Uitsluitend in stilte bevindt zich de ware transcendentie, maar let op: stilte is bedeesd. Stilte komt nooit met wereldse bravoure, komt nooit met een processie van barokke praal en dito spektakel, met op kop een opzichtige tamboer, die met zijn mace de maat aangeeft.
Net zoals de maan slechts gereflecteerd wordt in een rimpelloze vijver, zo ook heeft transcendentie nood aan stilte. Stilte is nederig; is niet van deze wereld.
Zoals alles wat waarde heeft, is ook stilte totaal weerloos. Wanneer stilte zelfs maar hóórt dat je over haar spreekt, kruipt ze weg. Stilte wacht geduldig tot je ze plots ontdekt in jezelf. En dan—pas dán—kan je deze stilte ruimte laten worden; en deze ruimte, ruimte in de ruimte… Dhammakaya (1)—de ruimtedimensie van de ultieme werkelijkheid.
Stilte maakt ons bewustzijn gevoeliger én ruimer. Zo creëren we openheid voor onszelf en voor de anderen. Stilte is Zonder Woorden: essentie laat zich niet in woorden uitdrukken.
In de Sutta Nipata, 3.726, zegt de Boeddha:
‘Leer dit van de wateren: in bergspleten en kloven gutsen luid de beekjes. Grote rivieren echter stromen geruisloos.’
_______
(1): dhammakaya: letterlijk: ‘het lichaam van de leer’. Het is de absolute ‘boeddhanatuur’: het is de volkomen Verlichting; de perfecte wijsheid; de morele perfectie; zuiver inzicht en mededogen; de vervulling van Dhamma: een cirkel zonder omtrek die overal zijn middelpunt heeft, zonder begin, zonder einde, vorm- en kleurloos, onvoorstelbaar en ondenkbaar. In één woord: onverwoordbaar.
Léon zegt
Stilte is toch het mooiste als ze wordt afgewisseld met niet-stilte.
(Vind ik).