Na jaren van een stop van jaren van zelfverbrandingen in Tibet, uit protest tegen de Chinese bezetting van hun land en het slopen van hun identiteit, religie en cultuur, zijn er dit jaar opnieuw drie zelfverbrandingen gemeld in Tibet en Tibetaanse gebieden in China. Daarmee komt het totaal aantal zelfverbrandingen sinds 2009 op 160, maar het kunnen er ook meer zijn.
Wat zijn dat voor mensen die zichzelf in brand steken en daarmee dikwijls een eind maken aan hun leven?
China noemt de zelfverbranders ‘terroristen en criminelen’. Volgens de autoriteiten in Peking zijn de protesten in Tibet een gevolg van het verzet van in het buitenland wonende Tibetanen, en hun geestelijk leider de Dalai Lama. De Chinezen noemen Tibet een provincie van China. Tibetaanse organisaties spreken van een bezetting en uitbuiting van hun land en beschuldigen China ervan de Tibetaanse cultuur en identiteit te vernietigen. Tientallen boeddhistisch tempels zijn kapot gemaakt en monniken en nonnen vermoord of gevangen gezet. Er is een enorme emigratiestroom op gang gekomen van Chinezen naar Tibet, die de autochtone inwoners in aantal verdringen.
De in ballingschap levende Dalai Lama sprak zich in het verleden uit voor een vreedzaam dialoog met China over de onafhankelijkheid van zijn land. Hij wijst het ultieme middel van verzet af. Jonge Tibetanen zijn niet tegen elke vorm van geweld. Sinds 2008 nemen de protesten in Tibet zelf toe tegen de ondermijning van de Tibetaanse cultuur en het Tibetaans boeddhisme. Sommige monniken en nonnen zien geen andere uitweg dan voor zelfverbranding te kiezen. Omdat China de Dalai Lama tot agressor heeft bestempeld, worden de buitenlandse reizen van deze geestelijk leider altijd omgeven met zeer strenge veiligheidsmaatregelen.
Tsering Jampa, voormalig directeur van de in Amsterdam gevestigde Nederlandse stichting Campaign for Tibet, zegt dat de monniken die zichzelf in brand steken, daarmee de Chinese regering en ‘haar wanbeleid in Tibet aan de kaak stellen’. ‘Daarnaast leggen ze op pijnlijke wijze het onvermogen van de Chinese autoriteiten bloot om een menselijke oplossing te vinden voor de problemen. In plaats van te zorgen dat Tibetanen zich prettig voelen in Tibet en deel uit willen maken van China, grijpt dit machtige land terug op dwang, onderdrukking, geweld, isolatie, leugens en verdachtmakingen.’
Tibetanen zijn volgens Tsering Jampa, zelf een Tibetaanse, onverzettelijk als hun kernwaarden op het spel staan. ‘De groeiende reeks misstanden na de Chinese bezetting- zoals hongersnood, verwoesting van kloosters tijdens de Culturele Revolutie, heropvoedingscampagnes, het demoniseren van de Dalai Lama, gedwongen herhuisvesting van nomaden, economische marginalisatie en de aantasting van het milieu- hebben geleid tot bitterheid onder het Tibetaanse volk. Het verzet van de Tibetanen tegen het onrecht is echter niet gebroken.’
Door de zelfverbrandingen wordt de nijpende situatie in Tibet onder internationale aandacht gebracht. Het Europees Parlement nam eind 2011 een resolutie aan die (de oorzaak van) de zelfverbrandingen veroordeelde. Nederland is ‘begaan met het lot van de Tibetanen’, zei minister Rosenthal eerder. De VN ‘Working Group on Enforced of Involuntary Disappearances’ riep de Chinese autoriteiten op om informatie te verstrekken over verdwijningen in China, onder wie Tibetaanse monniken van wie lot en verblijfplaats onbekend is. De speciale VN-rapporteur voor geloofsvrijheid, Heiner Bielefeldt, benadrukt dat ‘intimatie van de leken- en kloostergemeenschap in Tibet voorkomen moet worden en de rechten van de kloostergemeenschappen en de bredere gemeenschap om vrij hun godsdienst uit te oefenen, volledig gerespecteerd en gegarandeerd moet worden door de Chinese regering.’ Nu is zelfs al het in bezit hebben van een foto van de Dalai Lama strafbaar en worden kloosters gedwongen foto’s op te hangen van Chinese leiders. Ook de VS oefent druk uit op China om de rechten van Tibetanen te eerbiedigen en het land open te stellen.
Hoe zijn de zelfverbrandingen door Tibetanen in het licht van hun cultuur en religie te verklaren? Sonam Wangyal Sopa rinpoche, die op 8 januari 2012 overleed na zelfverbranding, zei het zo in een nagelaten audiodocument: ‘Ik offer mijn lichaam om solidair te zijn met hen in vlees en bloed, en om vergiffenis te zoeken door deze hoogste tantrische eer om je lichaam te offeren. Dit is niet om persoonlijke faam of glorie te krijgen.’
De vorig jaar overleden Vietnamese boeddhistische leraar Thich Nhat Hanh, die de zelfverbrandingen in zijn land in de jaren ‘60 verklaart, schreef in en brief aan Martin Luther King jr. in 1965: ‘Ik geloof met heel mijn hart dat de monniken die zichzelf verbranden, zich niet richten op de dood van hun onderdrukkers, maar alleen op een verandering in hun beleid. Hun vijanden zijn niet de mens zelf, maar de intolerantie, fanatisme, dictatorschap, hebzucht, haat en discriminatie besloten in het hart van de mens.’