Deze maand ligt de biografie Op zoek naar het ongerijmde van Marjan Beijering over Janwillem van de Wetering in de boekwinkels. Van de Wetering werd geboren in Rotterdam, maar wat heeft die stad aan zijn (spirituele) vorming bijgedragen?
Hoe Rotterdams was de spiritualiteit van avonturier, auteur en zenstudent Janwillem van de Wetering? In het verleden is daar over gefilosofeerd. Onder andere door een panel, bestaande uit de Rotterdamse filosoof Henk Oosterling, die het werk van de geestelijk vader van Grijpstra & De Gier door en door kent, historicus Marjan Beijering, die een biografie over Van de Wetering voorbereidde, Ingrid Dassen (Vipassana, Boeddhahuis Rotterdam) Erik Hoogcarspel, tegendraads filosoof en boeddhist, Ernst Kleisterlee (Shambhala), Ramon Michielse (zen.nl) en René Spork van het Rotterdamse stadsarchief, in Museum Rotterdam.
Als geboren en getogen Rotterdammer – en fan van de ongepolijste en levenslustige Janwillem van de Wetering, wil ik een kanttekening plaatsen bij deze gebeurtenis. Als het museum een goede honderd kilometer noordelijker had gelegen (020) had met net zoveel nadruk de vraag gesteld kunnen worden: ‘Hoe Amsterdams was de spiritualiteit van de schrijver van de autobiografische zentrilogie, bestaande uit De lege spiegel, Het dagende niets en Zuivere Leegte?’ Veel liefhebbers die het oeuvre van deze Rotterdammer nog steeds koesteren, plaatsen hem toch meer in 020 dan in de Maasstad.
Van Van de Wetering is bekend dat hij Rotterdam maar saai vond – er werd volgens hem alleen gewerkt- waardoor hij Amsterdam als stad om te wonen en werken verkoos boven zijn geboortestad Rotjeknar. In de hoofdstad leidde hij een klein textielbedrijf in de binnenstad. En het avontuur vond hij door zijn werk voor de Vrijwillige Gemeentepolitie, waar hij kennismaakte met de zelfkant van het leven. De ideeën voor zijn latere Grijpstra & De Gier-serie vond hij letterlijk op straat.
Toch was het een goed idee om in Rotterdam – in een museum nota bene, de meeste werken van de auteur worden niet meer herdrukt – de spirituele roots van Van de Wetering te gaan onderzoeken. Als negenjarig kind zag en hoorde hij hoe op veertien mei 1940 Duitse vliegtuigen hun bommen afwierpen op de stad en de binnenstad tot een brandende puinhoop maakten. Honderden mensen kwamen om in de vlammenzee, of onder neerstortend puin, onder wie enkele van mijn familieleden. In meerdere interviews noemt Van de Wetering het bombardement op Rotterdam en het verdwijnen van zijn Joodse en ook Duitse klasgenoten ‘vormende jeugdherinneringen’. Een kind dat vol onbegrip zag hoe onbekenden het voorzien hadden op zijn leven en dat van vele duizenden onschuldige anderen. Misschien is daar de vraag naar het waarom van zijn levensvragen geboren en het markeren van een zoektocht, die een groot deel van zijn leven duurde.
Janwillem van de Wetering werd geboren in Rotterdam, als zoon van een Rotterdamse zakenman die werkte bij een voorloper van Internatio, een in 1863 opgericht handelshuis om voor Twentse katoenfabrikanten een afzetgebied in Nederlands-Indië voor hun producten te creëren. Hij groeide als jongste kind (hij was een nakomertje en scheelde met zijn oudste zus achttien jaar) op in het centrum van de stad. Zijn ouders hadden nog drie dochters en een zoon. Toen hij tien was verhuisde de familie naar de villawijk Hillegersberg en bewoonde daar een kapitaal pand aan Plasoord. Een landtong gelegen in het water van de Bergse Voorplas.
Vanaf zijn jeugd droomde hij ervan schrijver te worden, maar het schrijven wilde lange tijd niet vlotten. Van de Wetering las veel (de dichter Slauerhoff, van wie hij een portretje op zijn kamer had hangen, was zijn favoriet). In de oorlogsjaren ging hij in Rotterdam naar de HBS maar hij voltooide die opleiding in 1948 aan het Christelijk Lyceum in Zeist.
Onder druk van zijn vader begon hij aan een studie in Delft, maar dat werd een groot fiasco. Plotseling was hij verdwenen; na een zoektocht werd hij teruggevonden in Noord-Holland, , waar hij werkte als boerenknecht. Op aandringen van broer en zus en hun echtgenoten mocht hij zich inschrijven op het toen nog elitaire Nyenrode, waar hij in 1951 zijn studie voltooide. Daarna werkte hij in het bedrijf van een zakenrelatie van zijn vader. Vanaf 1952 was hij vertegenwoordiger van dat bedrijf in Zuid-Afrika.
Na het overlijden van zijn vader in 1957 volgde Janwillem van de Wetering een studie journalistiek in Londen. Hij was ingeschreven als ‘vrije student’ en behaalde een diploma Engelstalige vaardigheid. Ook volgde hij colleges filosofie bij professor Ayer.
‘Die ontmoeting met Ayer was heel bepalend voor de spirituele weg die Janwillem in zou slaan. Jij zoekt het niet in de filosofie, maar in een mystieke oplossing, zei Ayer die hem aanraadde in Japan zen te gaan studeren’, zegt de Rotterdamse historicus Marjan Beijering. ‘Dat advies volgde Janwillem ook op. Eind jaren vijftig ging hij naar het Daitoku-ji Zen-klooster in Kyoto in Japan. Heel opmerkelijk voor die tijd, hij was een echte pionier. Weinig westerlingen gingen hem voor. In het klooster was al wel een groep Amerikanen toegelaten.’
Beijering wilde zich indertijd nog geen echte biograaf van de schrijver noemen, maar zoekt uit –onderzoekt bronnen en praat met mensen die Janwillem gekend hebben, familieleden en anderen in en buiten Nederland- of er genoeg materiaal is om een biografie te schrijven.
In Portland (VS) is een kleine boekhandel die gespecialiseerd is in thrillers en detectives: The Green Hand. De eigenaresse probeert het werk van Janwillem van de Wetering op voorraad te houden omdat ze een klantenkring heeft met een aantal verstokte fans. Zelf waardeert ze de eerlijkheid en humor in zijn boeken. Eerlijkheid en humor, daarmee kun je de werkelijkheid te lijf.
Haar interesse in de schrijver groeide geleidelijk. ‘Zo rond 2005, ik deed toen zenmeditatie, las mijn leraar Bep Schrevendijk een stuk tekst voor uit De lege spiegel. Dat raakte mij en is me altijd bijgebleven. Dat iemand zo open en eerlijk over meditatie kan schrijven. Het fascineert me waarom Janwillem voor veel mensen een voorbeeldrol vervult. Hij is altijd een zoeker op het spirituele pad gebleven. De mensen die ik over hem sprak zeggen vrijwel allemaal op de een of andere wijze door hem geraakt te zijn. Zoals jij mij nu net ook vertelde.
Naar gelang mijn onderzoek vordert wordt hij voor mij steeds interessanter. Niet alle boeken van de schrijver vind ik even geweldig. Maar in Een dode uit het Oosten, dat in Japan speelt, beschrijft hij op een inspirerende wijze het leven in dat land en het boeddhisme. In Zuivere leegte, ik weet dat boeddhisten kritisch zijn over dat boek, vertelt Van de Wetering op een open wijze wat het boeddhisme voor hem betekent en wat voor invloed dat heeft gehad op zijn leven. Het is het eerste boek dat ik van hem las en ik vond het interessant omdat het een beeld geeft van zijn ervaringen met het zenboeddhisme.’
Lezers leerden Janwillem van de Wetering kennen als schrijver, motorrijder, politieman, zakenman, avonturier, boeddhist. Zelf relativeerde hij die rollen voortdurend. Nog steeds is het lastig om te achterhalen wat echt gebeurd is en wat hij verzon. De werkelijkheid maak je zelf, dat was wat de Indiase goeroe Nisargadatta, zijn grote held, hem leerde: The search for Reality is the most dangerous of all undertakings, for it destroys the world in which you live.
Beijering gelooft dat de tijd die het gezin Van de Wetering in voormalig Nederlands Indië heeft gewoond, van invloed is geweest op de spirituele vorming van de jonge Janwillem. Het gezin keerde in 1925 terug naar Nederland, zes jaar later werd Janwillem geboren. ‘Doordat Indië een rol speelde in het gezin van Van de Wetering, was het Oosterse denken niet vreemd voor hem. Hij wilde in zijn boeken over Grijpstra & De Gier iets kwijt van zijn levensfilosofie, het gaat vaak meer om de karakters van mensen en om de manier waarop zij met hun leven omgaan dan om het plot van de detectives.’
Overigens komt de schrijver niet uit een typisch Rotterdams boeddhistisch milieu. Het boeddhisme vond pas in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw een plek in de havenstad. Wel was Rotterdam in de jeugd van Janwillem al een smeltkroes van mensen met verschillende nationaliteiten en culturele achtergrond, zoals de grote Chinese kolonie op Katendrecht. Als er al sprake was van boeddhistische invloeden was dat beperkt en niet waarneembaar.
‘Het gezin was welgesteld, dat zie je wel aan het huis in Hillegersberg dat het bewoonde’, zegt Beijering, terwijl we op een inmiddels sterk afkoelend caféterras aan de Weissenbruchlaan kijken naar het grote, monumentale pand aan het water. Ouders en familie legden de eigengereide en avontuurlijke zoon en broer weinig in de weg. Beijering: ‘Ze vonden de keuzes die de eigengereide Janwillem maakte niet altijd prima. Ze probeerden die ook wel in goede banen te leiden. Janwillem ging pas naar Japan nadat zijn vader was overleden. Maar ze zagen ook vooral de zoekende kant in hem.’
Hoewel ze toen nog middenin het onderzoek zat naar de achtergronden en drijfveren in het leven van deze bestsellerauteur, meent Beijering dat Rotterdam toch wel heel erg verbonden is met het begin van zijn zoektocht.
‘Dat bombardement op Rotterdam, de vraag: waarom, waarom ik, wat heb ik misdaan, het zoeken naar een antwoord. Dat heeft Van de Wetering, zoals hij zelf een paar keer tot uitdrukking heeft gebracht, laten verworden tot een zoeker. Dat vind je terug in De lege spiegel , waarin hij beschrijft hoe hij na anderhalf jaar vol twijfel het Japanse zenklooster verliet. En ook in zijn verklaring waarom hij na vijf jaar in een zengemeenschap in het Amerikaanse Main die gemeenschap achter zich liet. Ik vind het zo frappant dat Janwillem geen volger maar altijd een zoeker is gebleven. Zijn eigen weg vindend. Niet iedereen zal hem een diepgravende spirituele man en auteur vinden. Maar ik vind het juist interessant dat hij nooit een vastgeroeste gelovige is geworden. Zijn eigen pad zoekend, nooit aan één stroming verbonden is gebleven.’
Die reizen waren ook een bron van inspiratie. In zijn verhalen beschrijft hij soms hoe hij op de luchthaven of in het vliegtuig bij mensen tegenkwam die hem een goede tip of een interessant verhaal aan de hand deden. Zo kwam hij op het idee om grond te kopen en te verkopen in Maine, en ontmoette hij de Indiase goeroe Baba aan wie hij een verhaal wijdde in Zuivere Leegte. Alles is toeval, maar het is een vorm van levenskunst om kansen en mogelijkheden die voorbij komen ook daadwerkelijk te benutten.
Beijering zegt het als biograaf interessant te vinden om boven water te krijgen waardoor hij anderen als schrijver en zenstudent inspireerde. Van de Wetering behoorde ook niet direct tot de literaire wereld. ‘Maar ik vind hem zo bijzonder omdat hij zo’n bijzondere levenswandel had. En zo’n grote groep volgers heeft, nog steeds. In de jaren zeventig en tachtig was hij een bestsellerauteur. Hoe kwam dat nou, waar bestond die groep trouwe lezers uit. Het lijkt zo buitenissig, detectives schrijven met een levensfilosofie erachter. Ik zit nog middenin die zoektocht. Hij paste in die tijd waarin veel mensen zoekende waren naar spiritualiteit. Die mensen sprak hij met zijn boeken aan. De boeken over Grijpstra & De Gier waren ook intelligente detectives, voor naar mijn mening hoger opgeleid publiek. Waarbij het om meer ging dan het plot.’
Ben je er al achter gekomen hoe Rotterdams en boeddhistisch Van de Wetering als schrijver was?
‘Dat hebben we voorgelegd aan het panel. Henk Oosterling, zelf ook altijd op zoek naar de praktische kant van, misschien niet het boeddhisme, maar wel van zen en Japan, heeft het over doeldenken. Doel en denken moet in feite een zijn, daarin zit een soort wijsheid. Dat is een mooie gedachte om naast die van Janwillem te zetten.’
Het Rotterdamse Boeddhahuis is een van de organisatoren van ‘Hoe Rotterdams was de spiritualiteit van Janwillem van de Wetering’. Hoe zit dat?
Marjan Beijering: ‘Dat hij zijn eigen weg zocht, geïnteresseerd was in verschillende boeddhistische stromingen, sluit aan bij de gedachte van het Boeddhahuis, een vrij unieke samenwerking tussen verschillende Rotterdamse boeddhistische groepen. We onderhouden een website die een portal voor Rotterdams boeddhisme is, mediteren op woensdagochtend bij de Hub aan de Heemraadssingel en organiseren zo nu en dan een gezamenlijk evenement. Zoals dit.’
Jan Willem Lincoln van de Wetering. Rotterdam 12 februari 1931 – Blue Hill (Maine, VS) 4 juli 2008was een Nederlandse schrijver, zakenman en avonturier. In 1984 werd hij bekroond met de Franse Grand prix de littérature policière.
Bron Wikipedia, BD, eigen archief. Boeddhahuis www.boeddhahuis.nl en http://janwillemvandewetering.blogspot.nl/ De boeddhistische omroep (BOS) maakte in 2004 een portret van Janwillem van de Wetering: ‘To Infinity and Beyond’. De film is te zien via Uitzending Gemist http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1129411