Ik heb de laatste tijd het gevoel dat de tijd harder gaat dan ikzelf. Terwijl ik toch in het nu probeer te leven. Het nu van de klok is een andere dan van mij, terwijl de klok toch de tijd zou moeten registreren. Het lijkt wel of ik achterloop, hoeveel vaart ik ook maak. De Friese Stoeltjesklok zonder batterijen loopt zes minuten voor en ik kan haar niet langzamer laten lopen omdat het wieltje van het gewichtje aan de slinger vastzit. De enige remedie is de klok zes minuten stil te zetten. Dan moet ik wel ingrijpen in het ritme van de Fries.
Gisteren besloot ik bij de tijd te blijven. Ik moest in de stad, ver van de Kloosterbunker, wat zaken regelen. Vier zaken. Ik had er drie uur voor uit getrokken. Na drie uur was ik weer in de Bunker en had een tevreden gevoel. Geen tijdverlies en ik was helemaal bij. Het beste zou zijn als ik harder ging dan de tijd, voor een korte wijl. Dan heb ik tijd in reserve, kan die inwisselen als ik het gevoel heb achter te lopen. Om weer bij te zijn. Dat gevoel is overigens heel persoonlijk en nauwelijks uit te leggen. Behalve mogelijk aan mijn kleinzoon die ooit een wedstrijd achteruitlopen won. Een beker is daar getuige van.
Nu is een fopspeen en relatief.
Moedig voorwaarts!
Michel Ball zegt
Als Boeddhist moet je toch weten
hoe lang een seconde duurt ?