Op basis van de Theravada leerstellingen.
Het Pali woord ‘asamsa’ betekent ‘hoop’; ‘verwachting’; ‘wens’; ‘verlangen’. Hopen is het verlangen hebben naar iets. Dit verlangen kan zowel heilzaam als onheilzame zijn (zie de uitleg bij chanda).
Omdat bij de meeste mensen zintuiglijke verlangens sterk aanwezig zijn, diep in hun hart genesteld zijn en dus vaak de kop opsteken, heeft deze vorm van hoop een nadelig gevolg: Wanneer je bijvoorbeeld hoopt op iets (een verlangen), is er tegelijkertijd een zekere mate van wanhoop dat het er niet is. En als het er wel is, is er de angst om het te verliezen. Waar hoop is, is ook wanhoop (angst). Angst is dus een subtiel maar actief element van hoop.
Een verlicht mens (arahat) leeft zonder elke soort van hoop, omdat hij zonder verlangen is, hij koestert geen verwachtingen meer om een hoger doel te bereiken omdat hij zijn doel (Nibbana) heeft gerealiseerd. Maar niet alleen omtrent dat; hij heeft daarmee alle hoop overwonnen, in elk opzicht.
In Snp4-15 — Attadanda Sutta — Iemands eigen gewelddadige gedrag — waar hij tussen de legers van de trotse en ruziënde Sakya’s en Koliya’s stond — zei de Boeddha:
- Iemand die hier aan zintuiglijke plezieren (kamacchanda) voorbij is gegaan, de keten die zo moeilijk te overwinnen is in de wereld, iemand die de stroom heeft doorgekapt, hij die zonder banden (kama guna) is, heeft geen verdriet, en hoopt (asamsa) niet.
Daarom geeft de Boeddha in A03-013 — Asamsa Sutta — Hoop, drie soorten mensen aan: mensen zonder hoop, mensen met hoop, en mensen die niet meer hopen.
Aanbevolen pagina’s:
- Snp4-15 — Attadanda Sutta — Iemands eigen gewelddadige gedrag
- A03-013 — Asamsa Sutta — Hoop
Sukhita hotha, dukkha muccutha
(Dat je gelukkig mag zijn, dat je bevrijd mag zijn van lijden.)
Bron Sleutel tot inzicht.
Tantra Hardrock zegt
Angst is dus een subtiel maar actief element van hoop.
Interessant
Het zijn twee kanten van dezelfde medaille
Een mens zonder hoop, een mens dat niets wilt. Is dat wel gezond? Moet je dat wel willen? Of gaat het meer om de sturing, van die hoop, van dat willen. Het in banen leiden, van de wil.
Wanneer wordt het willen, een suffering? En wanneer blijft het gezond? Want niets willen, is ook niet de oplossing
Stel dat je iemand leuk vind, op iemand verliefd bent. Dan wil je die persoon. Je kan dan moeilijk doen alsof dit niet het geval is. Dan hou je jezelf gewoon voor de gek.
Jezelf voor de gek houden, je kop in het zand steken, lijkt mij niet dharma.