In zijn boek Acht dictators uit de 20ste eeuw schrijft Frank Dikötter over de meest effectieve persoonscultussen van dictators uit de vorige eeuw. De langst zittende dictators steunden op terreur en persoonsverheerlijking. Zijn boek plaatst de verheerlijking waar zij volgens hem hoort, namelijk in het midden van de tirannie. Dit artikel geeft een indruk van het boek en geeft voorbeelden van vormen die de verheerlijking aannam.
Een staatsgreep, of het manipuleren van het politieke systeem zijn voorbeelden van andere manieren om aan de macht te grijpen dan verkiezingen. Onverbloemde macht is echter beperkt houdbaar en macht verkregen met geweld vraagt meer geweld om het in stand te houden. Hierbij moet een dictator om te overleven kunnen bouwen op onder andere zijn vrijkorps met namen als Sturmabteilung en Tonton Macoutes. Hij moet kunnen steunen op zijn leger, op zijn folteraars en op de geheime dienst, bijvoorbeeld de beruchte Securitate en de NKVD. ‘Een dictator moet angst zaaien onder het volk, maar als hij het tevens kan dwingen om hem toe te juichen, zal hij wellicht langer in het zadel blijven,’ bladzijde 10. Hij moet hierom de schijn van een massale aanhang scheppen.
Miljoenen juichten in de vorige eeuw voor hun dictator, bogen voor zijn portret, betuigden eerbied aan zijn beeld en prezen zijn genie. In 1956 veroordeelde Chroesjtsjov de ‘weerzinwekkende adoratie’ en de ‘grootheidswaan’ van zijn overleden meester Stalin.
De dictators van de vorige eeuw waren echter nog banger voor hun entourage dan voor hun volk. Zij konden zich van hen ontdoen, maar ten langen leste was de verplichte verheerlijking belangrijker, want dit maakt van iedereen een leugenaar. ‘Wanneer iedereen liegt, weet niemand nog wie er liegt, en dan is het moeilijk om medestanders te zoeken voor een staatsgreep,’ aldus de auteur op bladzijde 12.
Trouw
Belangrijker dan de ideologie, was de trouw aan de dictator, want theorie kon leiden tot verdeeldheid. Mussolini hield volgens Dikötter het fascisme bewust vaag. ‘Behalve zijn nationalisme en antisemitisme had ook Hitler weinig meer dan zichzelf te bieden.’ In communistische regimes, die marxistisch zouden zijn, kon je je maar beter niet te veel verdiepen in Marx. ‘Onder Stalin was je stalinist, onder Mao maoïst en onder Kim kimist.’ Het marxisme verdween bijvoorbeeld helemaal uit Noord-Korea, nadat het Kim Il-sung Denken werd vastgelegd in de grondwet van 1972.
Bij persoonsverheerlijking speelden bijgeloof en magie een rol en soms leek de verheerlijking op een seculiere godsdienst. ‘Hitler presenteerde zichzelf als de messias die een mystieke, bijna religieus verbond met zijn volk had. Duvalier deed veel moeite om de uitstraling van een voodoopriester te krijgen.’ In communistische regimes als China, Korea of Ethiopië was het eenvoudiger een leider met bijna bovenaardse gaven te verkopen, omdat de bevolking op het platteland analfabeet was.
Mars naar Rome
In de herfst van 1922 dreigde Mussolini 300.000 gewapende fascisten naar Rome sturen. Hij had nog geen 30.000 man en ze waren slecht bewapend, maar de grootspraak werkte. Nadat zwarthemden in de nacht van 27 op 28 oktober overheidsgebouwen in Milaan bezetten, riep koning Victor Emmanuel Mussolini naar Rome om een regering te vormen.
De Duce was echter vastbesloten een mythe te creëren: de Mars op Rome. In de hoofdstad had hij nog maar een paar duizend fascisten, maar in allerijl werd een nep-mars op poten gezet. Fascisten trokken naar de hoofdstad om voor het evenement eerst de drukpersen van de kranten van tegenstanders onklaar te maken. Het was immers de bedoeling dat de fascistische versie van het evenement in het nieuws zou komen. Op 30 oktober in de ochtend kwam Mussolini per trein in Rome aan, de koning inspecteerde de strijders en de volgende dag werden zij naar huis gestuurd. ‘Zeven jaar later werd bij de herdenking van de Mars op Rome in Bologna een vijf meter hoog ruiterstandbeeld van Mussolini onthuld.’
Aanvankelijk was Hitler danig onder de indruk van de Duce en gaf aan dat de mars een keerpunt in de geschiedenis was geweest. Op 21 juli 1941 zei hij tijdens een feestelijk diner: ‘Zonder de zwarthemden hadden de bruinhemden waarschijnlijk niet bestaan.’ Ook vertelde hij: ‘Toen ik met [Mussolini] door de tuinen van de Villa Borghese wandelde, kon ik zijn profiel goed met dat van Romeinse bustes vergelijken en besefte ik dat hij een van de keizers was.’
Rode boekje
Het boekje met citaten van Mao Zedong was samengesteld door maarschalk Lin Biao voor het Volksbevrijdingsleger en had een rode, glimmende omslag. Alleen al tijdens de Culturele Revolutie (1966-1976) waren er 5 tot 6,5 miljard van uitgegeven. Het ministerie van Handel had al in 1966 de productie van plastic schoenen, plastic slippers en plastic speelgoed aan banden had gelegd voor de verspreiding van het Mao Zedong Denken.
Bovendien ontstond er vanwege de productie van Mao speldjes een illegale economie met ondergrondse werkplaatsen, die gestolen aluminium emmers, ketels, potten en pannen gebruikten, omdat de planeconomie de productie niet kon bijhouden. In 1969 stak Mao er zelf een stokje voor onder het motto ‘Geef mij mijn vliegtuigen terug.’
Eeuwigheid
In oktober 1980 werd Kim Jong-Il op de drie na hoogste partijpost gekozen. Zijn vader, de Grote Leider Kim-Il-sung, verdween langzamerhand van het toneel, waarna zijn verheerlijking nieuwe vormen aannam. In 1958 werden er 19 bomen ontdekt waarin verzetsstrijders leuzen hadden gekerfd tijdens de Japanse bezetting van Korea. Halverwege de jaren 1980 kwamen daar nog eens 9000 bomen bij. ‘Het was allemaal bedrog, maar de bomen werden nu verheven tot altaren, met foto’s waarop de teksten duidelijk te lezen stonden: ‘Lang leve Kim-Il-sung, de president van het onafhankelijke Korea’ – ‘De grote, door de hemel gezonden man’ – ‘Kim Il-sung is de leider van de wereldrevolutie.’ Partijleden en militaire eenheden gingen voortaan naar deze altaren. De Grote Leider overleed in 1994, maar ook na zijn dood bleef hij de president. In de grotere steden verschenen monumenten, ‘torens van het eeuwige leven’ genoemd. Zo leeft de dictator voor eeuwig voort.
Voodoo
Duvalier, president en dictator van Haïti deed zich voor als voodoogod. ‘Zijn voorbeeld was Baron Samedi, de god van de dood en bewaker van begraafplaatsen,’ schrijft Dikötter. Er deden over Papa Doc allerlei geruchten de ronde. Zo zou hij contact met geesten zoeken, terwijl hij met de hoed van Baron Samedi op zijn hoofd in bad zat. Hij bestudeerde de ingewanden van geiten in de gele salon van het Presidentiële Paleis, maar hij vertrouwde niet alleen op de geruchtenmachine. Hij had het overheidsapparaat en het leger gezuiverd en rekende ook af met dwarse mannelijke voodoopriesters, hougans genoemd.
Keizerlijk
Mengistu, dictator van Ethiopië vloog in 1978 naar Cuba. Dit bezoek wordt wel gezien als het begin van zijn verheerlijking, aldus de auteur. Hij nam een voorbeeld aan Fidel Castro, aldus de auteur. ‘Ook hij droeg een gevechtsuniform, legerlaarzen, baret en een revolver op de heup. Hij paste eveneens zijn titels aan. De pers had het nu over de ‘opperbevelhebber van het Revolutionaire Leger’, in aanvulling op voorzitter van de voorlopige militaire bestuursraad en voorzitter van de ministerraad.’
Bovenal volgde hij de voorbeelden van keizer Haile Selassie. In het Grote Paleis werden bijvoorbeeld aangelijnde jachtluipaarden gehouden en bedienden liepen in het livrei van de dagen van deze laatste keizer van Ethiopië. Mengistu zat niet tussen anderen in, maar als enige op een vergulde zetel of op een podium. Sommige van zijn portretten, die de portretten van de keizer vervingen, zaten in oude lijsten met een kroontje. ‘Het metalen hekwerk rond de gebouwen en tuinen, waaruit het gebrul van leeuwen klonk, was versierd met de Ethiopische letter M, de initiaal van Menelik II.’ Menelik II was keizer van het land van 1889 tot 1913. Na de overwinning van zijn leger op Italiaanse troepen in 1896, werd Ethiopië’s onafhankelijkheid erkend door Italië en andere landen die Afrika koloniseerden.
Nawoord
Na 21 december 1989 was de angst voorbij en stortte het hele bouwwerk van onderdrukking in en ‘in het geval van Ceauçescu is het moment dat hij wankelde op de minuut af bekend,’ bladzijde 170. In heel Albanië werden de standbeelden van Hoxa neergehaald door juichende mensen. Hij had het land 40 jaar geterroriseerd.
De huidige dictators boezemen niet zoveel angst in als de dictators uit dit boek, meent de auteur. Ondanks dat het volgens hem historisch beter gaat en er minder dictaturen zijn dan in de 20ste eeuw is het toch nodig om waakzaam te zijn, want macht kan eenvoudig worden gestolen. Dikötter schrijft: ‘Maar omdat er veel van hun oordeel afhangt, kan de kleinste misrekening van hun regime aan het wankelen brengen, met desastreuze voor het regime zelf. Uiteindelijk is het grootste gevaar voor de dictator niet het volk, maar hijzelf.’
Opmerking
De Nederlandse historicus en hoogleraar Frank Dikötter (1961) heeft zich gespecialiseerd in de moderne geschiedenis van China. Hij is de auteur van de People’s Trilogy over de invloed van het door communisten geleide China op het leven van gewone mensen. Sinds 2006 is hij hoogleraar Humanistiek aan de Universiteit van Hongkong. Daarvoor was hij hoogleraar Moderne Chinese geschiedenis aan de Universiteit van Londen.