Op basis van de Theravada leerstellingen.
Juist begrip of wijsheid, impliceert tegelijkertijd ook veiligheid. Maar wanneer er geen juist begrip of wijsheid is, betekent dat gevaar. Wanneer je niet begrijpt dat je een giftige slang direct achter de kop moet beetpakken om te voorkomen dat hij je dodelijk bijt, ben je in gevaar. Gevaar leert ons dat wijsheid essentieel is in het leven.
Zo is juist begrip een essentiële en onmisbare factor bij vele gebeurtenissen en toestanden die zich door het hele leven voor kunnen doen. Het leven oftewel het bestaan, zit vol gevaren, en het is juist begrip dat de weg blootlegt naar de veiligheid van Nibbana, het ongeconditioneerde.
Zonder juist begrip wordt het erg lastig om goed en verstandig na te denken over essentiële dingen. Verstandig nadenken is erg belangrijk en begint al met een enigszins juist begrip. Onze gedachten, onze spraak, ons handelen, de wijze waarop we onszelf in ons levensonderhoud voorzien etc., zijn allemaal de weerspiegeling van onze visie.
Juist begrip is niet alleen de eerste en essentiële factor van het Edel Achtvoudige Pad dat naar vrede leidt, maar zoals we zien ook een essentiële fundament voor een gelukkig leven. Daarom is boeddhisme praktisch en realistisch en daarom vol voordelen die beoefening van onschatbare waarde maakt.
De boeddhistische training is dus niet alleen voor mensen die naar verlichting streven, maar voor alle mensen die hun leven goed willen organiseren en gelukkig willen zijn. Boeddhisme is niet voor zwevers, maar voor mensen die de realiteit nastreven, mensen die met beide voeten stevig op de grond staan of willen leren staan. Dit is voor iedereen mogelijk, omdat wijsheid ontwikkeld kan worden. Iemand kan onwetend (avijja) zijn, maar dat is niet negatief bedoeld; avijja betekent louter ‘gebrek aan hogere kennis’, bijvoorbeeld dat je nog nooit over de vier Edele Waarheden gehoord hebt. Je komt pas in een heel ander vaarwater als je begoocheld bent (moha) wat een vorm van niet willen weten is.
Juist begrip van een hoger niveau is het begrijpen van alle factoren van het verkeerde achtvoudige pad als zijnde verkeerd, naast het begrijpen van de inhoud van het Edel Achtvoudige Pad als zijnde juist. Dit juiste begrip of wijsheid, is uiteindelijk de noodzakelijke bevrijdende factor.
Juist begrip, de eerste factor van het Edel Achtvoudig Pad, noemt de Boeddha ‘de voorloper’ (pubbangama) van alle overige factoren van het Pad. Want zonder begrip zal geen enkele factor van het Pad tot ontwikkeling kunnen komen. Echter, samen met juist begrip (samma ditthi) gaan twee factoren samen: juiste inspanning (samma vayama) en juiste indachtigheid (samma sati). Net zoals het onmogelijk is om uit de buurt van verkeerd begrip te blijven zonder het leidende licht van juist begrip, zo zal iemand zonder inspanning (= energie) en zonder indachtigheid noch de mentale energie hebben, noch over het gewaarzijn beschikken dat nodig is om het Edel Achtvoudige Pad te beoefenen.
Deze drie staten, juist begrip (samma ditthi), juiste inspanning (samma vayama) en juiste indachtigheid (samma sati), ‘lopen en cirkelen’, zo zegt de Boeddha, rond elke factor van het Pad.
De Boeddha legt uit dat er naast juiste concentratie ook ‘edele juiste concentratie’ is en zegt dat dit concentratie (samadhi oftewel ekaggata) is met betrekking tot het bovenwerelds pad (lokuttara magga). De andere zeven factoren van het Edel Achtvoudige Pad zijn de ‘ondersteuningen en vereisten’.
Zo gaat de training van het Pad van een ‘alledaags’ niveau (werelds (lokiya)) naar een ‘bijzonder’ niveau (bovenwerelds (lokuttara)). Echter, al op het werelds niveau is een zekere mate van juist begrip (samma ditthi) nodig wil iemand de training in gang zetten. Dit eerste niveau van juist begrip is de visie op de wet van kamma, oftewel het besef dat daden gevolgen hebben.
In ‘de voorloper’ (juist begrip) maakt de Boeddha een onderscheid tussen het wereldse (lokiya) begrip en het bovenwereldse (lokuttara) begrip: Lokiya is het (conceptuele) juiste begrip van inzicht, welke formaties onderzoekt als zijnde vergankelijk (anicca), lijden (dukkha), en niet-zelf (anatta); lokuttara is het juiste begrip van het Pad, dat ontstaat als gevolg van inzicht en de radicale vernietiging van de bezoedelingen (asava’s) bewerkstelligt. Zie ook lokuttara samma ditthi.
De Boeddha zegt dat het Pad van de discipel in hogere training acht factoren heeft, maar dat het Pad van de arahat er tien heeft. De bijkomende twee factoren zijn juiste kennis en juiste bevrijding.
In de toespraak over ‘de grote veertig’ zegt de Boeddha dat wijze mensen niets kunnen vinden om te veroordelen in de veertig delen van de sutta. Als we deze uitspraak zorgvuldig kunnen overwegen, moeten we concluderen dat hij gelijk heeft inzake alle pad-factoren die om geloof vragen: ze zijn duidelijk allemaal voordelig en verifieerbaar.