Ik ging tanken. Bij onze dorpspomp was het druk. Ik sloot aan achter een grote zwarte Mercedes, type stationwagon. Het systeem bij de pomp is dat wie klaar is met tanken de auto een paar meter doorrijdt naar een parkeerplaatsje en dan gaat betalen. Zo komt de plek aan de pomp vrij voor de volgende.
Helaas, de bestuurder van de Mercedes liet zijn auto staan en ging op weg naar de kassa. Ik roepen: ‘Meneer, als u uw auto iets doorrijdt, kan ik erbij’. Van het antwoord ving ik alleen de woorden ‘even’ en ‘snel’ op. De spreker maakte daarbij met zijn arm een gebaar waarbij de elleboog mijn richting uit wees.
Na betaling kwam meneer Mercedes terug. Dat had inderdaad ‘even’ geduurd en was niet ‘snel’. Er was een wachtende voor hem. Mij negerend stapte meneer in zijn auto en reed weg. Ik werd herinnerd aan de definitie van macht die ik doorgaans hanteer: ‘het vermogen het gedrag van een ander te bepalen, zelfs tegen diens zin’.
Nadat ik op mijn verlate beurt getankt had, ging ik betalen. De kassabeheerder was, getuige zijn accent en uiterlijk, een immigrant uit zuid- of midden-oostelijke streken, met een prima beheersing van de Nederlandse taal. Hij had gezien wat er gebeurd was en barstte meteen los. ‘Zulke mensen rijden een grote Mercedes omdat ze zo onbeschoft zijn, anders word je nooit zo rijk. Als iedereen zich zo gedraagt, krijg je overal oorlog’. Terwijl ik betaalde, bespraken we het gebeurde verder. Bij het weggaan kreeg ik een stevige hand.
OK, klein voorvalletje, steekproef van 1 geval, maar wel een veelzeggende scène van betekenisgeving voor en door drie heren. Trouwens, ook erg leuk om te merken hoe een nieuwkomer een verstandiger kijk op waarden heeft dan een gevestigde.