Waarom toch die wil om te weten wat ‘het’ boeddhisme is? In elk stukje tekst over dat onderwerp lees ik de onuitgesproken wens om te weten of uit te leggen wat het ware boeddhisme is. Hou toch op. Ik snap de behoefte achter de bijdragen en ze zijn niet zelden hoogstaand geformuleerd. Maar ze gaan niet echt ergens over. Ze gaan over een schijnprobleem. Als je wilt weten wat boeddhisme is, richt je dan zeker niet op doctrines en dogma’s, zoals bepaalde opvattingen over karma en wedergeboorte.
We hebben in dit leven iets te doen, nu. Dat is wat de historische Boeddha ons voorhield. We kunnen iets doen om onszelf en de wereld te bevrijden. Wat dat betreft zit er in Boeddha’s onderricht een grote mate van maakbaarheid. Wat dan en hoe? Onze belemmeringen om vrij te zijn kunnen we open en eerlijk bezien en laten voor wat ze zijn. Kun je ook loslaten noemen. Oefenen kan met meditatie en aandacht, zonder oordeel. Een flinke opgave waar je een leven aan kunt wijden, want het karwei is nooit af. En je hoeft je niet eens boeddhist te noemen om er aan te gaan staan.
Als je loslaat en je hechting aan beelden en woorden opgeeft kun je je bewust worden van de wakkere geest die ons draagt, waar we deel van uitmaken en die ons in staat stelt tot die liefdevolle waarneming van de dingen zoals het is om het Shunryu Suzuki te spreken. Ons eigen en andermans gedrag en de wereld behoren daartoe. De ‘tienduizend’ dingen dus. Waar de wakkere geest zich aandient, houdt de maakbaarheid op; die is dan ook niet meer nodig. De bevrijding van alle wezens en dingen dient zich aan.
In de zentraditie noemde Bodhidharma tegenover keizer Wu van Liang uitgestrekte leegte de essentie van het boeddhisme. Shen-hsiu vond het zuiveren van onze geest de kern. Huineng het inzicht dat er niets te zuiveren valt. En Ikkyu de waarheid in je hart. En zo zijn er nog veel meer van dit soort wonderlijke ‘definities’. Ook de koanliteratuur is er van doordrongen. Is er één die meer gelijk heeft dan de ander? Zoek niet naar de zeven verschillen, maar naar de overeenkomst of de parallelliteit. Dat is helender dan welk eigen gelijk ook kan zijn!
De variaties in de wijze waarop we aan de slag kunnen zijn niet zo belangrijk. Dàt we aan de slag gaan wel.
In de landen die Ellen en ik lange tijd bereisd hebben, ontmoetten we hele wonderlijke aspecten van het boeddhisme. In Bodhnath en in Bodhgaya bijvoorbeeld waren er heel wat mensen die zich aan devotionele uitputting overgaven. En wie ben ik om te zeggen dat het daar niet om gaat? In een lodge ontmoetten wij een oude man die van een oud pindakaasblik een gebedsmolen had gemaakt. Hij zat die in een houten bed achterin de eetzaal onophoudelijk rond te draaien met een stralende glimlach.
De wakkere geest laat zich op talloze manieren ontdekken en kennen. Net als Avalokiteshvara alle gestalten kan aannemen om mensen te bevrijden. Welk beeld wij ook van de maan hebben; wij herkennen haar pas als wij de vingerwijzingen en de uitdrukkingsvormen van dode en levende goeroes of meesters kunnen laten voor wat ze zijn.
Annemiek Deerenberg zegt
Dank je wel.
Mariëtte Paravicini di Capelli zegt
Uit het hart gegrepen Dick!
alluman zegt
Tja, je kunt beregezellig aan de slag en van alles doen, maar als je niet weet of het juist is wat je doet, werkt het alleen maar averechts, lijkt me.
Ik snap eerlijk gezegd je frustratie ook niet zo. Is je frustratie dat mensen proberen om het fenomeen ‘boeddhisme’ te omschrijven of dat mensen proberen de ‘ware’ dharma te achterhalen?
Bedoel je het eerste, dan ben ik het met je eens.
Bedoel je het tweede, dan ben ik het oneens, want juist inzicht is wat mij betreft noodzakelijk om juist te handelen. Je hebt zowel de juiste houding, als de kennis als het handelen nodig. Een van de drie is onvoldoende.
Rob Hogendoorn zegt
Zo blijkt maar weer: we zijn niet allen eender.
Tussen jouw regels door, Dick, schemeren ook wat aannames en onuitgesproken wensen.
Begrijp ik goed dat er volgens jou sprake is van een óf-óf situatie?
Dus: óf ‘je gaat aan de slag’ (op de manier die jij voorstaat), óf je doet dat niet en zet een (volgens jou) zinloze discussie voort.
Kun je je voorstellen dat het een het ander niet uitsluit?
Jules Prast zegt
Dank voor je hartekreet, Dick! Doen komt vóór denken, ‘existentie vóór essentie’. Goed om deze zienswijze nog eens in de discussie in te brengen.
Dick Verstegen zegt
Dank voor alle reacties! De Boeddha houdt ons voor in de Dhammapada hoofdstuk XVIII vers 238: Jullie moeten jezelf tot licht (eiland) zijn, jezelf tot toevlucht zijn en niemand anders tot toevlucht hebben. Als je dat advies wilt opvolgen is er werk aan de winkel. Mijn stukje komt niet voort uit frustratie, maar juist uit inspiratie. ‘Juist’ en ‘waar’ kun je in mijn ervaring uitsluitend vinden met je hart; daar waar het weten stopt. Alles mag er zijn zoals het is. In mijn beleving is het prettiger je energie te gebruiken voor je eigen licht dan het nemen van elkaars maat.
alluman zegt
Lijkt me dat dit advies juist aanzet om dingen zelf te onderzoeken…
Evenzo lijkt het me dat ‘juist’ en ‘waar’ niet in het hart te vinden zijn, noch in het denken, omdat beide niet bestaan, althans niet zoals ze aan ons verschijnen.
Hoe het zij, het is een pad. Een van velen. Je citeert nu 1 vers en adviseert vanuit zen/mahayana-hoek. Daar is niets mis mee, maar het is voor de een passende weg, voor de ander ligt er wellicht een ander pad.
Wat dat betreft bijt je citaat je in je billen, want volgens de Boeddha kan ik maar het beste mijn eigen weg volgen. ;)
Rob Hogendoorn zegt
Daar sluit ik me bij aan: Dick’s weg is er één uit vele.
Ik zie er de waarde van in, maar ook de beperkingen.
Zo vraag ik me af hoe Dick aankijkt tegen fundamentele onwetendheid.
Overigens denk ik dat Dick net zo goed in discussie gaat: ook hij probeert zijn lezers ertoe aan te zetten zich van de juistheid van zijn opvatting te vergewissen.