Thee en boeddhisme kennen een lange traditie die begint bij de Indiase monnik Bodhidharma. De legende vertelt dat Bodhidharma negen jaar lang op de Berenoorberg in meditatie met zijn gezicht naar de muur zat. Om dat hij het niet kon verkroppen dat hij telkens weer tijdens zijn meditatie in slaap viel, sneed hij in woede zijn oogleden af en smeet ze weg. Vanuit de oogleden groeide de theestruik.
Maar geen legende is dat tijdens de Tang-dynastie (618-907) monniken in boeddhistische kloosters tijdens hun soms uren durende meditaties thee dronken om wakker te blijven. Dit gebruik zou voor het eerst in het Lingyang-klooster op de berg Taishan zijn begonnen en zich van daaruit verbreid hebben. Dit is een traditie geworden die tot op heden ten dage nog steeds beoefend wordt en in Japan ‘Sarei’ heet..
Terwijl het bij de Japanse theeceremonie gaat om esthetiek en ritueel, gaat het bij de Chinese theeceremonie om proeven en smaken leren kennen. De Chinese theeceremonie zou je kunnen vergelijken met de Franse wijnproeverij, het gaat om thee leren waarderen, om geur, smaak en beleving. Tijdens de culturele revolutie in China is de theeceremonie in onbruik geraakt- het werd gezien als een bourgeoisie aangelegenheid en verdween uit het culturele leven. De laatste paar jaar is er weer een opleving en verschijnen de theemeesters uit hun anonimiteit en brengen de ethiek van deze tweeduizend jaar oude ceremonie weer tot leven. Veel theehuizen zijn weer geopend en de drie theescholen van China geven weer onderricht.
Het Zencentrum Bemmel wil deze vorm van theeceremonie meer bekendheid geven. Theezetten is een kunst en heeft de hand van een meester nodig om haar kwaliteiten naar voren te brengen. Het centrum heeft daarom theemeester P. Tjon Si Fat uitgenodigd om op zondag 18 september een Chinese theeceremonie te verzorgen. Deze is vrij toegankelijk, zei het dat er maar acht personen aan de ceremonie deel kunnen nemen, maar voor toeschouwers is het ook een belevenis. Voor meer informatie: