Honderden tekeningen van figuren met verwrongen hoofden liggen ongeordend in een kast. De gezichten staren je aan, verbaasd, wanhopig, verwijtend. Hun lichamen bengelen er bij. De Rotterdamse beeldend kunstenaar Joost Blom (51) tekent de verwarring van het leven.
Soms zijn het enkele potloodlijnen, die het beeld maken. Dan weer wordt ook de omgeving geschetst waarin de figuur zich bevindt. De tekeningen zijn somber, maar ook fascinerend. Het lijden van die figuren, de onafwendbare dood, eenzaamheid, elke dag het soms moeilijke leven leven, het is indringend. Blom kijkt graag naar het werk en de levensloop van een van de belangrijkste Franse schilders aan het eind van de 19e eeuw, Paul Cézanne. Wiens werken in zijn eerste periode een sterk expressieve en donkere stemming ademden. Ook de sombere kleuren en gedrukte stemmingen in sommige schilderijen van Vincent van Gogh spreken hem aan.
Van Gogh greep naar de tekenstift als uitlaatklep voor opgehoopte spanningen nadat zijn maatschappelijke carrière dreigde te mislukken. Hij ontwikkelde een voorkeur om het leven van eenvoudige mensen uit te beelden. ‘Die schilders deden iets bijzonders met de tijd die ze hadden en waren heel gedreven. Bij Van Gogh herken ik de worsteling met de geest, de gekte,’ zegt Blom. De talloze inkttekeningen van de Japanse zenmeester Hakuin Ekahu raken Blom als zenboeddhist in het hart. Hij noemt ze uitbundig en indringend. ,,Hakuin gebruikte die tekeningen 250 jaar geleden als een direct middel om zen onder de aandacht van de Japanners te brengen. Het beeld als wervende boodschap. Dat maakt het zo bijzonder.”
De kunstenaar woont en werkt in de inspirerende omgeving van Tuindorp Vreewijk. Een rustig dorpje in een wereldstad. Met veel groen, karakteristieke woningen en mooie singels. In de vroege jaren van de vorige eeuw ontworpen door onder meer architect Berlage. Het bouwen van de tuindorpen stoelde op de gedachte dat het wonen in zo’n dorpsachtige omgeving een verheffende invloed zou hebben op het proletariaat, de arbeiders die er woonden. De woning van Blom is minimaal ingericht en weerspiegelt de materiële behoefte van de kunstenaar.
In 1992 studeerde Joost af aan de Academie voor Beeldende Vorming (ABV) in Tilburg. Een tekenleraar op de middelbare school inspireerde hem die opleiding te volgen. ,,In eerste instantie wist ik niet zo goed wat ik er mee aan moest, wat voor waarde zo’n opleiding voor mij had. Maar op de academie besefte ik dat ik als kunstenaar de mogelijkheid had om in mijn werken een absurde wereld te creëren. Ik wilde graag de waan van de dag vastleggen, de gekte van het leven. De conflicten tussen gewone mensen en machthebbers. Het uitvergroten van situaties waarin mensen verkeren of dingen zich afspelen, zonder daar als kunstenaar verantwoording voor af te hoeven leggen. Maar vooral wilde ik op mijn eigen manier scheppen, mij in mijn werk losmaken van gesettelde kunstopvattingen. Kunst staat voor vrijheid. Onder invloed van onder andere een leraar filosofie speelde de dood als thema een rol in de werken die ik op de academie maakte. Het einde en volgens het boeddhisme een begin fascineert me. Het is zo’n krankzinnig idee te weten dat je doodgaat. Wat haal je uit je leven, je kunt het zo verknallen. Later pas zag ik de vergankelijkheid in van mijn drang om te scheppen. Vanuit het niets ontstaat een beeld, dat leg je vast. Als het klaar is laat je het weer achter je. Zo gaat het ook in het normale leven, niets blijft. Het is altijd afscheid nemen.”
Joost Blom exposeerde na zijn afstuderen slechts één keer zijn werk in het openbaar, in de Katholieke Universiteit Tilburg. Vanaf dat moment leeft hij als kunstenaar redelijk teruggetrokken. De Rotterdammer richt zich tot nu toe helemaal op het maken van zijn tekeningen. Aan brede publieke belangstelling heeft hij geen behoefte. ,,Ik heb er ook schrik voor om anderen in exposities het werk te laten zien. Het tekenen is een zo intiem proces. Als ik met mijn werk naar buiten ga, gaat de buitenwereld zich er mee bemoeien. Dat vind ik moeilijk. Aan de andere kant besef ik dat ik mensen mogelijk veel plezier onthoud door zo teruggetrokken te zijn. Tot nu toe kan ik niet kiezen.”
Halffabricaten noemt hij ze, zijn tekeningen. Sommigen meten maar een paar vierkante centimeter. Hij legt vast zoals hij denkt dat mensen naar hun omgeving en leven kijken. Soms vol afschuw, dan weer met warmte, de nieuwe dag begroetend. Een mannenfiguur tussen drie paardenlijven, wie zoekt beschutting bij wie? Een moeder met een kind, liefdevolle bescherming biedend. Die tragische hoofden, die model staan voor de onrustige geest.
Joost wijst naar de vrijwel lege ruimte van zijn atelier. Er ligt een virtuele composthoop van twijfels, verwachtingen en zaken die gelukt zijn. Opgebouwd in jaren. Wie de hoop afgraaft komt de creatieve aarzelingen van kunstenaar Joost Blom tegen. Is mijn werk wel goed genoeg? Ga ik exposeren? Wanneer werk ik die halffabricaten verder uit? Ga ik in olieverf verder? Blom is een twijfelaar.
In het beoefenen van zazen vindt de kunstenaar rust en toegang tot creativiteit. Als hij op zijn kussentje zit leert hij om te gaan met verwarring. ,,Net als tekenen nodigt zen mij uit om me te concentreren, naar de essentie te gaan. Waakzaam te zijn, geen oude koeien uit de sloot te halen maar nieuwe wegen in te slaan. Zen is een palet met prachtige kleuren, zazen is het penseel, zo heb ik eens gehoord. Door te zitten wek ik heelheid op, er is geen oordelen meer en ga ik aan de slag. De lijnen komen vanzelf. Zazen heeft invloed op mijn tegenwoordige werk. Er zit meer warmte in, al is het eenzame karakter van de figuren die ik schets nog niet verdwenen. Maar ze zijn niet zo grimmig meer. Tegenwoordig heb ik er ook vrede mee dat sommige werken onaf zijn of een kapotte indruk maken Zo is het leven toch ook. De overeenkomst tussen zen en het kunstenaarschap is beseffen dat je leeft. Om je nu te uiten. Dat is vrijheid.”