Het is niet verwonderlijk dat het begrip “gelijkheid” in andere culturen geen rol speelt. Blijkbaar heeft men daar wel van de ervaring geleerd. Voor Confucius waren rangen en standen in de maatschappij noodzakelijk voor een harmonische en goed functionerende samenleving. Een referendum zou volgens hem alleen maar tot grote rampen leiden, want ongeletterde en slecht opgevoede mensen kunnen niet weten wat het beste is voor ieder. Mencius voorspelde rampen als de regering niet uit intellectuelen zou bestaan maar uit handwerkslieden (Mencius 3a4; TTC: 2705).
In de Bhagavadgīta wordt de totale maatschappelijke ineenstorting gekenmerkt door het zich vermengen van de kasten. In het oude Griekenland tenslotte werd rechtvaardigheid gedefinieerd “als ieder geven wat hem toekomt”, dus niet iedereen hetzelfde of evenveel geven. De Boeddha heeft het nooit over gelijkheid gehad. Alleen in de theorieën over de tathāgathagarbha of boeddhanatuur, kwam de gelijkheidsgedachte naar voren in de stelling dat iedereen een kiem van boeddhaschap in zich heeft. Dit bleef natuurlijk theorie, het veranderde niets aan het kastesysteem in India of aan de slaven- en eneuchenhouderij in China.
Every little girl
De schijnheiligheid van de gelijkheidsideologie komt duidelijk naar voren in de inaugurale rede van de Amerikaanse vicepresident Kamala Harris. Ze was erg trots op het feit dat zij als eerste niet-blanke vrouw zo’n belangrijke positie had gekregen en zei: “… Because every little girl watching tonight sees that this is a country of possibilities…” (… want ieder klein meisje dat vannacht kijkt ziet dat dit een land met mogelijkheden is…). Natuurlijk wist een cameraman een beeld op te vangen van een klein donker meisje dat tranen in ogen had. Heel de wereld was ontroerd en even overtuigd van de superioriteit van de “beschaving” in de V.S.
De waarheid is heel anders zoals iedereen weet. Verreweg het grootste gedeelte van al deze kleine meisjes in de Verenigde Staten zullen in de schoonmaak terecht komen of winkelbediende worden. Daarnaast zal er een aantal in de zorg belanden of in het onderwijs, waar ze met drie banen tegelijk net de huur kunnen betalen. De kans dat een kind in de VS, of waar dan ook, stinkend (invloed)rijk wordt, is dus verwaarloosbaar klein. Je hebt meer kans om rijk te worden met magneetvissen.
Ongelijkheid wordt in onze “cultuur” dus stelselmatig ontkend. Het is zelfs nog erger: als je je “possibilities” niet waar maakt, dan ben je een luie donder omdat je niet het beste uit jezelf hebt gehaald! Dit is niet veel anders dan in India, waar je het aan jezelf te wijten hebt als je bijvoorbeeld dagelijks het riool in moet duiken om met je handen verstoppingen los te trekken. Dit komt namelijk omdat je van een lage kaste bent en dat komt weer omdat je zelf vroeger slecht karma hebt gemaakt! In India heb je dan nog het vooruitzicht dat dat slechte karma eens uitgewerkt raakt en dat er dan betere tijden zullen uitbreken. Voor de kinderen in de Verenigde Staten zit dat er niet in: het verschil tussen rijk en arm alleen wordt maar groter. Dit doet “onzichtbare hand”, die door middel van gelijkheid economische ongelijkheid schept.
Gelijkheid maakt dus niet gelukkig, wat dan wel? Als we dan niet gelijk zijn komt dat doordat we onvergelijkbaar zijn. Vaak wordt vergeten dat je een ander als medemens kunt respecteren buiten alle verschillen in status en bezit om. Ik herinner me dat ik op een keer in Varanasi in een restaurant zat te eten, terwijl even verderop een jongen van een jaar of 16 de vloer aan het dweilen was. Ik keek hem aan en hij stak zijn hand uit en ik liep naar hem toe en schudde hem de natte hand. Er verscheen een brede glimlach op zijn gezicht.
Gelijkheidsbegeerte
Volgens de Franse filosoof René Girard bestaat de bron van alle kwaad uit de begeertes die ontstaan doordat we anderen nadoen. Tijdens Chinees nieuwjaar reizen bijvoorbeeld alle Chinezen als het enigszins kan naar hun geboorteplaats. Dat is helemaal niet handig, maar men doet dit omdat iedereen het doet. Als het een paar dagen vriest is iedereen bang om deze gelegenheid te missen zodat er wegen en parkeerplaatsen worden afgesloten, omdat het anders te druk wordt. Sinds het begin van de mensheid zijn jongeren altijd opgegroeid zonder met duizenden bij elkaar in een grote ruimte onder oorverdovend lawaai te gaan hossen. Nu dit even niet kan, klagen de jongeren steen en been. Trouwens, ook de begeerte naar een spijkerbroek is op imitatie gebaseerd. De meest kolossale invloed doet zich echter gelden in de financiële wereld. Miljonairs en miljardairs vergaren geld met geen andere drijfveer dan meer te hebben dan iemand anders. Ze halen allerhande half-legale trucs uit om geen belasting te betalen, hoewel ze dat zich best kunnen permitteren. Ze houden hun werknemers in de armoede en vervuilen de natuur, zonder enige wroeging, alleen maar omdat anderen dat ook doen.
De gelijkheidsideologen vergeten de achtergrond van schaarste waarbij iedereen wil wat de ander heeft. Alleen daardoor kan gelijkheid een zeker gevoel van acceptatie geven omdat iedereen gelijke kansen heeft. Omdat hetzelfde iedereen wil, kan echter niet iedereen dit bemachtigen. De schaarste is dus onvermijdelijk en de meerderheid is zo veroordeeld tot ontevredenheid. Deze concurrentie van allen tegen allen is de basis van onze economie, de economie van de armoede, de afvalrace in meer dan een betekenis. Girard wijst erop dat deze schaarste tussen de oren zit. Hij is niet de eerste, ook de stoïcijnen, de epicuristen en de boeddhisten hebben dit altijd al verkondigd.
Een arme monnik vond een waardevolle edelsteen, hij besloot deze aan de rijkste man van het dorp te geven, in de vaste overtuiging dat die er meer behoefte aan had dan hij.
Gelijkheid is een illusie
De Boeddha heeft het nooit over gelijkheid gehad. Waarom zou hij ook? Als er geen zelf bestaat, dan is er niets dat gelijk of verschillend kan zijn. Gelijkheid is het resultaat van vergelijken en dat doen mensen die in samsāra verwikkeld zijn. Gelijkheid is bovendien een mooi voorbeeld van pratītya samutpāda, het afhankelijk ontstaan. Gelijkheid (of ongelijkheid) is namelijk een relatie tussen twee dingen die bovendien van een bewustzijn afhankelijk is. Om gelijk te zijn (of te hebben) moet je minstens met zijn tweeën zijn en een norm en een getuige hebben. Je bent nooit gelijk zonder meer, maar altijd aan iets anders of een ander. Je kunt ook niet gelijk zijn aan jezelf, want dan zou je nooit kunnen veranderen, aldus Nāgārjuna. Wil de gelijkheid geen mening maar een feit zijn, dan moet dit bevestigd worden vanuit een objectief punt van overzicht buiten mij en de ander om. Net zo goed als ik niet kan weten of ik dezelfde lengte heb als iemand anders zonder te meten, kan ik ook niet weten of ik hetzelfde over iets denk als een ander zonder mijn gedachten en die van de ander te vergelijken vanuit een objectief gezichtspunt. In een goed gesprek kan ik met de ander samen dit objectieve of intersubjectieve standpunt trouwens wel ontwikkelen. Daarbij is het wel nodig dat er tenminste enkele inzichten zijn die we samen delen en vanwaar we kunnen uitgaan.
Wat de gelijkheidsideologen in hun verblinding vergeten is het menselijk lijden. De Boeddha heeft het daar wel veel over gehad en hij was niet de enige. Volgens zijn inzichten wordt dit lijden niet verholpen door iedereen gelijk te maken en door elke hiërarchie af te schaffen. Als dat het geval was dan was een correctie van de taal, wat Confucius zhèngmíng (正名) noemde, al genoeg voor een collectief nirvāṇa van de gehele taalgemeenschap. Dat dit niet werkt is in de praktijk gebleken. Het taboe op het woord ”neger” heeft in de V.S. niet gezorgd voor betere levensomstandigheden van de “African Americans” en andere niet-witte Amerikanen.
Wat dan? Vergeet gelijkheid. Je hebt meer kans op blijvend geluk als je los kunt breken van de wildgroei van begrippen, de prapañca, die ontstaat door de dictatuur van de middelmaat en van vergelijkingen en narcisme.
Girard, René (1986): De romantische leugen en de romaneske waarheid. Kok Agora, Kampen, vert. Hans Weigand
Li, Chenyang (2012). Equality and Inequality in Confucianism. Dao, 11(3), 295‑313.
https://hdl.handle.net/10356/79619
Kamala Harris: https://www.esquire.com/news-politics/a34608824/kamala-harris-victory-speech-full-transcript/