De leer van Boeddha zit vol potentiële misverstanden en dingen die weliswaar dagelijkse taal gebruiken, maar geen dagelijkse logica volgen. De ‘middenweg’ is zo’n terrein vol verwarring. We beschrijven hem deze keer aan de hand van de zienswijzen die incorrect zijn: eternalisme en nihilisme.
Eerdere reflecties en adviezen uit “Boeddhisme in Perspectief”
Een mogelijk nuttig stukje leeswerk stond twee jaar geleden hier: https://boeddhistischdagblad.nl/boeddhisme/197985-boeddhas-to-be-or-not-to-be-quiz/ en dat is in zijn uitleg over eternalisme weer gebaseerd op https://boeddhistischdagblad.nl/achtergronden/32061-ontkennen-om-te-kunnen-groeien-anatman/ .
In aanvulling daarop kan ik het niet laten enige reclame te maken voor een recent beschikbare vertaling op de site van De 3 Juwelen; vrijelijk te downloaden maar ook via Lulu in print te bestellen. Want in de tekst van “Boeddhisme in perspectief: leer en methoden door de eeuwen heen” staan 2 stukken, geschreven door mijn leraar Sangharakshita toen ie pas 30 jaar oud was, die ons op weg helpen.
(Over afhankelijk ontstaan en wedergeboorte)
Wat is herboren? Zeggen dat het herboren ‘wezen’ identiek is aan het wezen dat net dood is, zou neerkomen op het uiterste van eternalisme. Zeggen dat hij niet identiek was, zou nihilisme zijn. De Boeddha vermijdt deze twee uitersten en onderwijst de middenweg, namelijk alleen de leer van geconditioneerde coproductie:
‘Als dit is, ontstaat dat; uit het ontstaan hiervan, ontstaat dat etc.’ Er vindt wedergeboorte plaats, maar in werkelijkheid wordt geen ‘wezen’ herboren. Deze toepassing van de pratitya-samutpada op het proces van wedergeboorte gaat zo sterk in tegen onze diepgewortelde gehechtheid aan de illusie van permanente individualiteit, dat het een van de moeilijkst te vatten ideeën is uit de boeddhistische leer. Het is zelfs intellectueel niet te begrijpen zonder zorgvuldige en onpartijdige studie en een zekere mate van meditatie.
En verderop:
De middenweg in hoogste zin is een synoniem voor het doeleinde van de ontwikkelingsweg –– Nirvana. Dit overstijgt zowel positieve als negatieve predicaten en kan worden gezien als een positie die ‘tussen’, of beter nog ‘boven’, de twee uitersten van bestaan en niet-bestaan staat. Metafysisch komt dit neer op een verwerping van zowel het eternalisme als het nihilisme, en hun familie van nakomelingen van verkeerde opvattingen.
Doctrines en methoden die een positie innemen tussen de conflicterende uitersten zijn de manifestaties, binnen hun eigen min of meer beperkte terreinen, en op hun eigen hogere of lagere toepassingsniveaus, van de middenweg in zijn hoogste, transcendentale aspect. Alle uitersten of eenzijdige opvattingen en praktijken zijn uitingen van ofwel het eternalisme ofwel het nihilisme, de twee basale verkeerde opvattingen. Binnen elk gebied van denken en handelen komen we ditzelfde triadische principe in een of andere vorm tegen. In elke fase van het spirituele leven worden we geconfronteerd met de noodzaak een keuze te maken tussen een van de twee uitersten, maar kunnen we eveneens het midden zien dat de tegenstelling verzoent door deze te overstijgen. Het volgen van het middenweg, in de zin van de term die samenvalt met de strekking van de vierde edele waarheid, de waarheid van het pad, bestaat in essentie uit het nemen van deze cruciaal belangrijke beslissing op steeds hogere niveaus van het bestaan. Op elk niveau worden de tegenstellingen verleidelijker, ‘spiritueler’, en het midden ongrijpbaarder en moeilijker waar te nemen. Uiteindelijk komt het neer op één keuze. Aan de rechterkant het eeuwigheidsdenken in zijn subtielste en meest principiële vormen: het absolute, zuivere wezen, de godheid, de goddelijke grond. Aan de linkerkant de archetypen van het nihilisme: vernietiging van de ziel in God, de oplossing van het lagere zelf in het hogere zelf, het samensmelten van de druppel in de oceaan. Tussen beide in en tegelijk erboven, zoals de volle maan tussen de heldere klaarte van de oostelijke en de westelijke sterren, staat de eigenlijke middenweg in al zijn zuiverheid, onaangetast door de schaduw van een positief of negatief concept.
Gevolgen van deze adviezen
Wat mij het meest inspireert aan deze 70 jaar oude analyses is dat het iets ongrijpbaar hoogstaands, het inzicht van de Middenweg, toch in taal probeert te vatten. Maar steeds weer benadrukt dat het ‘voorbij de woorden’ gaat, die Middenweg. Bij het eerste fragment, over wedergeboorte, is vooral belangrijk dat de extremen vermeden worden: nee het is geen totaal uitdoven want er gaat iets door naar de toekomst. Maar nee, dat is geen herkenbare en ongewijzigde ziel-van-Ujukarin-1.0 die als een soort geest indaalt in een nieuw lichaam en een tulku wordt. Want permanente individualiteit is een illusie…
En het 2e fragment benadrukt juist dat beide extremen je in de war brengen. Het extreem van ‘het samensmelten van jouw individuele ik in het geheel zoals een druppel met de oceaan samensmelt’ is negatief nihilisme. Maar ook het opgaan tot een goddelijk wezen, eternalisme, is negatief; het gaat uit van iets onveranderlijks, de Atman.
Boeddha leerde ons juist Anatman: het is niet enig permanent zelf (Atman) dat verlichting bereikt. Het is meer dat jijzelf getransformeerd wordt tot je verlichte en gelukzalige identiteit; in psychologische termen noemen we dat ook wel eens ‘veranderen van individualist in een waarachtig individu’. Ook die verlichte identiteit is zeker geen eenheidsworst, en je behoudt een aantal karaktertrekjes van je oude identiteit. Kijk maar eens hoe Boeddha’s discipelen zoals Saripoetra en Moggalana onderling van elkaar verschilden, of hoe je in de Gosinga soetra kunt zien dat iedere Verlichte recht heeft op zijn eigen weergave van de realiteit! Je kunt juist transformeren omdat je ‘oude’ ik maar ook de hele samsarische wereld onderhavig zijn aan vergankelijkheid: de Vorm, Gevoelens, Waarneming, Bedoelingen en Daden van bewustzijn oftewel de vijf Skandha’s waaruit ze bestaan zijn stuk voor stuk niet permanent. Zoiets permanents als een Atman kán dus gewoon niet volgens deze wet van vergankelijkheid.
De valkuilen
We moeten echter niet te ver doorschieten in het uitwerken van anatman, dus het ontkennen van eternalisme. Je kunt er ook in ‘doorschieten’ en alsnog niet je eigen groei helpen maar die blokkeren. Of het tegendeel, met de mond het boeddhisme belijden maar qua gedrag alsnog aan wat tegenstrijdige inzichten vasthouden. Ik zie geregeld drie valkuilen waarin medestudenten vallen rondom dit concept.
- Nihilisme in de zin van ‘Verlichting betekent uitdoven van mijn eigen oude zelf en een opgaan in de Universele Bodhicitta waarin wij allen meer en meer gelijk worden’. Het is misschien wel de meeste gevaarlijke valkuil omdat hij makkelijk ontstaat binnen een idealiserende relatie tegenover een Dharmaleraar/-res danwel een goede sangha – we kopiëren meer en meer van anderen maar verliezen daarbij niet alleen gaandeweg onze onverlichte identiteit maar elk stukje individualiteit! Zo gedragen we ons dus meer en meer als de onderdanen van de één of andere enge sekte…
- Nihilisme in de zin van ‘Er is geen God en alles is vergankelijk, dus meer dan het vergankelijke materiële is er niet echt. Nirvana is uitdoven van dat materiële, alles is gewoon Leegte en zinloos’.
Deze laatste valkuil ontstaat relatief makkelijk in het Westen vanuit een vrij negatieve/ontkennende geesteshouding, maar staat mijlenver van de Dharma af. Begrijpen van sunyata (Leegte) in Boeddhistische zin leidt je namelijk juist tot een erkennen hoe Vol van positieve energie en potentieel tot Wijsheid en Compassie het universum is, en tot een jezelf één voelen met het universum en alle wezens daarin.
Ook deze valkuil is niet uniek hedendaags. Candrakirti, een Indiaas wijsgeer en volgeling van Nagarjuna, oreerde reeds “Het is beter om in een vaststaand Zelf te geloven zo torenhoog als de berg Meroe dan een verkeerd inzicht te hebben in de leegte van het Zelf.” Dus volgens hem was valkuil 3) minder blokkerend dan valkuil 2), omdat je met 1) in ieder geval erkent dat er iets Groters is dan alleen maar het materiële. - Eternalisme, in de zin van ‘Ik wil verlichting bereiken toch ook wel een beetje voor mezelf’. Het aloude Atman concept dus dat via een achterdeur naar binnen sluipt. Je ziet het o.a. bij sommige volgelingen van het Vajrayanaboeddhisme, die de leringen van de Lama’s dat er geen persoonlijke verlichting bestaat en het tulku-concept niet voldoende diepgaand doorgronden.
En het mooie is dat je in deze valkuilen ook weer Boeddha’s Middenweg terugziet: hij ervoer, en leerde ons, juist een wijsheid die precies tussen Eternalisme en Nihilisme in ligt…
Concrete inspiratie
De Middenweg wordt vooral concreet gemaakt in wat hij niet is, maar weinig in wat hij wél is. Toch staat in bovenstaande tekstfragmenten wel wat duiding. Zoals De (..) overstijgt zowel positieve als negatieve predikaten en kan worden gezien als een positie die ‘tussen’, of beter nog ‘boven’, de twee uitersten van bestaan en niet-bestaan staat en maar kunnen we eveneens het midden zien dat de tegenstelling verzoent door deze te overstijgen.
Het voorbeeld dat ik wel eens gebruikt hebt betreft het besturen van een land of grote organisatie. Let wel: het gaat hier niet om het concrete voorbeeld en concrete taxatie waar de middenweg dan hoort te liggen, maar om het onderliggende denkmodel. Dat is toepasbaar ongeacht je eigen meningen over de voorbeelden. Bij dat besturen polariseren de betrokkenen vaak dat het een lieve lust is; denk maar aan een tekort aan betaalbare energie, de keuze op hoog niveau dat windmolens een deel van de oplossing zijn, maar op elke geplande locatie woest verzet van omwonenden wegens ‘horizonvervuiling’ of ‘schade aan de natuur’ of noem maar op. Een pappen-en-nathouden bestuurder kan slechts polderen tot er een verwaterd compromis ligt, wat binnen een mum van tijd weer tot discussies bij uitvoering leidt. Een staatsman (M/V) praat met beide partijen met een écht luisterend oor, en vindt een oplossing die de tegenstelling overstijgt. Bijvoorbeeld door de omwonenden allen mede-eigenaar te maken van de windmolens, met als stok achter de deur dat zonder windenergie hun rekening de komende 5 jaar zal verdubbelen.
Los van de concrete kanten van voorbeeld, want er zal altijd wel iets op aan te merken zijn, heb ik hiermee hopelijk duidelijker gemaakt wat bedoeld wordt met ‘de tegenstelling overstijgen’. Het gaat om begrijpen wat de extremen zijn, zoals eternalisme en nihilisme. En dan beide partijen ervan duidelijk te maken dat hun extreme mening op foute aannames gebaseerd is, maar dat hetzelfde geldt voor de tegenovergestelde mening! Vervolgens kan de Wijze, dat is dan maar even de equivalent in deze discussies van de staatsman (M/V), met alle betrokkenen op zoek naar een zienswijze waar een ieder zich achter kan scharen. Om maar weer het landsbestuur te pakken: een goede balans tussen privébezit en publieke taken. Zodat burgers beloond worden voor eigen initiatief, maar geen roofkapitalisme kunnen beoefenen ten koste van zwakkeren in de samenleving. Of een goede balans tussen vrijheid van meningsuiting en van religie versus mensenrechten voor álle burgers, en de humanistisch-boeddhistische voorschriften over Juiste Spraak; waar het uiten van jouw mening tot agressieve uitspraken naar anderen toe leidt, dan misbruik je vermoedelijk de vrijheid van meningsuiting. De Middenweg vermijdt alle extremen, inclusief eternalisme en nihilisme…
Geef een reactie