In het overwegend boeddhistische Birma dreigen een Nieuw-Zeelander en twee Birmezen tot langdurige gevangenisstraffen veroordeeld te worden wegens het overtreden van een wet die de boeddhistische religie en het gedachtengoed van de Boeddha moet beschermen. De mannen, eigenaar en managers van een bar, beeldden op een poster op Facebook de Boeddha af met een hoofdtelefoon, om reclame te maken voor een gezellige avond in hun bar. De Birmese regering staat onder druk van een extremistische boeddhistische beweging, die een eind wil maken aan dit soort uitingen. Ook in andere –Aziatische- landen roeren boeddhisten zich en gaan andersdenkenden soms letterlijk te lijf. In het liberale Westen worden nog geen brandstapels opgericht om mensen met een Boeddha als tuinkabouter tot de orde te roepen. Wereldwijd is er een beweging gaande om kritiek op god- waaronder de ontkenning van het bestaan van een scheppende god, wat gezien wordt als godslastering, strafbaar te stellen en zelfs te verbieden.
Guillaume Plas is oud-hoofdcommissaris van politie in België en auteur van vier boeken over onder meer recht en ordehandhaving. Hij vindt dat blasfemiewetten, het strafbaar stellen en verbieden van kritiek op godsdiensten – godslastering- , onzinnig zijn en een aanslag op de vrije meningsuiting en anti-democratisch. Hij schreef onderstaand artikel –‘waarvoor ik in de tijd van de inquisitie levend verbrand zou zijn op de brandstapel-‘. Hieronder volgt een korte samenvatting van zijn tekst met onderaan een verwijzing naar het hele artikel.
‘Bijna alle landen hebben nog blasfemiewetten en het katholieke Ierland heeft de kritiek op God, godsdiensten en profeten uitgebreid en strafbaar gesteld met een boete van 25.000€. Dat is natuurlijk niet te verbazen in een land waar de katholieke kerk via katholieke politici de macht uitoefenen en de mensen het zwijgen opleggen.’
Godslastering in het canoniek recht
“Wie in een publieke voorstelling of voordracht of in een publiek verspreid geschrift of anderszins bij het gebruik van sociale communicatiemedia een godslastering uitspreekt of de goede zeden ernstig schendt, of jegens de godsdienst of de Kerk beledigingen uit of tot haat of verachting aanzet, dient met een rechtvaardige straf gestraft te worden”.(Codex art.1369). Men spreekt van godslastering volgens de catechismus van de katholieke kerk, wanneer iemand de naam van God, van Jezus Christus, van de Maagd Maria en van de heiligen beledigend gebruikt. Tacitus noemde de christelijke leer: “exitiabilis superstitio”, verderfelijk bijgeloof. Hij sprak de waarheid, hij is dus een blasfemist.’
Wat is een blasfemist?
De politieke Amerikaanse leider en jurist, R.G. Ingersoll geeft daarop het volgende antwoord: Blasfemie is een scheldnaam door bijgeloof op gezond verstand geplakt. Wie religie onderzoekt, zoals hij ieder terrein van wetenschap onderzoekt, wordt blasfemist genoemd. Wie ook maar een priester tegenspreekt; wie ook maar de onbeschaamdheid heeft zijn eigen verstand te gebruiken; wie ook maar moedig genoeg is zijn eerlijke opinie uit te spreken, is een blasfemist. (1)
Elke godsdienst of sekte heeft zijn eigen opvatting over blasfemie, dat geldt ook voor landen die blasfemiewetten uitvaardigen
De strafrechtelijke bepaling van godslastering, als rechtsbegrip, als blasfemiedelict, verschilt van het ene land tot het andere. De sekten (godsdiensten), hebben geen bepaling van godslastering die geldt voor alle sekten of godsdiensten. Zij hebben ieder hun eigen God en religie, met verschillende geboden en verboden. De God van het Oude Testament, het Nieuwe Testament of de Koran, zijn schijnbaar niet dezelfde. Elk heilig boek is het woord van God of geïnspireerd door God. Waarom zijn er dan drie heilige boeken, waarin God tegenstrijdige criminele geboden oplegt, de ene onzinniger en gruwelijker dan de andere? Wel hebben Jahweh, Allah, Jezus en Mohammed één gemeenschappelijk leerstelling: ongelovigen moeten gedood worden en eeuwig branden in de hel, als we niet in hen geloven. Dat staat in de drie heilige boeken. Men mag de naam van God niet misbruiken, dat is blasfemie, maar als God zegt wie men moet doden, kan dat toch geen misbruik zijn van zijn naam? De onfeilbare Paus Franciscus zei in een moment van geestesdwaling, dat ook de atheïsten toegang krijgen tot de christelijke hemel. De dag daarop corrigeerde het Vaticaan, deze blasfemische dwaling: “Atheïsten gaan wel naar de hel”. (27.5.2013 -nieuwsblad.be). Hier wordt de christelijke hel van Jezus bedoeld, niet die van Allah. De onfeilbare Paus had het Evangelie ondermijnd. Dat is blasfemie.’
Om godslastering strafbaar te stellen moet men eerst bewijzen dat God bestaat
In veel Europese landen is godslastering strafbaar: Denemarken, Finland, IJsland Italië, Griekenland, Spanje, Zwitserland, Duitsland, Frankrijk (in Alsace-Moselle), Ierland, enz. Atheïsten, humanisten en vrijdenkers riskeren de doodstraf in 13 landen.(33) Er is geen sprake van “godenlastering”, in de Europese strafwetboeken, maar alleen van “godslastering”. De strafwetboeken bevestigen daardoor het bestaan van 1 god. Zij beschermen het monotheïsme. Daarom wordt God in het enkelvoud geschreven; met een hoofdletter. Deze strafwetboeken worden zo “omgetoverd tot canoniek recht of theologisch recht”, om godslastering strafbaar te maken, via het parlement.
Actori incumbit probatio (Wie iets beweert, moet het bewijzen)
God bestaat, volgens de strafwetboeken van vele Europese landen, maar de beschermde God wordt niet beschreven, dat zou blasfemisch zijn. Hoe kan men blasfemeren tegen een immateriële, onbeschrijfbare, onzichtbare, onveranderlijke, onnoembare God, een pure geest volgens Johannes (4.24), en een geest heeft geen vlees en beenderen volgens Lukas (24:39). God is dus lichaamloos, een spook, een schim, een schrikbeeld, dat ergens ronddwaalt in het heelal. Niemand heeft ooit kunnen bewijzen dat van al de goden door de mensen hebben uitgevonden er ook maar één bestaat, zelfs de Paus niet. Het is moeilijk te bewijzen dat het “onbestaande” niet bestaat. Henk Lomax vraagt zich af of je feitelijk wel iets kunt lasteren dat niet bestaat.(34) Rinus Antonisse vraagt zich ook af, of er wel sprake kan zijn van godslastering, aangezien het bestaan van een hogere macht nimmer is bewezen.(35)
Wat moet de procureur en de rechter bewijzen om godslastering strafbaar te stellen?
Constitutieve elementen van het obscurantistische blasfemiedelict
1° De bewijslast rust bij de procureur (Openbaar Ministerie). Zonder God kan er geen godslastering bestaan, zoals er zonder koning geen koninkrijk kan bestaan. Als de procureur iemand vervolgt en beschuldigt van godslastering moet hij ook bewijzen dat God bestaat. (actori incumbit probatio). God vormt het hoofdzakelijk constitutief element van het misdrijf. Zelfs de Paus kan dat bewijs niet leveren, hoe zou de procureur of de rechter het dan kunnen? En als zij het niet kunnen, moeten ze vrijspreken wegens twijfel over zijn bestaan.
2° Bij twijfel spreekt men vrij (in dubio pro reo) – vermoeden van onschuld
Een ieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan, en heeft recht op een eerlijk proces. (6.2 EVRM). Zolang er niet bewezen is dat God bestaat, kan de schuld in rechte niet vaststaan. Iemand is onschuldig, zolang het bewijs van zijn schuld niet onomstotelijk is geleverd. En waar is dat onomstotelijk bewijs dat God bestaat? Een eerlijk proces eist dat de rechter zijn vonnis ook motiveert. Aangezien niemand het bestaan van God kan bewijzen, is het totaal onzinnig, dat de rechter zijn vonnis beperkt tot: “aangezien de feiten bewezen zijn”, wat het bestaan van God impliceert, zonder enig bewijs. Dat vonnis is niet gemotiveerd. Zonder God is godslastering, onmogelijk. God bestaat niet, tot het bewijs van het tegendeel is geleverd. Dat is de taak van de procureur. Richard Dawkins zegt: “blaspyhemy is a victimless crime”. Het algemeen rechtsbeginsel “in dubio pro reo”, (bij twijfel wordt de beschuldigde vrijgesproken) wordt geëerbiedigd in alle rechtszaken, behalve voor blasfemiedelicten. De rechter die veroordeelt voor godslastering, is dus overtuigd dat God bestaat, zonder daarvan het bewijs te hebben. Hij gedraagt zich dan als een “canonieke rechter”, niet als een onpartijdige rechter. Een onpartijdige rechter neemt niet a priori aan dat er een god bestaat. Dat is vonnissen op basis van “geloof”, niet op basis van “feiten” die bewezen zijn. Deze rechters vonnissen niet in rechte, maar “in superstitio”. Zij passen geen recht toe, maar Bijbels bijgeloof. Zij schenden art. 6.2° EVRM. Dat is een oneerlijk proces, onwaardig in een democratische rechtstaat.
Rechten van de verdediging
De beschuldigde kan geen getuigen à decharge laten verhoren, noch de benadeelde partij, aangezien hij God niet kan dagvaarden om te weten of deze zich al dan niet beledigd voelt. (Art. 6.3 EVRM) Het is toch alleen God, die daarop kan antwoorden, niet de procureur of de rechter? En de procureur handelt zonder hoedanigheid, namelijk een (procuratie) van God om hem te vertegenwoordigen wegens godslastering. De procureur eigent zich het recht toe God te vertegenwoordigen, dat is godslasterend. Hij vertegenwoordigt hier niet de Staat, omdat die ook geen procuratie heeft God te vertegenwoordigen. De rechtsvordering is dus onontvankelijk. God is betrokken in het geding als benadeelde partij, maar is afwezig. Maar is hij wel een benadeelde partij? Dat beweert de procureur in Zijn naam, zonder enig bewijs.
“De procureur kleineert God en blasfemeert, als hij denkt dat God zich beledigd voelt op dezelfde wijze als zijn schepsels zich beledigd voelen en dat Hij deze nodig heeft om hem te beschermen.
Dat is God zijn goddelijkheid afnemen, zijn bovenmenselijk statuut ontkennen, hem gewoon gelijkstellen met zijn achterbakse schepsels. Ronald van Raak zegt: God heeft geen wettelijke bescherming nodig, als God werkelijk bestaat, is hij zijn eigen rechter.(SP.NL -17.3.2013). De rechter die veroordeelt wegens godslastering, eigent zich de taak van God toe en spreekt een “vernederend en godslasterend vonnis” uit. De verdediging kan Hem niet dagvaarden om te weten of Hij zich beledigd voelt, omdat niemand weet waar dat spook woont en het nooit heeft gezien. Dat schendt de essentiële rechten van de verdediging en is strijdig met het recht op een eerlijk proces (de onmogelijkheid getuigen of de vermoedelijke beledigde (God), te verhoren à charge of à decharge (art. 6.3, d EVRM)
De vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst (art. 9 ERM)
Aan de ongelovige wordt het recht ontzegd, het bestaan van God te ontkennen. Daardoor creëert men een opiniedelict en schendt men totaal de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, beschermd door art. 9 EVRM. In vele moslimlanden riskeert men de doodstraf, louter omdat men atheïst is. Dat staat gelijk met de ontkenning van Allah. (36) Rusland stemde onlangs een blasfemiewet (tot 3 jaar gevangenis) voor schending van het “religieus gevoel”. Het ene religieus gevoel is echter het andere niet. Het verschilt van de ene sekte tot de andere. Blasfemiewetten zijn in opgang. De organisatie voor islamitische samenwerking (O.I.S -57 moslimlanden), eist een wereldwijd blasfemieverbod. Lees daarover “Vrijheid van mening steeds meer gekortwiekt” van Ph. Van den Abeele (23.3.2011. Nieuw Pierke). Zouden gelovigen eens willen antwoorden op de vraag van Bart Klink: Waarom zouden gelovigen wel expliciet beschermd moeten worden tegen uitlatingen die zij als beledigend of kwetsend ervaren, maar ongelovigen niet? Is het niet hoogst aanmatigend om te denken dat ongelovigen blijkbaar niets hebben dat hen ten diepste dierbaar is en dat expliciet wettelijk beschermd dient te worden?(37)
Lees het hele artikel van Guillaume Plas hier
Jan de Ruiter zegt
OK, sorry, maar dat is dus duidelijk geen Boeddhisme. Boeddhisme probeert ons vrij te maken van attachements, grijpen en greed. Niet ons eraan te hechten …
Helen zegt
Stop met dromen. Het boeddhisme bestaat niet. Net zoals christenen niet handelen in de geest van Christus. Handelen boeddhisten ook niet in de geest van Boeddha. Christus en Boeddha zijn wel de geestelijke vaders maar niet de stichters van de religies. En zelfs de Boeddha was een kind van zijn tijd (hield rekening met) door in eerste instanties een vrouw te weigeren non te worden.
Kees Moerbeek zegt
Ik zou niet alle boeddhisten en christenen over een kam willen scheren, Helen :-) Iedereen is per definitie kind van zijn/haar tijd :-)
guillaume zegt
Helen je moet eens de 4 Evangeliën lezen. U weet er werkelijk niets van, tenzij wat je las in je hoorde in de kerk. “Je zegt dat we moeten handelen in de Geest van Christus”, wel zie hierna hoe je moet handelen en wat je moet doen volgens deze (mythische Jezus).
Deze dictatoriale goeroe Jezus zegt: “Doch deze mijne vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen koning zou zijn, brengt ze hier en slaat ze hier voor mij dood.(Lukas 19,27). En dit gezegd hebben, reisde Hij voor hen heen, en ging op naar Jeruzalem. (Lukas 19,27-28)
Jezus zegt: De slaaf, die de wil van zijn meester kent, maar die zich niet volgens zijn wil heeft voorbereid of gehandeld, hij zal veel slaag krijgen, zo hij hem echter niet kent, en dingen doet, die slaag verdienen, zal hij slechts weinig slaag krijgen (Lukas 12, 43-48).
Jezus zegt: Neemt dus het talent van hem af, en geeft het aan hem, die de tien talenten heeft. Want wie heeft, aan hem zal worden gegeven, en hij zal overvloed hebben, maar wie niet heeft, hem zal ook nog ontnomen worden wat hij bezit. Werpt den onbruikbare knecht (slaaf) naar buiten de duisternis in, daar zal geween zijn en geknars der tanden (Mattheus 25,21-30 zie talenten)
Kijk eens op © www. bandoli.no – Heeft een historische Jezus bestaan (Jim Walker), en zoek op Jezus “mythe” dan zul je weten dat het een fabel is, zoals sommige Pausen hebben gezegd ook weten dat in het Vaticaan er weinig kardinalen en bisschoppen zijn die dat niet weten (Zij geloven niet in deze mythe zoals de hoofdexorcist van het Vaticaan het verteld)
Jezus zegt: Ik ben gekomen om vuur op de aarde te brengen, en hoe wens ik dat het reeds brandt (Lukas 12,49) Hij dreef de duivels uit (1-38). Jezus zegt: Denkt gij dat ik vrede ben komen brengen op aarde? Neen zeg ik U, wel verdeeldheid. Want van nu af zullen er vijf in één huis verdeeld zijn, drie tegen”n twee, en twee tegen drie. De vader zal verdeeld zijn tegen de zoon, en de zoon tegen den vader, moeder tegen dochter, en dochter tegen moeder, schoonmoeder tegen haar schoondochter, en schoondochter tegen haar schoonmoeder (Lukas 12;49- Paus Leon X (1475-1512) zei: ” Men weet, sinds onheuglijke tijden, hoeveel deze fabel van Jezus Christus voor ons en onze naasten winstgevend is geweest. (Quantum nobis nostrisque ea de Christo fabula profuerit, satis est omnibus seculis notum.]. De paus Paulus III (1534-1549) zei aan de hertog Mendoza (Ambassadeur van Spanje): Aangezien ik geen enkel bewijs vond van de historische realiteit van Jezus Christus, van de christelijke legende, was ik verplicht te concluderen dat het nog een mythische Zonnekoning meer is. (Les lourds secrets du Golgotha – Robert Ambelain). Het is dus nuttig dat de mensen
•
guido zegt
De serieuze wetenschap ontkent het bestaan van de historische Jezus allang niet meer hoor.
Verder:deze citaten zijn selektief gekozen..lees de hele stukken maar waaruit deze citaten geplukt zijn, krijg ik toch echt een ander gevoel bij.
Adi Ichsan zegt
Wat in het Westen niet gezien wordt, door de predominante aanwezigheid van het Newtoniaanse en Cartesiaanse wereldbeeld, is dat door het grootste deel van de aardebevolking nog steeds ervaren wordt dat geloof de essentie van het korte bestaan op de aarde is. Dit hangt samen met het feit dat voor de meerderheid van de wereldbevolking ziekte, dood, vernedering en onderworpenheid, zelfs voor pasgeborenen, de enige realiteit van het bestaan is. Het overstijgen van de wereldse ellende kan alleen gevonden worden in de persoonlijke belevenis van spiritualiteit en religie, waarbij een hoger gemeenschappelijke doel gevonden kan worden – los van iemands sociale status en economische klasse. Slechts in de spiritualiteit en religie kunnen velen het nut van het bestaan bevestigd zien: dat er een onzichtbaar en hoger doel in dit leven bestaat naast de lagere menselijke conditie van verderf, dood en uitbuiting.
Voor gemeenschappen waarbij spiritualiteit en religie de enige mogelijkheid is om zich ideologisch niet te hoeven confirmeren aan de hegemonie van materialisme, consumentisme en mondiaal kapitalisme, vormen religieuze symbolen de essentie van het bestaan. Dat wil zeggen dat hun mens zijn pas erkenning krijgen in de acceptatie en respectbetoon door anderen voor hun religieuze symbolen, dit wordt ook verwacht van de dragers van de heersende ideologie van het Westerse culturele erfgoed. Dit betekent dat voor de meeste niet-westerse culturen god/geloof- laster ervaren wordt als de ontkenning van hun existentiële identiteit en bevestiging van de onderworpenheid van hun eigen culturele gemeenschap ten opzichte van het westerse. Als je deze gedachtegang verder doortrekt dan betekent dit ook de bevestiging van de eurocentrische culturele hegemonie over de rest van de wereld.
Het onvermogen om dit te begrijpen is mede oorzaak waarom westerse autoriteiten er zoveel moeite hebben om kansloze (allochtoon en autochtoon) jongeren te beletten om in rechts radicalisme (nationalisme en religie) te belanden. Het motief om zich niet te willen confirmeren aan de heersende ideologie wordt niet herkend. Wij moeten begrijpen dat er geen absolute begrippen zijn in gemeenschappen van mensen, dat begrippen uiteindelijk gevormd worden door maatschappelijk consensus en de strijdende ideologische krachten in de maatschappij. Willen wij vrede en ordelijkheid in de wereld vestigen, dan zullen wij moeten kiezen om de vrijheid van meningsuiting te beperken tot de waardigheid en respect voor de keuzes van een ander, inclusief de religieuze keuze van die persoon: de symbolen en de rituelen. Als wij dat niet doen, betekent het in essentie dat je de overheersing van de westerse denkwijze boven die van de rest van wereld onderstreept. Wanneer we de consensus hebben dat geloof -dus de persoonlijke waardigheid van de mens- beschermd moet worden dan moeten we ook durven om geloofslaster strafbaar te stellen.
Voor een Vipassana boeddhist moet deze gedachtegang makkelijk te volgen zijn omdat wij, door de leer van de 4 Perversies (Vipallasa) weten dat de werkelijkheid slechts relatief is – het wordt door willen en niet-willen (Bhava en Abhava) gevormd- en dat tolerantie en acceptatie van andersdenkenden voor het bewaren van vrede en niet-haatdragendheid essentieel is voor je eigen innerlijke zuiverheid (Vimutti). Dus laat een gelovige a.u.b. in zijn/haar eigen waardigheid en leg de vrijheid van meningsuiting niet op aan anderen. Moge 2015 veel heilzaamheid voor alle wezens en personen met zich mee brengen.
Nammo boeddhaya!
Nieky zegt
Adi ichsan, voor een theocratie als bv. Saudi Arabië gaat bovenstaand kulverhaal al niet op. En ja, het is een kulverhaal. Iets met ego, om maar een hint te geven.
Ujukarin zegt
Sorry broeder @Adi, maar je slaat de plank redelijk mis door allerlei wetenschappelijke redeneringen op de Dharma los te laten en essentieele stukjes Dharma te ontkennen. Bottom line:
“dat tolerantie en acceptatie van andersdenkenden voor het bewaren van vrede en niet-haatdragendheid essentieel is voor je eigen innerlijke zuiverheid (Vimutti). ”
Klopt _helemaal_ maar geldt evenzeer voor tolerantie en acceptatie van andersdenkenden door zij die zich boeddhist noemen. In Thailand etc. is men echter buitengewoon INtolerant door hun eigen literalistische interpretatie wat nou precies respect naar Boeddha (of meer precies: respect naar hun ‘boeddhistische’ cultuur) zou moeten inhouden en wie het daarmee oneens is gaat de bak in of wordt zelfs ter plekke gelyncht ;-).
En “Dus laat een gelovige a.u.b. in zijn/haar eigen waardigheid en leg de vrijheid van meningsuiting niet op aan anderen” geldt evenzeer voor de waardigheid van niet-boeddhisten!
De juiste richting is een wijze afweging tussen eigen vrijheid van meningsuiting en eigen bedoeling anderen te helpen inplaats van ze in hun diepste aard te kwetsen, eenzelfde discussie die we over de Nederlandse grondwet geregeld hebben. En een boeddhist zoals ik die vindt dat veel van de Aziatische cultuur niets met Dharma te maken heeft en je alleen maar op je Pad hindert bijvoorbeeld zou dat, ook in Azië, gewoon moeten kunnen zeggen inplaats van beschuldigd te worden van heiligheidsschennis. Of (z)hij dat vervolgens ook ZAL gaan zeggen hant af van haar eigen afweging rond helpen-zonder-kwetsen, het geval van de Boedddha-met-hoofdtelefoon zou ikzelf bijvoorbeeld niet snel verdedigen want dat is m.i. Boeddha wel erg in samsarische context plaatsen. Maar a priori zeggen dat je dit uiten van je mening niet moet doen vanwege allerlei geheel onterecht aan Dharma toegeschreven primitieve groepsmentaliteit? Alsjeblieft niet…
With folded palms,
Barbara Steadfast Dharma de Zoete zegt
Ik lees jou altijd erg kritisch, Ujukarin. Maar ik moet zeggen dat deze reactie me raakt. Ik kan me er goed in vinden. Het grote plaatje van religie en cultuur, je eigen rol daarin van intentie en gedachten en gedrag, het is een complex evenwicht, waar je alleen waar het jezelf betreft direct invloed op kunt uitoefenen. Door te doen, of juist te laten. Mooi inzicht. Dank.
Adi Ichsan zegt
Het was de Amerikaanse politicoloog Sammuel P. Huntington (1993) die beweerde dat de culturele en religieuze identiteit van mensen de belangrijkste bron van conflict zou worden in de periode na de Koude Oorlog. Hij noemde tevens twee culturen waarvan het conflict potentieel het grootst is met de westerse beschaving: de Islam en de Oost Aziatische beschaving (1996). Je hoeft geen antropoloog te zijn om te begrijpen dat de Oost Aziatische beschaving primair gevormd wordt door het confucianisme en het boeddhisme. Zonder dat wij Huntington’s theorie hoeven te accepteren, zien wij tegenwoordig duidelijke contouren van botsingen der beschavingen zich aftekenen m.b.t. de Islam. Als wij niet voorzichtig en matigend zijn in het ventileren en opdringen van meningen en normen op andere culturen, dan is de kans dat een tweede botsing met de Oost Aziatische beschaving zeer plausibel. De verschillen in de kernbegrippen in beide culturen zijn immers de tegenpolen van elkaar: om maar een paar te noemen “zelf” versus “geen zelf”; “lineair denken” versus “”concentrisch denken”; “schuld” versus “schaamte”; “absoluut” versus “veranderlijk”; “geluk” versus “lijden”; “zelf beschikking” versus “conformisme”enz.
Wat broeder Ujukarin over de Thaise wetten beweerde is precies wat ik bedoel met het opleggen van de eigen waarden op andere beschavingen. Kenmerkend hiervan is dat wij niet de tijd nemen om afstand te doen van de eigen assumpties en onderliggende uitgangspunten, maar direct de eigen waarden en normen als het absolute aan te nemen. Dit hangt samen met het verloop van kennisontwikkeling in het Westen na Kant en Newton, waarbij het uitgangspunt overheerst dat “ik ben mijn gedachte”. Als boeddhist weten wij dat de beoefening van de Satipathana juist leert dat je het eigen lichaam (rupa), het gevoel (vedana), de gedachten (citta) en de bewustzijnsobjecten (dhamma) niet als jezelf moet aannemen. Dit betekent dat je als boeddhist eigenlijk verplicht bent jegens de ontwikkeling van de eigen zuiverheid om van moment tot moment afstand te nemen van de eigen gedachten en visie, m.n. juist om de werkelijkheid te kunnen aanvaarden en te zien zoals het is: zonder afkeer of voorkeur, zonder oordeel. Heb vertrouwen in de eigen dynamiek van de andere beschavingen om de dingen te veranderen naar eigen inzicht en behoefte, zij hebben geen boodschap aan westerse normatieve superioriteit. Doe je het wel dan provoceer je juist conflict.
Het niet opleggen van het eigen wereldbeeld op anderen is tevens voor onszelf de ontwikkeling van de parami verzaking (nekkhama), de edele kwaliteit om je eigen belangen en wensen op te geven. Het is tevens de parami vrijgevigheid (dana) omdat je iemand ondersteund in het geloof, in de normen en waarden van de betreffende beschaving. Nog belangrijker is echter dat het stoppen met meten van anderen bij onszelf moet beginnen op persoonlijk nivo en niet bij de anderen. De werkelijkheid is slechts datgene wat wij persoonlijk in ons bewustzijn toelaten. Het zien van tekortkomingen van anderen is slechts de bespiegeling van de eigen tekorten. Inzicht meditatie leert dat het altijd begint en eindigt bij jezelf, het is nooit te wijten aan de ander. Laten we niet in de val lopen van Huntington’s botsing der beschavingen en bewust ervoor kiezen om dit te mijden door duidelijk grenzen te stellen aan de vrijheid van meningsuiting. Het inperken van vrijheid van meningsuiting t.b.v. bescherming tegen geloofslaster heeft in die zin zelfs een opvoedende functie: het leert je dat je anderen niet moet kwetsen, het leert je dat je anderen kan kwetsen door hun symbolen te schenden en als je toch een ander gaat kwetsen dan zul je daarvoor de wereldse kamma ontvangen.
Mahamanggalam!
Ujukarin zegt
Nog steeds fundamenteel oneens, Adri. Het is niet mijn ‘Westerse’ wereldbeeld, het is een beeld van de Dharma ontstaan door nauwkeurig fileren van zowel de Dharma-theorie als de gangbare Aziatische cultuur eromheen. (En niet alleen door mijzelf als geregeld bezoeker maar ook door m’n leraar Sangharaksita die er 20 jaar middenin geleefd heeft, als monnik – en bijvoorbeeld ook vrij goed kloppend met de analyse van Dharma die de Indiër Ambedkar maakte.)
Om de één of andere mij niet duidelijke redenen leg je aan mij als Westerling andere normen op dan aan de Aziatisch boeddhist, want hun totale en onnodige hechting aan wat zij kernboeddhisme noemen maar m.i. slechts randverschijnselen zijn mag ik blijkbaar uit respect voor hen niet ter discussie stellen? Waar blijft hun respect voor _mijn_ interpretatie van boeddhisme? Waar blijft hun “tolerantie en acceptatie van andersdenkenden”? Zolang ze die niet hebben maar zich erg intolerant opstellen, in mijn begrip zelfs laster plegen tegen boeddhisme als ze mij de mond zouden willen snoeren, snappen ze de Dharma voor geen iota, sorry… With folded palms,
Adi Ichsan zegt
Beste Ujukarin, onze dhamma beleving is in dit geval anders en het zij zo. De tijd zal aantonen welke beleving en voortvloeinde handelingen zullen leiden naar “botsing der beschavingen” en welke naar “eenheid in verscheidendheid”.
Wat het laatste betreft “waar blijft hun respect voor mijn” ben ik duidelijk genoeg geweest door aan te geven dat het moet bij onszelf beginnen desnoods door eerst eigen offers te brengen, ongeconditioneerd handelen zonder verwachtingen. Kijk niet naar een ander maar begin eerst bij jezelf, wees een voorbeeld door daden. Dit werkt veel beter dan normatieve uitspraken te doen over andere culturen.