uit The Essential Shinran. A Buddhist Path of True Entrusting, edited by Alfred Bloom (2007)
vertaald door Jules Prast.
Fragment 1
De nembutsu is, voor wie deze in praktijk brengt, niet een vorm van beoefening of een goede daad. Omdat zij niet wordt uitgevoerd vanwege iemands eigen plan, is zij niet een vorm van beoefening. Omdat zij niet wordt gedaan omwille van iemands eigen berekening, is zij niet een goede daad. Omdat zij volledig voortkomt uit Anderkracht en vrij is van zelfkracht, is zij, voor wie haar in de praktijk brengt, niet een vorm van beoefening of een goede daad.
Fragment 2
Zelfs voor een goed mens ligt geboorte in het Reine Land binnen bereik, dus het hoeft geen betoog dat dit voor een slecht mens opgaat.
Hoewel dit zo is, zijn mensen gewoon te zeggen: “Zelfs voor een slecht mens ligt geboorte in het Reine Land binnen bereik, dus het hoeft geen betoog dat dit voor een goed mens opgaat.” Deze stelling kan op het eerste oog goed onderbouwd lijken, maar zij staat op gespannen voet met de Primaire Gelofte, die gelijk is aan Anderkracht. Dit komt omdat mensen die erop vertrouwen goed te doen uit hoofde van hun zelfkracht, er niet in slagen zich met heel hun hart toe te vertrouwen aan de Anderkracht. Zij verkeren daarom niet in harmonie met Amida’s Primaire Gelofte, maar wanneer zij de geest van de zelfkracht verwerpen en zichzelf toevertrouwen aan de Anderkracht, zullen zij geboorte in het land van waarheid en vervulling weten te realiseren.
Voor ons, die bezeten zijn van blinde aandriften, is het onmogelijk onszelf te bevrijden van geboorte-en-dood door welke vorm van beoefening dan ook. Bezorgd hierom heeft Amida de Gelofte afgelegd, waarvan in wezen de intentie is het boeddhaschap binnen het bereik te brengen van slechte mensen. Derhalve zijn slechte mensen die zich toevertrouwen aan de Anderkracht, precies degenen die voldoen aan de kwalificatie voor geboorte. Dientengevolge zei hij: “Als zelfs de goede mens wordt geboren in het Reine Land, dan zonder twijfel ook de slechte.”
–
Noot van de vertaler: De gelofte waarvan in de tekst sprake is, is een gelofte die Amida (in een eerder leven) heeft gedaan. Deze gelofte garandeert mensen die zich aan hem toevertrouwen, na hun dood geboorte in het Reine Land. De ‘hij’ in de laatste zin is Shinran; zijn woorden zijn mede aan ons overgeleverd door volgelingen die hem sprekend opvoeren. De vertaalde fragmenten zijn in The Essential Shinran de nummers 98 en 99.