‘Ik ben geen boeddhist maar herken die twijfel. Vanaf mijn orthodox-reformatorische jeugd heb ik overal rondgeneusd, steeds verder een stukje naar links opschuivend. Na ook nog achttien jaar bij een spiritueel meester (met soefistische & sjamanistische invloeden) te zijn geweest heb ik mij daarvan een paar jaar geleden teruggetrokken. Sindsdien mediteer ik niet meer. Ik zag steeds dieper in dat elke vorm van spiritualiteit een aanname is: iemand ontdekt iets, denkt dat dit voor iedereen van toepassing is, stampt een sekte, kerk of gemeenschap uit de grond en de leden moeten gaan denken zoals hun goeroe/voorganger/leraar dat doet want daar – en alleen dáár – is de verlichting of het heil te bekomen.
Wat voor de één werkt kan een ander volledig blokkeren! Het gaat erom dat ik mijn eigen waarheid vind, desnoods haaks op alle bestaande gedachten. En het aanzien (lees: fascinatie, aanbidding) dat een goeroe (of aanverwant artikel) ten deel valt, is volkomen misplaatst. H/zij is niets méér dan de volgeling en is – om met de Heidelbergse catechismus te spreken want roots verloochenen zich niet – evenals ieder ander ‘geneigd tot alle kwaad’. Er komt vaak ordinaire macht bij kijken…
En in verlichting geloof ik ook niet meer. Het licht zit in onszelf. En het is een kwestie van karma hoeveel daarvan in dit leven boven water komt. Dat heeft niets te maken met mediteren of regels opvolgen maar met karma: je krijgt wat er op dit moment in leven past, niets meer en niets minder. Vroeger zeiden ze: “Al verslijt je een kerkbank, als je niet uitverkoren bent kom je toch niet in de hemel.” Als variant kun je stellen: al verslijt je een zitkussen, als het niet jouw karma is kom je in dit leven niet tot verlichting…
Dus sta ik tegenwoordig op eigen benen, ben zelf verantwoordelijk voor mijn denken, spreken en handelen en heb het bestaan van een (straffende!) god als hersenspinsel afgedaan. Ik herken me wel in Hein Thijssen die ten slotte ook aannam dat god niet bestaat. Ook dit is een aanname maar een stuk realistischer dan de vele goden – met hun vaak tegenstrijdige geboden en verboden – die sinds de mensheid in het leven zijn geroepen. Zonder god ben je een autonoom mens, zelf verantwoordelijk voor wat je doet en hoe je bent.
Ik geloof wel dat er een kosmische energie is die levenskracht uitzend. Maar dat staat los van geloof of ideologie. Het is geen externe godheid maar een kosmische bron die zich innerlijk manifesteert.
Dus twijfel maar lekker verder, dat is heilzaam. Voor mij was het loslaten van regels na een leven vol ‘moeten’ een bevrijding. En in plaats dat de wereld verging draaide hij rustig verder. Ik heb het mediteren nog geen dag gemist…
Mijn opa zei vroeger: “Een kip die krabt vindt altijd wat.” En dat doe ik nu. Daarom lees ik het BD en soms krab ik iets boven waarbij ik denk: dank je wel! Maar er kan net zo gemakkelijk uit soefistische, Joodse, humanistische of wat voor bron iets tot mij komen…
Jij, Joop, schrijft: Ik word er zo troosteloos van om altijd weer vriendelijk te moeten zijn.
Je moet niets, dat wordt je opgelegd of je legt het jezelf op. Vriendelijk zijn zonder een vriendelijke bron inside is een farce. Je bent vriendelijk uit jezelf en zo niet, kun je het beter niet faken. En er is echt niets mis met een keer uit je pan gaan – Jezus sloeg ze ook met een zweep uit de tempel…
De enige levensregel is: berokken niemand bewust kwaad. Al het andere is onbewust en daardoor een vergissing die hersteld kan worden. Punt.
Ik schrijf als aanhef van een brief vaak ‘Hayy’ in plaats van het Engelse ‘hi’. Hayy is een van de namen van Allah (een van de vele benamingen voor de kosmische kracht) en betekent ‘Leven’. Dat wens ik iemand dan toe. Blijf dus gerust je berichten op de gebruikelijke manier ondertekenen, zonder dit te ‘moeten’. En vooral zonder er troosteloos van te worden want dat haalt de kracht eruit…’
Carla zegt
Dank je wel.
Henk van Kalken zegt
Je zegt in één adem dat je niet (meer)gelooft in verlichting, en voegt daar aan toe dat het licht in onszelf zit.
In verlichting moet je niet geloven. Geloof is een naïeve aanname dat iets zus of zo is. Verlichting moet je doen. Verlichting moet je zijn. Ervaren dat je het allang bent, onder handbereik, maar je ontdekt het(nog)niet.