Zomaar ineens is mindfulness meditatie een belangrijke stroming geworden die haar weg heeft gevonden naar talloze scholen, bedrijven, gevangenissen, leger en overheid in de VS. Miljoenen mensen ondervinden de tastbare voordelen van hun beoefening: minder stress, betere concentratie, misschien een beetje meer empathie. Onnodig te zeggen dat dit een belangrijke en toe te juichen ontwikkeling is- maar er zijn ook schaduwkanten.
De opkomst van mindfulness lijkt een universeel wondermiddel en oplossing te zijn voor bijna elk gebied van dagelijkse zorg. Recente boeken over het onderwerp omvatten de thema’s : indachtig ouderschap, indachtig eten, indachtig onderwijs, indachtige politiek, indachtige therapie, indachtig leiderschap, zelfs een indachtige natie, indachtig herstel, de macht van het bewust leren, het indachtige brein, indachtig omgaan met je depressie en het indachtige pad op weg naar zelfmededogen. Bijna dagelijks verschijnen er in de media wetenschappelijke studies die de talrijke gezondheidsvoordelen van mindfulness benadrukken en verslag doen over hoe je met dit eenvoudige middel neurologische veranderingen in de hersenen kan bewerkstelligen.
De groeiende populariteit van mindfulness is booming business geworden. Op zakelijke leest geschoeide consulenten(organisaties) beloven dat dat mindfulnesstraining de efficiency van werk verbeteren zal, ziekteverzuim zal verminderen en de handvatten zijn die nodig zijn om een succesvolle carrière mogelijk te maken. Sommigen beweren zelfs dat mindfulnesstraining als een witte tornado is en kan leiden tot een succesvolle hervorming van zelfs de meest disfunctionerende bedrijven in vriendelijker, medelevende en duurzame organisaties. Maar tot nu toe is daar geen bewijs voor geleverd.
Voorstanders van mindfulnesstraining presenteren hun programma’s meestal als boeddhistisch geinspireerd. Die erfenis uit het boeddhisme lijkt cachet te geven aan deze trainingen. Oude methoden en gedachten die in het verleden en in de praktijk succesvol beproefd zijn, worden nu als hip en modieus gepresenteerd. Maar te gelijker tijd verzekeren de consulenten hun afnemers en opdrachtgevers dat juist zij -met hun programma- afstand hebben gedaan van die boeddhistische oorsprong.
Die ontkoppeling van mindfulness met de ethische en religieuze boeddhistische context is begrijpelijk en een noodzakelijk stap om dergelijke opleidingen als een levensvatbaar product in de mark te zetten. Maar de behoefte om in die grote vraag mindfulness te ontdoen van de oorsprong, kan leiden tot een ongelukkige onderwaardering van deze oude praktijk, die bestemd was voor veel meer dan hoofdpijn verlichten, vermindering van de bloeddruk, of het productiever en slagvaardiger maken van leidinggevenden. Sommige critici spreken nu al van ‘McMindfulness’, een uitgeklede, geseculariseerde techniek, ontdaan van het oorspronkelijke bevrijdende en transformatieve doel en ingebed in sociale ethiek.
In plaats van mindfulness toe te passen als een middel om als individu en organisatie te ontwaken en zich te bevrijden uit de heilloze wortels van hebzucht, kwaadwilligheid en verwarring, wordt zij vaak een banale, therapeutische, zelfhulp-techniek die deze negatieve punten zelfs kan versterken. In de media wordt gezinspeeld op het effect van stressvermindering en verbetering van de aandacht. Het beter (en meer) presteren wordt gezien en gepresenteerd als de conditio sine qua non van mindfulness en vormt inmiddels de grote attractie voor moderne bedrijven.
Maar mindfulness, zoals geworteld en beoefend in de boeddhistische traditie, is niet alleen een ethisch-neutrale techniek voor vermindering van stress en de verbetering van de concentratie. Mindfulness heeft te maken met de wisselende kwaliteit van aandacht, die afhankelijk is van, en door vele andere factoren beïnvloed wordt: de aard van onze gedachten, spraak en acties; onze manier om het leven invulling te geven en onze inspanningen om heilloos geacht gedrag te verminderen en juist met verstandige actie te komen tot sociale harmonie en mededogen.
Dat is de reden waarom dat boeddhisten het onderscheid ervaren tussen de ware mindfulness (samma sati) en de verkeerde (miccha sati). Het onderscheid is niet moralistische: de vraag is of de kwaliteit van bewustzijn wordt gekenmerkt door gezonde bedoelingen en positieve mentale eigenschappen, die uiteindelijk leiden tot een bloeiend en optimaal welzijn voor jezelf en voor anderen.
Volgens de Pali-Canon (de vroegste op schrift gestelde leer van de Boeddha), is het zelfs zo dat een crimineel bij het met voorbedachten rade plegen van een gruwelijke misdaad, mindfulness beoefent. Zij het een verkeerde mindfulness. De bewuste aandacht en eenzijdig gerichte concentratie van een terrorist, scherpschutter of witteboordencrimineel, heeft duidelijk niet dezelfde kwaliteit van aandacht die de Dalai Lama en andere boeddhisten hebben ontwikkeld. De juiste mindfulness wordt geleid en gevoed door intenties en beweegredenen die gebaseerd zijn op zelfbeheersing, gezonde mentale toestanden en ethisch gedrag, begrippen die uiteindelijk ook leiden tot stressvermindering en verbetering van de concentratie.
Mindfulness is vaak op de markt gebracht als een methode voor de persoonlijke zelfontplooiing, een hulpmiddel ook om te overleven in door het in zwaar weer verkerende bedrijfsleven. Waardoor het door de individualistische aanpak een machteloos instrument wordt om collectief oorzaken van de problemen aan te pakken. Door de individuele aanpak gaat de onderlinge verbondenheid en persoonlijke motieven verloren. Er is nu eenmaal onderscheid tussen iemands persoonlijke transformatie en die binnen een organisatie, waarbinnen sociale en organisatorische mogelijkheden een rol spelen. Waardoor mindfulness kan verworden tot een instrument dat zich aanpast aan de marktbehoefte en geen kritische reflectie is op de oorzaken van lijden. De Boeddha benadrukte dat zijn methode en inzicht gericht was op het beëindigen van lijden in de ruimste zin van het woord. Staat dat niet haaks op de wijze waarop bedrijven opereren?
Veel voorstanders van mindfulness betogen dat transformationele verandering met jezelf begint: als iemands geest meer gericht en vreedzaam kan worden, dan zal de sociale en organisatorische transformatie uiteraard vanzelf volgen. Het probleem met deze formulering is dat heden ten dage de drie heilloze motivaties in het boeddhisme (de drie vergiften) -hebzucht, kwade wil, en waan–niet langer tot individuele geesten beperkt zijn, maar zich uiten in groepen die zich onttrekken aan onze persoonlijke controle. Ze zijn tot een instituut verworden.
Tot nu toe is door de consulenten en organisaties die mindfulnesstraining aanbieden, verzuimd de oorzaak aan te geven waarom stress in onze moderne organisaties en bedrijven zo nadrukkelijk aanwezig is. In plaats daarvan hebben bedrijven en instellingen door die consulenten in te huren, stress tot een persoonlijk probleem van de werknemer gemaakt. Mindfulness wordt aangeboden als het juiste medicijn om te helpen de medewerkers efficiënter en rustiger te laten werken in een schadelijke omgeving. Mindfulness is gehuld in een aura van zorg en menselijkheid, een veiligheidsklep- as a way to let off steam, een techniek voor het omgaan met en de aanpassing aan stress en spanningen, veroorzaakt door het bedrijfsleven.
Het resultaat is een uitgeklede en zeer geprivatiseerde versie van de mindfulness praktijk, die beperkt is tot wat Jeremy Carrette en Richard King, in hun boek Selling Spirituality: The Silent Takeover of Religion, beschrijven als een oriëntatie(methode) die uiteindelijk gericht is om te komen tot een vergelijk. Mindfulnesstraining is daarmee verworden tot een trendy methode voor het wegwerken van onrust bij de werknemer en de stilzwijgende aanvaarding van de status quo. En staat daardoor ten dienste van de doelstellingen van de organisatie of bedrijf, is tot een instrumentale tool voor het houden van aandacht, gericht op (het voortbestaan) van de institutionele doelstellingen geworden.
In veel opzichten vertoont mindfulnesstraining-met haar belofte dat rustiger, minder gestreste werknemers productiever zullen zijn, een nauwe gelijkenis met nu in diskrediet zijnde ‘human relations en sensitivitytrainingen’ die zo populair in de jaren vijftig en zestig waren. Deze opleidingen werden bekritiseerd wegens het manipulatieve gebruik van counseling technieken, zoals ‘actief luisteren’, en werden ingezet als een middel die werknemers zogenaamd een stem verschaften, zodat ze het gevoel hadden dat hun zorgen werden gehoord, terwijl bestaande omstandigheden op de werkplek onveranderd bleven. Deze methoden werd later aangeduid als de psychologie van de koe, omdat tevreden en volgzame koeien meer melk geven.
Bhikkhu Bodhi, een uitgesproken westerse boeddhistische monnik, heeft gewaarschuwd: ‘Als een kritische sociale houding monddood wordt gemaakt, kunnen boeddhistische praktijken gemakkelijk worden gebruikt om de status quo, die gericht is op een versterking van het consumentenkapitalisme te versterken.’ Een meer ethische en sociaal verantwoorde training in mindfulness wordt nu helaas door de vele beoefenaars gezien als een niet noodzakelijke koerswending, of zelfs als een onnodige politisering van iemands persoonlijke reis naar zelftransformatie.
Het is te hopen dat de mindfulness in zijn huidige vorm en beleving, zoals de meeste hypes op dat gebied, met een kritiekloze aanvaarding van de status-quo, niet tot een uiteindelijke desillusie zullen leiden. Om mindfulness weer een echte energie te laten worden voor positieve, persoonlijke en sociale transformatie, moet het terug geplaats worden in een ethisch kader en dient er gestreefd worden naar meer verheven doeleinden, die rekening houden met het welzijn van alle levende wezens.
Thijs zegt
Dit artikel is de spijker op zijn kop wat mij betreft. Dank daarvoor, want het sterkt me in mijn zoektocht
Konchok zegt
Het kan nog ietsje verder doorgetrokken worden; iedereen weet dat wat je met aandacht en liefde doet beter gaat dan wanneer je dat niet doet.
Eigenlijk wordt er nog het meest mindfulness beoefend terwijl het niet zo wordt genoemd.
Iets met aandacht doen lijkt me niet echt iets nieuws. Het lijkt wel positief te zijn dat daar weer meer aandacht voor ontstaat.
En voor mindfulness in reflexieve zin, daar zijn ook mensen altijd al mee bezig, zij het niet iedereen ;-)
De stelling van de schrijver dat ‘het weer in een ethisch kader geplaatst moet worden’ doet geen enkel recht aan de complexe meerstemmige werkelijkheid – iedereen is vrij om te doen wat zij of hij wil, er moet helemaal niets. Beetje jammere afsluiting van een stuk waar deze aardige meneer best wat leuke punten maakt.