Boeddhistische geestelijke verzorgers raakten in ons land geleidelijk ingeburgerd als hulpverleners in gevangenissen en huizen van bewaring. In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk werken de boeddhistische ‘chaplains’ behalve in de bajes ook in hospices en in de krijgsmacht. Hoe zijn daar hun ervaringen?
De zenboeddhist Archarya Fleet Maull zat veertien jaar vast wegens drugssmokkel en tegelijkertijd leidde hij een meditatiegroep in de kapel van de gevangenis. Hij stond aan de wieg van boeddhistische geestelijke verzorging in de gevangenissen van de VS. In 1999 kwam hij vrij.
Tien jaar eerder had hij, van binnenuit als het ware, samen met anderen het Prison Dharma Network/Prison Mindfulness Institute opgericht, dat meditatietraining aan gedetineerden geeft, en twee jaar later bovendien de National Prison Hospice Association. Tijdens zijn detentie was hij ook vrijwilliger in een gevangenisziekenhuis. Wat hem beweegt om zich op deze manier voor anderen in te zetten, vertelt hij in eenvoudige woorden als hem wordt gevraagd of het niet moeilijk is zwijgend bij het sterven van zieken aanwezig te zijn.
Maull: ‘Het is moeilijk te leren, maar wanneer je in staat bent om er alleen maar te zíjn, omdat zij duidelijk gemaakt hebben niet te willen praten – ze kunnen zelfs met het gezicht naar de muur liggen – , dan zit je daar, in stilte, misschien wel een half uur of langer. Tegen het einde van hun leven zijn sommige patiënten zo bang om te sterven, om alléén te sterven, dat ze niet durven te slapen. Als je in staat bent om bij ze te zitten, gebruiken ze soms die tijd juist om te slapen. Eindelijk kunnen ze zich ontspannen, omdat hun vriend bij ze zit.’
Zelfreflectie in San Quentin
De zenpriester Seido Lee de Barros van het San Francisco Zen Center, die een groep voor zenmeditatie leidt in de gevangenis van San Quentin, legt uit: ‘Gevangen zijn is frustrerend, dus is er genoeg gelegenheid voor zelfreflectie. Frustratie heeft te maken met iets dat je niet kunt krijgen, dat is wat er in een gevangenis aan de hand is. Dan ben je bovendien in een omgeving die erg georganiseerd is. Het is dus zwaar voor ze.
Meditatie kan helpen de pijn te verzachten, het is een middel voor zelfreflectie. Je observeert wat opkomt. Is het frustratie of woede, dan is dat het object van je meditatie. Als ze frustratie zien als een object en dat onderzoeken, dan gaat er een knop om. En plotseling zijn ze bevrijd, in de gevangenis.’
Luisteren verlicht het lijden
Ook de historische Boeddha was een geestelijk verzorger, zegt de zenboeddhiste Jennifer Block. Zij is een van de eerste boeddhistische geestelijk verzorgers in de VS en heeft inmiddels twaalf jaar ervaring. Ze studeerde aan de (boeddhistische) Naropa University en is verbonden aan het San Francisco Zen Center en het Zen Hospice Project.
‘Iedereen heeft tijdens moeilijke levensfases aanmoediging, steun en richting nodig,’ aldus Block. Een boeddhistisch geestelijk verzorger biedt dit door te luisteren, door een hart onder de riem te steken, een handige gids te zijn of iemand de ogen te openen. Hij of zij hoeft geen religieuze autoriteit te zijn, maar wel een ervaren begeleider die weet wat menselijk lijden inhoudt.
Wat boeddhistisch geestelijk verzorgers nastreven is lijden te verlichten. Soms is het lijden veroorzaakt door lichamelijke pijn, maar geestelijke pijn kan ook ontstaan door woede, angst, schuldgevoel, zelfverwijten, schaamte, eenzaamheid en machteloosheid.
Een boeddhistisch geestelijk verzorger moet volgens Block bereid zijn getuige te zijn en anderen te helpen hun eigen waarheid te ontdekken, te luisteren naar belangrijke verhalen en ervaringen, en de ander helpen het leven direct onder ogen te zien. Hij of zij moet tegenstrijdigheden in de zorg kunnen accepteren, erop hopend dat dit leidt tot enige vorm van verlichting. En: mensen kansen bieden zich bewust te worden van hun Ware Natuur, hun boeddhanatuur.
Master of Divinity
Een geestelijk verzorger is volgens de gangbare omschrijving een geestelijke of leek die in opdracht van een kerkgenootschap of een andere organisatie geestelijke bijstand verleent in een instelling, in een bedrijf of bij de overheid. In de VS, net als in het Verenigd Koninkrijk, werken boeddhistisch geestelijk verzorgers uit allerlei tradities niet alleen in gevangenissen, maar ook in ziekenhuizen en zelfs in het leger.
Wie boeddhistische geestelijk verzorger wil worden kan terecht bij diverse instellingen, zoals het Upaya Zen Center van Roshi Joan Halifax in Santa Fe en de Naropa Universiteit in Boulder (Colorado) die een Tibetaans-boeddhistische achtergrond heeft. De afgestudeerden zijn Master of Divinity (M.Div.), een graad die vereist is om het beroep van geestelijk verzorger te mogen uitoefenen in een gevangenis of ziekenhuis.
Studenten verdiepen zich in de boeddhistische teksten, in hun historische en hedendaagse context, en in de uiteenlopend boeddhistische tradities en stromingen. Ze leren de basisprincipes van het boeddhisme toe te passen in de praktijk. Ze worden getraind in algemeen pastoraal werk, met nadruk op de boeddhistische traditie van hun keuze. Belangrijk onderdelen vormen rituelen en natuurlijk meditatie. Ten slotte lopen de studenten stage op een plek van hun keuze.
Boeddhistische gevangenen
In het Verenigd Koninkrijk begon de theravada-monnik Ajahn Khemadhammo in 1977 als boeddhistisch geestelijk verzorger voor gedetineerden. Samen met anderen zette hij in 1985 de Buddhist Prison Chaplaincy Angulimala op, die in hetzelfde jaar door de Britse overheid officieel werd erkend. De organisatie maakt geen onderscheid tussen de verschillende boeddhistische tradities.
De boeddhistisch geestelijk verzorger Devin Ashwood, een beoefenaar van soto zen, heeft in de Britse gevangenissen boeddhisten uit de hele wereld ontmoet. De één is een theravada-boeddhist uit Thailand, beschuldigd van vrouwenhandel voor de prostitutie. Een ander is een Vietnamese mahayana-boeddhist die door criminelen naar Engeland is gelokt om in een hennepkwekerij te werken. ‘Sommige gevangenen die hier voor het eerst komen spreken goed Engels, maar velen helemaal niet. Ik kan me wel voorstellen dat opgesloten zijn in een vreemd land met een onbekende cultuur dan helemaal een beangstigende ervaring moet zijn.’