Er was eens een dominee die een verkeerde voorstelling had gegeven van zijn preekbevoegdheid.
Er was eens een dominee van een andere kerk die een kind verwekte bij een gemeentelid. De dominee vertrok en de gemeente werd ontbonden.
Media legden deze en andere beweerde misstanden onder een kritisch vergrootglas en zwengelden de discussie hierover aan binnen de gemeenschap van gelovigen.
In ingezonden brieven toonden velen zich boos, verdrietig en teleurgesteld. Begrijpelijke emotie. Maar wie ze goed las, ontdekte dat de reacties ook getuigden van heel verschillende uitgangspunten en verwachtingen.
Moesten andere dominees zich uitspreken over iets wat niet speelde binnen hun eigen kerk? Moest de raad van kerken iets doen?
Op de raad van kerken bestond al veel kritiek. Sommige gelovigen betwijfelden of deze de gemeenschap wel naar behoren vertegenwoordigde.
Kortom, een klassieke situatie van een ongestructureerd maatschappelijk debat waarin een los georganiseerd verband van min of meer geestverwante kerken zich verwikkeld vond.
Predikanten van andere kerken zagen de onrust in de gemeenschap met zorg aan. Maar in het publiek zwegen ze.
Stel dat ze stelling zouden nemen over de vakbekwaamheid van een collega? Een vrijgemaakt gereformeerde die kritiek oefent op een remonstrantse voorganger, dat zou toch ongehoord zijn?
Bovendien zou de bal teruggekaatst kunnen worden: waarop was hun eigen preekbevoegdheid dan precies gebaseerd?
Dat zijn zaken die nu eenmaal behoren tot het geloofsgoed van de eigen kerk. Onderling neem je elkaar niet de maat.
Media en kritische waarnemers bleven echter aandringen. We zijn toch allemaal christenen? Een enkeling verslikte zich in zijn boosheid en radicaliseerde.
Sommigen stelden compleet nieuwe bestuursmodellen voor. Een centrale toezichtsautoriteit die de competentie toetst van predikanten. Een vertrouwenspersoon bij de raad van kerken waar je een klacht aanhangig kunt maken tegen een aangesloten kerk.
Kenden deze mensen de geschiedenis wel? Kerken zijn mensenwerk. Er gaan dus ook dingen mis. Vraagtekens over preekbevoegdheid, misstappen van predikanten: het zijn dingen die in alle tijden zijn voorgekomen.
De werkelijkheid is vaak niet ideaal. Leren gaat in kleine stapjes. De weg naar ‘ideale’ oplossingen is geplaveid met goede voornemens en leidt in de praktijk vaak tot een nieuwe werkelijkheid die even onvolmaakt is als de oude.
Diep in hun hart waren sommige van de kerkleiders het gedeeltelijk wel eens met de kritiek. Zeker waar het ging om een seksuele relatie van een predikant en een gemeentelid werd een duidelijke norm overschreden, zowel van de christelijke moraal als van de samenleving.
Maar in hoofdzaak toonden de leiders zich ondanks hun persoonlijke twijfel en zorg terughoudend. Ze gingen al langer mee en hun realisme vertelde ze dat de gemeenschap in een fase van groeipijn zat.
De worsteling binnen de gemeenschap om al dan niet een maatschappelijke rol te vinden was zonneklaar, maar de marges waren smal: wat konden ze nu precies meer doen dan vasthouden aan hun geloof en hun gebruiken?
Dus de kerkleiders deden wat kerkleiders in zulke situaties doen. Voorgaan in hun gemeentes. Bidden voor wijsheid en werkelijkheidszin bij alle betrokkenen.
De onrust duurde nog geruime tijd voort. Enkelen keerden hun kerk de rug toe. In stilte werkten sommige gemeentes aan verbetering.
Sommige critici was dit allemaal niet genoeg. Zij bleven het vuurtje opstoken en de discussie voeden over hun utopie, een ‘Rein Domineesland’ waarin alles anders was.
Onderwijl gingen de gelovigen in overgrote meerderheid door met deelnemen aan diensten volgens eigen gewoontes, tot heil van de wereld. Zoals het hoort. Gelukkig maar.
Ronald de Caluwé zegt
Wat mij betreft wat ‘over the top’, Jules.
Of slecht getimed, dat kan ook…
“Zoals het hoort”? “Gelukkig maar”? Nee. Liever niet.
Ron Sinnige zegt
Wat een slecht stuk. Het lijkt me nu niet het moment om te relativeren en om onaangedaan boven de feiten te zweven. Stelling nemen doe je toch, en de implicaties en gevolgen van deze specifieke stellingname lijken me zeer onwenselijk, zelfs laakbaar en schadelijk.
Al eerder op Jules’ eigen blog in iets pittiger bewoordingen gereageerd. Het stuk neemt intussen epidemische vormen aan – nu ook hier.
Ik kreeg onlangs een mail van de hoofdredacteur van BD, die me schreef dat ze even rust (radiostilte? zie http://www.ronsinnige.nl/1/post/2013/05/loophaas.html) willen rond het Ritskes-debâcle. En dat ook andere stukken niet geplaatst zijn. Vraag is waarom de BD-redactie dit wel publiceert. Kan iemand dat uitleggen?
Ron Sinnige zegt
Oja, en check lopende discussies over deze kwestie in de LinkedIn-groep ‘Boeddhisme in Nederland’, op de website van Jules (Boeddhaweg.nl), op Open Boeddhisme en op m’n eigen blog ronsinnige.nl (de twee berichten onder het bericht over Sir Alex Ferguson – kon het niet laten gisteren tijdens de kampioenshuldiging…).
Jules Prast zegt
Beste allemaal,
Boeddhisme is voor mij primair beoefening.
Voor de wijze van beoefening zijn boeddhisten aan niemand verantwoording verschuldigd.
Ze mogen bijvoorbeeld zelf bepalen wie ze als leraar erkennen.
Dit heet vrijheid van godsdienst.
Die vrijheid is niet absoluut.
Boeddhisten moeten zich bijvoorbeeld als ieder ander aan de wet houden.
Mensen kunnen opvattingen over en kritiek hebben op boeddhisten.
Ook daar hebben boeddhisten tot op zekere hoogte rekening mee te houden.
Boeddhisten kunnen ook het onderwerp zijn van nieuws.
Nieuws is wat anderen nieuws vinden.
Nieuws is bijvoorbeeld dat de autorisatie van een boeddhistische leraar wordt betwist.
Of dat een boeddhistische groepering verweven raakt met de commercie.
Of dat een boeddhistische leraar een seksuele relatie met een leerling heeft onderhouden.
Of wat zich afspeelt aan perikelen rond een boeddhistische koepelorganisatie.
Zulk nieuws leidt tot discussie en opinievorming.
Sommigen deelnemers aan de discussie stellen regels voor, bijvoorbeeld externe toetsing van de competentie van boeddhistische leraren.
Sommigen trekken ruime cirkels rond incidenten en vergroten ze uit tot onderdeel van, wat dan bijvoorbeeld heet, een ‘toedekcultuur’.
Er vallen grote woorden, zoals ‘titelfraude’ en ‘criminaliteit’.
Er worden verbanden gelegd met kindermisbruikschandalen in christelijke kerken.
Er wordt onomwonden verklaard dat boeddhisten verantwoording verschuldigd zijn aan de samenleving.
Er ontstaat verbittering en boeddhisten worden beschimpt.
Tegen deze tendensen verzet ik mij dus.
Je kunt om te beginnen boeddhisten en boeddhisme in Nederland niet op een hoop gooien op de manier waarop dit in de discussie gebeurt.
Ieder heeft er recht op zijn opinie te uiten, maar ik waarschuw tegen oneigenlijke inmenging in de vrijheid van beoefening van boeddhisten.
Ik waarschuw tegen grote woorden, vergelijkingen en oplossingen die niet in verhouding staan tot de feiten.
Ik waarschuw tegen de macht van woorden, en zeker die van grote en bittere woorden.
Ieder mag zeggen wat hij of zij wil, en dus mag ik zeggen dat ik vind dat de discussie naar aanleiding van een aantal recent opgekomen thema’s een punt heeft bereikt waar we misschien de balans eens moeten opmaken.
‘Back to basics’: ieder zijn eigen rol.
Nieuwsmedia die nieuws melden.
Mensen die opiniëren die accepteren dat hun opinies hun opinies zijn en niet richtinggevende oplossingen voor verder autonome partijen.
Benadeelden die voor zichzelf opkomen en zo nodig de gang naar de rechter maken.
Boeddhisten die doen wat boeddhisten doen, namelijk beoefenen, in de sangha, thuis en overal.
Het is altijd verleidelijk elkaar de maat te nemen en anderen de wet voor te willen schrijven.
Hoe verleidelijk ook, dit is precies het tegengestelde van waar boeddhisme over gaat.
Of mensen naar me luisteren of niet, of het ze aanstaat of niet qua inhoud of timing, dit alles wilde ik gezegd hebben met mijn parabel.
Ik meen wat ik zeg en ik schrijf wat ik schrijf.
Daar neem ik geen woord van terug.
Ik hoop dat er mensen zijn die zich wel door mijn waarnemingen voelen aangesproken.
Anne zegt
Amen
Ronald de Caluwé zegt
Dit lees ik een stuk liever dan zo’n parabel. Dank je.
“Tegen deze tendensen verzet ik mij dus.” Mooi. En tegen de toedek-tendens?
Anne zegt
Schandalig trouwens dat Jules Prast zich moet verantwoorden en verdedigen alsof hij iets heel erg heeft gedaan terwijl al dat hij heeft gedaan een mening hebben is.
P. Bos zegt
Een best leuke parabel om later nog eens terug te lezen.
Welkom in de wereld die religie heet. Best komisch ook.
Niks menselijks is ons vreemd.
De onrust die nu heerst in dominees land is wat mij betreft een heel goede zaak.
De huidige discussie helpt mij in ieder geval meer helderheid te verschaffen.
Voor mij is het nu een mogelijkheid om helder te krijgen wat boeddhistische beoefening in zou mogen/moeten houden.
Ook is het erg goed dat schadelijke en misleidende bedrijfsvoering binnen het boeddhisme aan de kaak gesteld worden.
Bij wet mag een bedrijf niet iets als biologisch verkopen terwijl het dat niet is. Dit nu wel aan de hand. Dat een zenmeester titel niet beschermd is doet er mij niet toe.
Wat mij betreft liggen deze zaken van vertrouwen vele malen gevoeliger in een gebied als religie dan in het gewone bedrijfsleven.Dus discussie en actie is hier geheel op zijn plek.
Ik neem zaken als dit behoorlijk serieus. Mijn vertrouwen in het boeddhisme en ‘de levende waarheid’ is gelukkig niet geschaad en ik ga zelf ook gewoon vrolijk,en juist hierdoor nog serieuzer, verder met mijn beoefening van alle dag.
Het is wat mij betreft absoluut niet wenselijk dat de les gelezen wordt en dat er wetten opgesteld gaan worden. Ook niet dat zaken die nu spelen maar weer gewoon overwaaien.
Wat ik wel vind is dat er gewezen mag worden op manieren waarop iemand kan uitmaken of iets goed of slecht is.
Deze discussie werpt bij mij goede vragen op en hopelijk ook bij anderen die de beoefening serieus nemen.
Nu kom ik bij wat ik bedoel. Wetten.
Door me zo ernstig te mengen in deze discussie begin ik een hele hoop dingen te roepen en beweren.
Nu is het aan mij deze ook waar te maken en er zelf voor te gaan staan.
De volledige verantwoordelijkheid te nemen voor mijn daden en niet in de naam van wat dan ook, bijvoorbeeld het boeddhisme.
Do I practice what I preach? of Do I walk my talk? Zeer wezenlijke vragen die ik mezelf nu afvraag, en ik hoop ook dat anderen zoals sangha’s leraren en leerlingen dat nu doen.
Kan ik mijzelf aankijken in de spiegel en tevreden zijn over wat ik doe?
Kan een leraar dat ook? En een sangha? Zonder gewetenswroegingen?
Als ikzelf de plank aan het misslaan ben fouten bega of me niet aan mijn woord houdt. Dan is dat het recht van anderen mij daarop te wijzen. Ik dien dan de volledige verantwoordelijkheid voor mijn daden te nemen mijn excuses aan te bieden en zaken recht te zetten waar mogelijk.
Als ik nalaat daar gehoor aan te geven mag men zich herhaaldelijk beroepen op dat recht.
Ik hoop dat ik niet de enigste ben die deze ethiek deelt.
Laat deze in mijn ogen goede onrust in domineesland een spiegel zijn voor velen.
Joop Romeijn geeft in de blogpost:
“Heilzame en onheilzame structuren van groepen Leidraad om groepen en leraren te waarderen”
een mooie opsomming van vragen die men zichzelf persoonlijk eens mag stellen.
Niet als wetten maar als mogelijke tools om tot goede keuzes te komen aangaande het kiezen van een leraar en sangha.
Voor alle zoekenden is het behulpzaam om eerst de eigen verwachtingen te toetsen met vragen als:
* Wat zoek ik bij het boeddhisme?
* Wat verwacht ik van een groep?
* Was hoop ik bij een ‘leraar’ te verkrijgen?
* Zijn mijn verwachtingen realistisch?
Verder kunnen de volgende vragen ook nog behulpzaam zijn:
* Wat is mijn motivatie voor het begaan van het ‘boeddhistische pad’ ?
* Wat fascineert me in het boeddhisme?
* Ben ik gevoelig voor heilsgeschiedenissen of heilsverwachtingen?
* Welke rol spelen mijn behoeften voor de zekerheid, veiligheid, bevestiging en erkenning in m’n deelname aan een groep?
* Heb ik de indruk dat ik de groep net zo makkelijk kan verlaten als toen ik er binnenkwam?
* Heb ik de vrije keuze om contacten binnen en buiten de groep te onderhouden?
* Kan ik bekritiseren zonder te worden gediscrimineerd of veroordeeld?
* Staat in de groep de leer van Boeddha centraal of de leraren?
* Zijn de leraren gekwalificeerd door een grondige kennis van de boeddhistische leer en door hun eigen ervaring?
* Proberen de leraren zelf te leven volgens de leer van de Boeddha?
* Zijn de leraren en de desbetreffende groep ingebed in de eigen traditie?
* Zijn er contacten en uitwisselingen met andere groepen en leraren?
* Is er een bevestiging door andere erkende leraren?
* Ontstaat er afhankelijkheden in de relatie tussen leraar en leerling?
* Wat is de rol van titels, machtigingen en “carrièremogelijkheden” voor mij?
* Is er financiële transparantie in de organisatie?
* Is er in de groep sprake van ‘vrijgevigheid’?
* Heb ik mijn financiële onafhankelijkheid weggegeven?
* Geef ik meer uit (aan de groep) dan in mijn omstandigheden verstandig is? Ben ik in schulden geraakt? Is dat bij anderen in de groep het geval?
* Wordt bij het werven van nieuwe leerlingen of bij oproepen tot vrijgevigheid agressieve methoden gehanteerd?
* Word ik in het (vrijwilligers)werk dat ik doe, uitgebuit?
* Worden er seksuele relaties aangemoedigd, die onheilzame gevolgen hebben?
* Wordt er druk of geweld uitgeoefend op mij of op andere leden van de groep?
* Worden optredende schuldgevoelens gebruikt of zelfs versterkt; of wordt er hulp geboden in het overwinnen ervan?
* Is er sprake van laster, verkeerde informatie of minachting voor critici, andersdenkenden of andere groepen, leraren of tradities?
* Worden andere leraren en andere vormen van beoefening op een de waarde ervan aanduidende manier genoemd of aanbevolen?
* Word ik gemotiveerd in het nemen van m’n eigen verantwoordelijkheid en in m’n zelfrespect?
Met vriendelijke groet,
Pjotr Bos
(Typisch ik heb een andere naam en email op moeten geven want de account die ik tot voorheen gebruikte wordt geblokkeerd?! blijkbaar is BD niet zo blij met mijn reacties?)
Tom zegt
Jules, ik ben het helemaal met je eens. Ik heb dat elders in het BD ook gemeld. Er staan zoveel andere goede artikelen in dit blad. Ja, de dominee zat fout, dat werd bekend en er werd over gedebatteerd oa hier in het BD. Iedereen vond er wat van en dat mag (ook al weten we lang niet alles). Er komt echter een moment het stof van de kleren te kloppen, de das te rechten en weer verder te gaan. Dat vinden niet alleen jij en ik, ook het BD wilde even “rust” in de tent.
Maar kennelijk is het nog niet genoeg voor sommigen. Het moet aan nog meer en nog grotere klokken worden gehangen, de persoon verguisd en vooral het gelijk gehaald worden. Daarin vind ik weinig boeddhistisch gedachtegoed zitten. Over epidemische vormen aannemen gesproken; dit ziekelijk opjagen van aangeschoten wild doet me erg denken aan…. (nee, laat ik de eer aan mezelf houden en de vergelijking niet neerpennen…) Jules, dank voor de parabel! Ik had de kleren al afgeklopt en de das rechtgetrokken. Ik kijk nu weer in mijn oorspronkelijk looprichting en met de parabel in gedachte, zet ik weer de eerste stappen. Die dominee was gisteren, ik leef in het nu en ben op weg naar wat ik ook maar tegen mag komen!
Ron Sinnige zegt
Die dominee preekt nog steeds.
Tom zegt
Nee, hij is geen dominee al zegt hij van wel. Maar zijn “niet dominee zijn” zegt niet per definitie iets over de kwaliteit van zijn preken. Kennelijk zijn er nog volgelingen die naar zijn woorden willen luisteren. Zij zijn vrij in die keuze en die vrijheid van keuze mag hen niet worden ontnomen. Door niemand!
Ron Sinnige zegt
Niemand ontneemt je die vrijheid. Alleen zou ik me afvragen of ik onder een zenleraar wil trainen die liegt. Voorbeeldfunctie?
Tom zegt
Misschien bestaat er naastenliefde ondanks het besef van de zonde……..wie het weet mag het zeggen. Maar ik zal nooit zeggen dat ze bij hem weg moeten gaan. Als hun pad zo is, dit mee te maken, dan is dat zo. Je kunt een kind 10 keer zeggen dat hij voorzichtig moet zijn bij de kachel, maar weet het pas als hij zich een keer aan de kachel gebrand heeft. Empirische ervaring, goud waard!
Ron Sinnige zegt
Ja. En een gewaarschuwd mens telt voor twee. Ook goud waard.
Pim zegt
Eerlijk gezegd vind ik dit een beetje een belerend stuk waarin iedereen in de discussie over o.a. Zen.nl wel even een plaatsje zal worden toebedacht. En waarbij we dan zelf mogen bedenken welke rol we daarin hebben. Vervolgens krijgen we na wat kritische noten een duidende reactie van de auteur waarin ook de vrijheid van godsdienst erbij komt, iets over de maat nemen van anderen, een opmerking over oneigenlijke inmenging in de vrijheid van beoefening van boeddhisten en een waarschuwing over het gebruik van grote woorden. En dan als uitsmijter nog dat dit het tegengestelde is van waar boeddhisme over gaat. Dat moge wellicht zo zijn, maar wie de schoen past trekke hem aan? Ik zet er bewust een vraagteken achter, want misschien heb ik dit alles wel volkomen verkeerd begrepen?
Ik vind dat er helemaal geen sprake is van persoonlijke aanvallen naar de auteur, maar van reageerders die kritische vragen en opmerkingen hebben bij stukken in het BD, de stukken over RR in het bijzonder, en dus ook bij dit stuk. De actie van RR roept veel vragen op en het is er sindsdien niet duidelijker op geworden. Moet hij zich naar wie dan ook verantwoorden? Wellicht niet, maar het zou heel mooi zijn, en wie weet wel getuigen van inzicht, als hij dat wel doet.
Overigens, ik lees de stukken en reacties van Jules eigenlijk meestal met plezier lees en hoop dat dit een uitzondering was. Of misschien was dit wel de reactie waar hij op hoopte. Ik heb geen idee.
Deze mening is uiteraard het product van mijn ego. Ga jullie allen zoals het gaat en gegroet!
Tom zegt
Mooie reactie Pim! Mooi dat je eea open houdt. Ik heb weer wat geleerd!
Of mensen wel of niet iets moeten of mogen mbt het handelen van de dominee is aan het individu om te bepalen. Als reacties echter het karakter van een “man hunt” (lijken te) krijgen, is ook het individu die vanuit zijn persoonlijke vrijheid daar weer op reageert en probeert te zeggen: “het stormt misschien wel hard, maar het is daarmee nog geen slecht weer”. Daarop zullen anderen wel weer reageren dat het “klote weer” is. En dat mag natuurlijk ook…
robin zegt
Alle respect voor de mening van Jules Prast, maar toch jammer dat het Boeddhistisch Dagblad geen rol voor zichzelf ziet weggelegd om deze ‘kwestie’ eens goed uit te zoeken en te verslaan. Zoals ik al eerder zei, met gedegen hoor en wederhoor. In plaats daarvan spreekt met over ‘radiostilte’?! Onderzoeksjournalistiek is in Nederland al zo dun gezaaid en eerlijk gezegd zie ik Zembla deze kwestie niet aansnijden. ;-)
Ronald de Caluwé zegt
Zou zeker welkom zijn inderdaad.
En ik denk dat dit beter een rustige stemming in de comments zou bewerkstelligen dan verkramping en om de hete brei heen draaien.
Heb je Zembla gecontacteerd?
Utamwara zegt
Ik heb niet het gevoel dat dit artikel de mentale oorzaken van het lijden (verlangen en aversie) verhindert te ontstaan omdat aan de oorzaak ervan (onwetendheid en verwarring) geen einde wordt gemaakt.
Misschien is stilte én beoefening een beter alternatief dan het ventileren van opinies…