Hoewel het alweer ruim twee maanden geleden is dat ik schreef over mijn ervaringen als monnik in Thailand en ik ook al weer terug ben in de gematigde klimaatzone, heb ik toch het toetsenbord er maar weer bij gepakt. Ik kreeg ook positieve reacties op mijn eerdere verslagen, dus is het leuk om ook over de laatste twee maanden die ik februari en maart in Myanmar (Birma) en Thailand heb doorgebracht wat te schrijven. Beetje apart om dat te doen bij natte sneeuw in het Buddhas Weg klooster bij het Duitse Heidelberg waar ik momenteel verblijf, maar ook wel sfeervol.
Wat was er ook alweer aan voorafgegaan? In oktober 2016 ben ik na een wijding in de tempel in Waalwijk boeddhistische monnik geworden. Dezelfde maand ontmoette ik Duitse monniken in de Langesebold tempel. Onder wie de bhante Mokkhitta uit Hamburg die ik in november 2016 in Buddhas Weg heb opgezocht. Hij nodigde me uit op Tudong, welk idee voor mij zo aantrekkelijk was dat ik alleen al om die reden monnik gebleven ben. Tudong, het met minimale middelen rondtrekken, komt van lees het hier.
De tijd is aangebroken om de auto in te stappen en de wijde wereld in te trekken. De tassen worden ingeladen en op naar de nachtbus in Bangkok. De andere monniken vonden ons plan ook leuk en een monnik haalde voor mij slippers in mijn (grote) voetmaat terug bij een andere monnik. Ze zouden goed van pas komen. Nadat we Sayadaw (Myanmarees voor leraar) Bodhinana afgezet hadden bij een luchthaven rijden we door naar het langeafstand busstation. Voor het eerst zijn we, bhante Mokkhita uit Duitsland en ik, op onszelf op reis. En dat voelt alsof de school uit is.
De rit in de nachtbus werd betaald door de Israëlische Sayalay (acht precept nun) Sacca. Ze kwam er na haar diensttijd in het Israëlische leger tot haar verrassing achter dat ze niet in het stramien van de maatschappij mee hoefde te gaan om bijvoorbeeld moeder te worden. Ze leefde eerst in een gemeenschapje met twee Israëlische monniken ergens in de natuur om via via in Angthong te belanden. Ze wil graag in een volgend leven een man worden, beetje minderwaardig doel vind ik.
Omdat het niet zo makkelijk is om een gesprek tussen twee ge-ordineerden van verschillende sekse te organiseren heb ik haar daarover dan maar een brief overhandigd, dat mag wel hoewel het iets van kinder romantiek heeft. Met daarin een slechts een paar voorbeelden van vrouwen die wijzer, sneller van begrip waren als de mannen in hun omgeving. Bijvoorbeeld lees het hier. (5de persoon in de opsomming) en het grappige verhaal van de echtgenoot van een dorpshoofd, die meditatie instructies krijgt van de monniken die ze ondersteunt. Waarna ze die eerder dan hen volbrengt en een anagami (niet in de zintuig-werelden terugkerende) wordt. Ook kon ze de gedachten horen van de monniken en ze daardoor precies de goede ondersteuning geven. De monniken hadden dat natuurlijk door en gingen weg omdat zich voor bepaalde gedachten schaamden. De Boeddha zond ze echter terug met de opdracht die schaamte te gebruiken om die onbeschaamde gedachten te overwinnen, wat ze ook deden. Sayalay Sacca gaf me ook haar anti-muggennet wat later een keer goed van pas kwam.
Er rijdt maar één vervoermaatschappij direct op Mae Hong Son in Noord- Thailand. Met een luxe bus met massagestoelen.
Om 7 uur ’s ochtends komen we aan. Bhante Mokkhita blijkt hier welbekend te zijn. Driemaal kwam hij hier al als gewoon burger. Vandaag is het de tweede keer dat hij als monnik komt. Met de satellietfoto functie van Google maps heeft hij al de geschikte overnachtingsplekken gespot in de vallei die we ingaan, richting het bij backpackers welbekende bosklooster Wat Pa Tam Wua (waarover later meer). De open huisjes in het veld waar de boeren tijdens de middag rusten zijn heel geschikt om je tent in op te zetten. De boeren verwelkomen monniken van harte, als ze er al zijn.
Vanaf de bushalte gaat het, beiden blootsvoets, naar een café aan een meertje in het stadje. Daar laten we bagage achter en pakken nap en tas want het is tijd voor de eerste pindabat. De Ontwaakte (Boeddha) staat het de monniken toe om met behulp van bedelen aan voedsel te komen. Vandaar dat de bedelnap een onmisbaar bezit van een monnik is, waarzonder iemand niet ingewijd mag worden. Met de nap voor de buik dus rechtsaf de eerste straat in. Bij de eerste fruitverkoopster kregen we ieder al wat fruit in een plastic zakje. De volgende straat rechts bracht ons op een hoofdstraat. Voor ons liep een oude monnik in een redelijk shabby pij. Hij strooide af en toe kattenbrokjes rond voor de duiven. Zijn nap was wel voldoende gevuld, het deksel had hij doorboord en met een koord vastgemaakt. Zodat hij niet, zoals gebeurde, hoefde te bukken als het deksel van de nap gleed.
Na een paar zaken voorbij gelopen te zijn waar geen reactie kwam op onze aanwezigheid, kwamen we langs een hoekpand waar een restaurantje/bar in zat. Bhante Mokkhitta wachtte even, en nog wat langer, maar toen we gespot waren was er ineens veel beweging. De hele familie en een aangetrouwde Brit gaven alles wat we nodig hadden, rijst, curries, wat zoets toe. Zo waren we in twintig minuten in ons kostje voor die dag voorzien. Bij het teruglopen gaat de bedelnap onder de pij om aan te geven dat je geen gaven meer nodig hebt. Bij het meer aten we de giften op, om een uur of elf, mooi op tijd aangezien voor theravada monniken het na twaalf uur een ongepaste tijd is om nog een maaltijd te nemen. Daarna was het tijd voor Mokkhita om een stuk biografie over Achaan Chah te beluisteren op de smartphone. Achaan Chah is de grondlegger van alle westerse boskloosters in de Thaise traditie. Grappig genoeg luisterde hij precies naar de passage over dat hij zo’n tekort had aan stof om zijn pij te herstellen dat hij een versleten doek voor het schoonmaken van de voeten moest gebruiken om een scheur in zijn tot op de draad versleten pij te herstellen. Deze passage had ik ooit eens bij de Nederlandse bosmonnik Achaan Medhino in zijn kuti in Sri Lanka gehoord. Tijdens deze reis zouden mij nog veel van deze prettige toevalligheden en voorvallen overkomen. Zelf ging ik ging bij het meer wat op en neer te lopen, zo te zien werden we verder behoorlijk genegeerd, ik lette nog steeds op wat voor indruk ik, of westerse monniken maken op de bevolking.
Na deze pauze was het idee om de bepakking weer op te halen; op naar het klooster op de berg. Maar eerst werden we opgehouden door de schattige dochter van de eigenaar van deze bar. Vervolgens door een Nederlander die graag wilde praten over zijn net gestopte relatie, een klusje voor Mokkhita die vijf jaar geleden toevallig ook hier zijn stuk gelopen huwelijk aan het verwerken was. Een andere Nederlander die wilde weten wie we waren en wat boeddhisme inhield (klusje voor mij) en nog een belangstellende. Na ca. twee uur praten kregen we nog net voordat we werkelijk de heuvel naar het hooggelegen klooster op zouden gaan koel water aangeboden. De geefster stond achter me net precies op het moment dat ik zei dat ik wel wat water zou lusten…Moeilijk uit te leggen hoe welkom en dankbaar je voelt om zo in een streek ingehaald te worden.
Wordt vervolgd.
Piet Nusteleijn zegt
Arjan, met je laatste zin heb je heel goed uitgelegd wat “verlichting” is. “Je welkom en dankbaar voelen”.
Met groet.
Ariyadhammo zegt
Hoi Piet,
Dank je. Of het allen het al helemaal is… het is zeker op het pad erheen, tevredenheid en dankbaarheid.
Als ik nu ook nog niet ontevreden kan zijn als de omstandigheden minder zijn dan ben ik wellicht helemaal Ontwaakt. voor mentaal welzijn onafhankelijk van wat het leven je toewerpt. Of zo. Daar komen we t.z.t. vanzelf achter :-).