De experiëntiele ervaring van het eeuwige proces van ontstaan en vergaan van alle geconditioneerde dingen leidt tot spiritueel ontwaken. Inzicht in dit proces, in de flow van het bestaan, in de permanente transformatie van de verschijnselen brengt de dhammanuvatti tot inzicht.
Wie kan dit beter duiden dan de Boeddha zélf?
Daarvoor verwijs ik rechtstreeks naar de Pali-canon. In de Maha Saccaka Sutta verhaalt de Boeddha uitgebreid hóe hij tot Ontwaken kwam. Wat vooral belangrijk is, is zijn beschrijving van wat er gebeurde vlak vóór zijn Ontwaken. Hoe hij, nà het bereiken van de 4de jhana, tot drie inzichten kwam tijdens de zgn. drie nachtwaken.
Tijdens de eerste nachtwake verwierf hij inzicht ‘in zijn ontelbare vroegere levens’. Een metafoor om aan te geven hoe hij, in detail, het eeuwige ‘proces’ van ontstaan en vergaan ervoer. Hij ‘zag’ dat het hele universum één doorlopende manifestatie van energie is. Dat alles met alles en iedereen met iedereen verbonden is. Vanaf de oerknal en vérder. Dat alles in mekaar vloeit. Dat alles ontstaat, om op hetzelfde moment te vergaan. Dat alles veranderlijk en vergankelijk is. Doordat dit proces van ontstaan en vergaan géén begin en géén einde kent verloren de begrippen geboorte en dood voor hem hun betekenis. Hij ervoer dat (verlangen naar) geboorte en (afschuw/angst voor) dood slechts rechtstreekse gevolgen zijn van onwetendheid, van verwarring, van onze confusie (P. avijja) dat er een ‘ik’—een ‘zelf’ bestaat, los en afgezonderd van de rest van het bestaan.
Tijdens de tweede nachtwake verwierf hij inzicht in de wet van kamma: hij zag hoe heilzaam handelen leidt tot vreugde en onheilzaam handelen tot verdriet. Hij zag hoe de wezens zélf de oorzaken van hun handelen creëren en hoe zij zélf de resultaten ervan ervaren: wat we ‘nu’ zijn is een gevolg van ons vroeger handelen. Wat we ‘worden’ zal het resultaat zijn van ons huidig handelen. Hij zag verder dat alle wezens onderhevig zijn aan deze kammische wet.
Tijdens de derde nachtwake tenslotte verkreeg hij inzicht in de wet van afhankelijk ontstaan (P. paticca samuppada). Hij zag hoe inzicht in het afhankelijk ontstaan van de dingen ons de Dhamma doet ervaren.
Door deze drie inzichten kwam Hij tot Ontwaken. Concreet ervoer de Boeddha ervaringsgewijs (P. paccanubhoti) hoe de natuurwet (P. Dhamma) wérkelijk is. Niet zoals Hij wilde dat ze was of net niet wilde dat ze was. Of droomde dat ze was. Deze wérkelijke werkelijkheid accepteerde Hij gelijkmoedig. Zo onderkende Hij naar waarheid dukkha.
Hij zei:
‘Dit is dukkha. Dit is de oorzaak van dukkha. Dit is de beëindiging van dukkha. Dit is het pad dat leidt naar de beëindiging van dukkha.’