Als je coronaal bent geweest, zo’n virusinfectie hebt opgelopen, ben je niet snel meer de oude zo is mijn ervaring. Het herstel, als dat al mogelijk is, doet niet alleen een groot beroep op de veerkracht van het lichaam maar tast ook het brein, de geest aan, beleef ik als coronalist.
Ik moet overdag niet in een stoel gaan zitten want dan val ik in slaap. Niet zomaar een tukkie maar een diepe slaap waaruit ik soms ontwaak, naar de klok kijk, besef dat het slapen lang genoeg heeft geduurd en ik weer verder slaap alsof een tsetse vlieg mij gestoken heeft. Ik moest tegen mezelf zeggen dat het niet erg is, gezond zelfs, om als een mummie door het leven te gaan.
Ik heb een enorme snoepzin, de kast is leeg voor ik er erg in heb. Koken, bakken en braden doe ik wel, de eetlust is flink. Vanavond eet ik pannenkoeken met stroop, appels en rozijnen. Dat verdient een coronaal wel.
Geestelijk heb ik ook een opdonder gehad. Het kost me moeite me te concentreren en mijn koelkast puilt uit van de kazen, zonder en met pitjes, oud en jong, omdat ik elke keer vergeet tijdens het boodschappen doen dat ik al kaas heb gekocht. Het schrijven van teksten lukt niet zo goed, ik haal dingen door elkaar, vanmorgen schreef ik auto terwijl ik man bedoelde in een brief aan een gemeente. Ik moet uitkijken dat instanties mij niet verward gaan vinden.
Mijn aangeboren schuwheid wordt minder. Als er nu wordt aangebeld denk ik: zal ik open doen, terwijl ik vroeger in de werkkamer mijn stoel achteruit schoof om uit het zicht van de aanbeller te blijven. Ik heb me ook voorgenomen telefoontjes aan te nemen. Virussen maken mild.
Ik schrik sneller dan voorheen. Een kort geclaxonneer door een automobilist is al voldoende om te steigeren. Dan denk ik: kan het niet wat minder. Stemmetjes van spelende kinderen peppen me weer op. Het gekoer van duiven haat ik, maar dat deed ik voorheen ook al. Zelfs gebraden lust ik ze niet.
Ik snuffel in digitale stadsarchieven naar voorvaderen die ik nooit gekend heb en ook niet wil kennen.
Ik ben gestopt met leuke dromen, ook met nare dromen, met alle dromen. Maar heb nu ook niets meer te vertellen, te overdenken.
Het zijn wel interessante observaties, vind ik, in het postcoronale (voor mij dan) tijdperk van lichaam en geest. Het lijkt ook een beetje op een stervensproces, al heb ik dat nooit aan den lijve meegemaakt. Steeds iets minder, zo neem ik waar.
Aan de andere kant zit ik ook boordevol energie, hoef ik mezelf niet aan m’n kraag omhoog te trekken. Ik neem die verschijnselen ook waar bij andere coronalen. We vormen de nieuwe werkelijkheid.
Moedig voorwaarts!
Henk van Kalken zegt
Saluut voor coronel Hoek voor deze ontboezeming
Karin Vermeulen zegt
Heel veel beterschap, beste Joop! Moedig voorwaarts en niet versagen, hoor. Elke ochtend geniet ik van jouw schrijfsels!
Michel Ball zegt
Beste Joop, vorige week zaterdag ben ik thuisgekomen na in drie weken tijd in het ziekenhuis te zijn hersteld van Corona. Ik word fabuleus verzorgd door Saskia, mijn vrouw. Ik lig vrij lang in bed, slaap veel en luister veel muziek. Drie dagen geleden begon een nieuwe fase van mijn leven met de bezorging van de nieuwe vertaling van de Dhammapada door André de Vente. Maar een begrip als “Mara” heb ik voorlopig waarschijnlijk niet onder de knie. Er zullen wel wat zeer geoefende Boeddhisten zijn voor wie “Mara” na tientallen jaren geen enkel probleem meer oplevert. Allerhartelijkst, -Michel Ball
Paulien van Poppel zegt
Ik wens je een voorspoedig herstel. Ik hoop, dat je (bijna) weer de oude zult worden. Ik waardeer je schrijfsels en leer van de onderwerpen die je aankaart. Ook je humor en je recht-voor-zijn-raap kant doet me (vaak) goed. Alles gaat voorbij, ik hoop jij nog even niet.