Mijn moeder schreef ooit een liefdevolle tekst over de arbeiderswoning aan de Hildegardisstraat in Rotterdam waar ze zo lang met haar gezin woonde voordat ze naar een groter huis vertrok. Ik zal het huis missen en het huis mij, zette ze op papier.
Op deze foto uit 2005 is de woonkamer van mijn woning in Brabant te zien. Op de dag voorafgaand aan mijn vertrek. Ik had het huis verkocht en schoongemaakt voor de nieuwe eigenaar. De linoleumvloeren beneden en op de twee bovenetages in de was gezet. Dat deed ik elk haf jaar, voor het naar bed gaan zodat de waslaag kon drogen. Nu was er geen opstaan aan verbonden, ik zou de vloeren nooit meer belopen.
Het huis was fijn en warm. Ik bracht er 23 mooie jaren door, met soms dieptepunten. Toen ik er in 1982 met mijn gezin introk waren alle buren nieuw en jong, met kinderen ook. En soms een hond. Het was een merkwaardig gezelschap. Alleen mijn buurman Lucas woonde er in zijn eentje. Hij sprak met de mannenburen, met de vrouwenburen had hij niet zoveel op en vertelde vreemde verhalen over zijn avonturen op de Noordzee die wel waar bleken. Op een dag reed ik lang het huis van Lucas en zag hoe twee mannen een doodskisten (met Lucas) naar buiten droegen. Ik schrok vreselijk- later bleek het een enorme staande klok te zijn die liggend naar buiten werd gedragen en was Lucas gewoon nog in leven.
Mijn huis was geverfd in kleurige kleuren, maar niet opzichtig. Ze harmonieerden met de lieve tuin rond het huis. Nog heel lang heeft de nieuwe eigenaar de kleuren in stand gehouden. Het leek wel of ik er nog woonde. Alleen de hoge meta sequoia in de achtertuin, een boom die wel 2600 jaar oud kan worden, is gekapt.
Het bekijken van de foto uit 2005 roept meer emotie op dan op het moment van de opname. Ik vertrok, besef ik nu. Een eerste stap in de toekomst. Een laatste keer de sleutel in het slot.
Moedig voorwaarts!