De uitgevers van het Boeddhistisch Dagblad wensen iedereen een gelukkig jaar toe. Een goede gezondheid, goede leefomstandigheden, werk en fijne familie. Wij danken de medewerkers van deze krant voor hun belangeloze inzet waardoor het mogelijk was de krant te maken zoals die in 2015 verscheen. Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
I Have a Dream
Martin Luther King, oorspronkelijk Michael Luther King, Jr. (Atlanta (Georgia), 15 januari 1929 – Memphis (Tennessee), 4 april 1968) was een Amerikaanse baptistendominee, politiek leider en een van de prominentste leden van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging.
King werd beroemd in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw dankzij zijn geweldloze verzet tegen de rassenscheiding in de Verenigde Staten. Tijdens de betoging in 1963 hield hij op de trappen van het Lincoln Memorial zijn legendarische toespraak “I Have a Dream”, waarin hij zijn hoop uitsprak dat mensen ooit op hun gedrag en niet op hun huidskleur beoordeeld zouden worden. Een jaar later kreeg hij de Nobelprijs voor de Vrede. In 1968 werd Martin Luther King op 39-jarige leeftijd doodgeschoten terwijl hij op het balkon van het Lorraine Motel in Memphis stond.
Voor velen is Martin Luther King een symbool voor de burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten gebleven. De derde maandag in januari is in de VS de Martin Luther Kingdag, een nationale feestdag, gewijd aan King en zijn gedachtegoed.
Ter gelegenheid van het begin van dit nieuwe jaar publiceren wij zijn beroemde speech. Voor neger mag de lezer naar willekeur iemand anders benoemen, vluchteling, asielzoeker, andere kleur. En Amerika kan gezien worden als de wereld. Het gaat ons om de essentie van de boodschap van King, die stond voor menselijkheid, rechtvaardigheid, empathie en mededogen. En vrijheid.
Washington, bij het Lincoln Memorial, 28 augustus 1963.
I have a dream, door Martin Luther King jr.
Ik ben blij vandaag bij jullie te zijn op de dag die de geschiedenis zal in gaan als de grootste demonstratie voor vrijheid ooit, in ons land. Vijf maal twintig jaar geleden tekende een groot Amerikaan, in wiens symbolische schaduw wij staan, de Proclamation of Emancipation. Dit gedenkwaardige decreet werd een groots baken van hoop voor miljoenen negerslaven die waren verschroeid in de vlammen van een verwelkend onrecht. Het was als de vreugdevolle ochtend na de lange nacht van gevangenschap.
Maar honderd jaar later moeten we het tragische feit onder ogen zien dat de neger nog steeds niet vrij is. Honderd jaar later wordt het leven van de neger nog altijd droevig beperkt door de handboeien van rassenscheiding en de ketenen van discriminatie. Honderd jaar later leeft de neger op een eenzaam eiland van armoede te midden van een grote oceaan van materiële welvaart.
Honderd jaar later verkommert de neger nog altijd in de uithoeken van de Amerikaanse maatschappij en bevindt hij zich in ballingschap in zijn eigen land. Daarom zijn we vandaag hier samengekomen, om een afschuwelijke toestand te benadrukken. In zekere zin zijn wij naar onze nationale hoofdstad gekomen om een cheque te innen. Toen de ontwerpers van onze republiek de prachtige woorden van de Grondwet en de Onafhankelijkheidsverklaring schreven, ondertekenden ze een promesse waarvan elke Amerikaan erfgenaam zou worden. Deze belofte was een belofte die alle mensen het onbetwistbare recht zou garanderen op leven, vrijheid en het najagen van geluk. Het is nu overduidelijk dat Amerika haar verplichting niet nakomt wat betreft haar gekleurde burgers.
In plaats van deze heilige verplichting na te komen, heeft Amerika de negerbevolking een waardeloze cheque overhandigd; een cheque die wordt geretourneerd met de opmerking ‘ontoereikende fondsen’. Maar we weigeren te geloven dat de bank van gerechtigheid failliet is. We weigeren te geloven dat er ontoereikende fondsen zijn in de grote kluizen van mogelijkheden van dit land. Dus zijn we gekomen om deze cheque te innen, een cheque die ons na inning de rijkdom van vrijheid geeft en de veiligheid van gerechtigheid. Wij zijn tevens naar deze aanbeden plek gekomen om Amerika te herinneren aan de heftige noodzaak van nu. Er is geen tijd om rustig tot bedaren te komen of de verdovende drug der geleidelijkheid te slikken.
Nu is het moment om de belofte van democratie na te komen. Nu is het moment om uit de duistere en dorre vallei van rassenscheiding te trekken naar het zonovergoten pad van raciale gerechtigheid. Nu is het moment om alle kinderen van God een kans te geven. Nu is het moment om ons land uit het moeras te tillen van raciale ongerechtigheid op de solide rots van broederschap. Het zou fataal voor het land zijn de uiterste noodzaak hiervan over het hoofd te zien en de vastberadenheid van de neger te onderschatten.
Deze verzengende zomer van de legitieme onvrede van de neger zal niet voorbijgaan tot er een stimulerend najaar aanbreekt van vrijheid en gelijkheid. Negentien drieënzestig is geen einde maar een begin. Diegenen die hopen dat de neger stoom moest afblazen en nu tevreden zal zijn, zal ruw wakker geschud worden als het land terugkeert naar hoe het vroeger was. Het zal rustig noch stil in Amerika zijn tot aan de neger zijn burgerrechten zijn verleend. De wervelwinden van opstand zullen de grondvesten van ons land doen schudden tot de schitterende dag van gerechtigheid opdoemt. Maar er is iets wat ik mijn mensen moet zeggen die op de warme drempel staan die ons het paleis van gerechtigheid binnenleidt.
Tijdens het verkrijgen van onze rechtmatige plaats moeten we ons niet schuldig maken aan foute daden. We moeten er niet op uit zijn uit dorst voor vrijheid uit de beker van bitterheid en haat te drinken. We moeten onze strijd voeren vol waardigheid en discipline. We moeten niet toelaten dat ons creatieve protest vervalt in lichamelijk geweld. Steeds weer moeten we reiken naar de majestueuze hoogten waarin lichamelijk geweld wordt tegemoet getreden met de kracht van de ziel.
De wonderbaarlijke nieuwe strijdlust die de negergemeenschap heeft overspoeld mag niet leiden tot een wantrouwen van alle blanke mensen, want velen van onze blanke broeders, zoals blijkt uit hun aanwezigheid hier vandaag, zijn tot het besef gekomen dat hun lot is verbonden met ons lot en hun vrijheid onlosmakelijk is verbonden met onze vrijheid. We kunnen niet alleen lopen.
En terwijl we lopen, moeten we de plechtige belofte afleggen dat we door zullen gaan. We kunnen niet terugkeren. Er zijn mensen die de aanhangers van burgerrechten vragen: ‘Wanneer zijn jullie tevreden?’ We kunnen nooit tevreden zijn zolang de neger het slachtoffer is van onuitsprekelijke gruweldaden door wangedrag van de politie. We kunnen nooit tevreden zijn zolang onze lichamen, dodelijk vermoeid van het reizen, geen onderkomen kunnen krijgen in de motels langs de snelwegen en in de hotels in de steden. We kunnen niet tevreden zijn zolang de neger alleen maar kan verhuizen van een klein naar een groot getto.
We kunnen nooit tevreden zijn zolang een neger in Mississippi niet kan stemmen en een neger in New York gelooft dat hij niets heeft om voor te stemmen.
Nee, nee, we zijn niet tevreden en we zullen niet tevreden zijn tot gerechtigheid en rechtvaardigheid ons deel zullen zijn. Ik ben niet vergeten dat sommigen van u hier zijn gekomen na grote beproevingen en onheil. Sommigen van u komen net uit benarde gevangeniscellen. Sommigen van u zijn uit gebieden gekomen waar uw zoektocht naar vrede u geslagen heeft achtergelaten door vervolging, en wankelend door wreedheden van de politie. U bent de veteranen geweest van creatief lijden. Blijf doorgaan in de overtuiging dat onterecht lijden bevrijdend is. Ga terug naar Mississippi, ga terug naar Alabama, ga terug naar Zuid-Carolina, ga terug naar Georgia, ga terug naar Louisiana, ga terug naar de krottenwijken en getto’s van onze noordelijke steden, in de wetenschap dat op de een of andere manier deze situatie kan en zal veranderen. We moeten ons niet overgeven aan wanhoop.
Ik zeg u vandaag, mijn vrienden, dat ondanks de moeilijkheden en frustraties van nu, ik nog altijd een droom heb. Het is een droom die ferm geworteld zit in de Amerikaanse droom. Ik heb een droom dat op een dag dit land zal verrijzen en zal leven naar de ware betekenis van haar credo: ‘Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend; dat alle mensen gelijk geschapen zijn.’
Ik heb een droom dat op een dag op de rode heuvels van Georgia de zonen van vroegere slaven en de zonen van vroegere slavenhouders naast elkaar kunnen zitten aan de tafel van broederschap.
Ik heb een droom dat op een dag zelfs de staat Mississippi, een woestijnstaat die verzengt in de hitte van ongerechtigheid en onderdrukking, omgevormd zal worden in een oase van vrijheid en gerechtigheid.
Ik heb een droom dat mijn vier kleine kinderen op een dag in een land zullen leven waar ze niet zullen worden beoordeeld op de kleur van hun huid maar op hun karakter.
Ik heb een droom vandaag.
Ik heb een droom dat op een dag de staat Alabama, waar de mond van de gouverneur op dit ogenblik vol is van woorden als interventie en nietigverklaring, omgevormd zal worden in een plaats waar kleine zwarte jongens en zwarte meisjes hand in hand kunnen gaan met kleine blanke jongens en blanke meisjes en samen kunnen lopen als broeders en zusters.
Ik heb een droom vandaag.
Ik heb een droom dat op een dag elke vallei omhoog zal komen, elke heuvel en elke berg klein gemaakt zullen worden, de dichtbegroeide plaatsen tot vlakten zullen worden, en de scheve plaatsen recht zullen worden gemaakt en de glorie van de Heer onthuld zal worden en al wat van vlees en bloed is dit tezamen zal zien. Dit is onze hoop. Dit is het geloof waarmee ik naar het zuiden van de Verenigde Staten terugkeer. Met dit geloof zullen we in staat zijn een kiezelsteen van hoop te houwen uit de berg van wanhoop. Met dit geloof zullen we m staat zijn de schetterende wanklanken van ons land om te vormen tot een prachtige symfonie van broederschap. Met dit geloof zullen we in staat zijn samen te werken, samen te bidden, samen te vechten, samen naar de gevangenis te gaan, samen op te komen voor vrijheid in de wetenschap dat wij op een dag vrij zullen zijn.
Dit zal de dag zijn dat alle kinderen van God met een nieuwe betekenis zullen kunnen zingen:
‘Mijn land, het is van u
Zoet land van vrijheid
Over u zing ik:
Land waar mijn vaders stierven
Land waarop pelgrims trots zijn,
Laat van elke berghelling
Vrijheid klinken.’
En als Amerika een grote natie wil zijn, dan moet dit waarheid worden. Dus laat vrijheid klinken vanaf de enorme heuveltoppen van New Hampshire. Laat vrijheid klinken vanaf de machtige bergen van New York. Laat vrijheid klinken vanaf de hoogten van de Allegheny Mountains in Pennsylvania! Laat vrijheid klinken vanaf de besneeuwde toppen van de Rocky Mountains in Colorado! Laat vrijheid klinken vanaf de weelderige pieken van Californië!
Maar niet alleen dat; laat vrijheid klinken vanaf Stone Mountain in Georgia! Laat vrijheid klinken vanaf Kaap Lookout in Tennessee! Laat vrijheid klinken vanaf elke heuvel en molshoop in Mississippi. Vanaf elk berghelling, laat vrijheid klinken.
Wanneer we vrijheid laten klinken, wanneer we het van uit elk dorp en elk gehucht van uit elke staat en elke stad laten klinken, zullen we in staat zijn de dag te bespoedigen waarop alle kinderen van God, zwarte mensen en blanke mensen, joden en niet-joden, protestanten en katholieken, de handen ineenslaan en de woorden zingen van de oude gospelsong van de negers: Eindelijk vrij! Eindelijk vrij! Dank God almachtig, wij zijn eindelijk vrij!
Hans van Dam zegt
Vluchtelingen toelaten is xenofoben wegjagen.
Kinderen beschermen is pedofielen opjagen.
Slaven bevrijden is meesters beknotten.
What shall I dream.
teska seligmann zegt
Van een wereld waar de slavendrijvers ook bevrijd zijn, waar de xenofoben niet meer bang zijn, waar de pedofielen worden opgenomen én de kinderen worden beschermd. Als
Nic Schrijver zegt
Wat een droom !
Joppe zegt
Wauw, wat een speech. Dank voor het plaatsen.
teska seligmann zegt
Van een wereld waar de slavendrijvers ook bevrijd zijn, waar de xenofoben niet meer bang zijn, waar de pedofielen worden opgenomen én de kinderen worden beschermd.