Al een paar dagen moet ik erg aan Paul denken. Hij is dood en ik kan niet meer met hem praten. Alleen aan hem denken, met mezelf herinneringen aan hem ophalen. Paul was mijn vriend en zakenpartner, samen begonnen we eind jaren zestig van de vorige eeuw uit het niets een persbureau.
Wij veranderden de journalistiek, als jonge gasten. Gingen de volkswijken in om daar met de mensen te praten, hoorden hoe ze leefden en waar ze tegenaan liepen. En trokken dan de verantwoordelijke huiseigenaren, wethouders en burgemeesters aan hun jasje en vroegen: hoe zit dat, wat doe je eraan? Het was nauwelijks eerder vertoond, journalisten stonden toen aan de kant van de autoriteiten, liepen de gemeentehuizen plat, maar hadden geen aandacht voor het volk, de gewone burger. Hun stem werd niet gehoord.
Paul was de zoon van een middenstander uit de deftige Hillegersberg buurt. Ik de zoon van een communistische havenarbeider. Onze afkomst leverde een geducht journalistiek duo op, de een vulde de ander aan.
Ons bureau groeide met een eigen redactie in Rotterdam en Den Haag, een netwerk van correspondenten en medewerkers. We filmden, fotografeerden en schreven, trokken erop uit waar nieuws te halen was. Zagen doden en gewonden en blije mensen. En hadden veel plezier. Journalistiek is een prachtig vak al kan je nu als journalist je beter niet bekend maken als zodanig. Voor je het weet word je in mekaar geramd. Wij zijn fake.
Paul is al een paar jaar dood en ik begin hem steeds meer te missen. Vind het ook vreemd dat hij dood is en ik niet. Heeft dat met pech in het leven te maken? Paul kreeg problemen met zijn nieren, twee zoons doneerden elk een nier aan hem, het mocht niet baten.
Alles gaat voorbij, zegt mijn webmeester. En zo is het. Soms wel jammer.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.

Ruud van Bokhoven zegt
Je weet dat het leven vergankelijk is maar kan toch moeilijk zijn voor de een die de ander mis.
Kijk vooruit naar het leven dat je zelf nog voor je hebt en denk af en toe terug in het verleden en geniet van de fijne tijd die je met de ander had.
Joop ik wens je veel sterkte in je toekomstige leven🙏