van onbevangenheid – terug bij af. Liefdevolle vriendelijkheid, compassie, medevreugde en gelijkmoedigheid.
Deze tekst werd eerder geplaatst in het augustusnummer van de nieuwsbrief van Zen Peacemakers Sangha Lage Landen. Omslag: onbevangenheid van André de Nys.