Wat is Karma yoga en wat betekent het in het dagelijks leven?. Om te beginnen heeft het begrip karma meerdere betekenissen, net als het woord: werk. Vroeger had ik werk. Nu schrijf ik een boekwerk. Als kind werd ik soms gepest, en dat vond ik van de plaaggeesten die dat deden geen werk. Het werk van een kunstenaar levert een kunstwerk op, en jong hout werk nog. Een uurwerk is een ding, een uur werk duurt zestig minuten.
Karma. De eerste betekenis die dit woord heeft in combinatie met Karma-yoga is: al jouw doen en laten. Vooral ook dat laatste. Veel mensen veronderstellen dat alleen wat je doet telt, maar dat is slechts de helft van de realiteit. Alles wat je laat – dus niet doet – telt ook. Maar uitsluitend wanneer je je dat bewust bent. Het gaat – zoals alles bij yoga – om de intentie! En intenties bestaan uitsluitend bij de gratie van bewustzijn. Om het begrip ‘karma’ juist te kunnen vatten, zul je dus óók moeten snappen wat intenties zijn en wat bewustzijn is. Simpel gezegd: je bent je ergens bewust van als je beseft wat er is en wat er gebeurt. Voor Karma-yoga is het dus noodzakelijk dat je beseft wat je doet en ook beseft wat je niet doet. Je doet iets omdat je dat wilt doen, en je laat iets omdat je ervoor kiest dát “iets” niet te doen. Voorbeelden: Iemand valt in het water en dreigt te verdrinken. Jij ziet dat, maar je doet niks… dat betekent dat je er – om welke reden ook – voor hebt gekozen die persoon aan zijn lot over te halen. Daarmee schep je karma. Is dat goed of is dat niet goed? Dat weet ik niet, omdat ik geen idee heb waarom je niets doet. Misschien kun je zelf niet zwemmen? Misschien staat er een gevaarlijk sterke stroming waar jij niets mee kunt, behalve óók verdrinken. Er kan van alles aan de hand zijn. Maar wat er ook aan de hand is, er ontstaat karma zodra jij besluit géén actie te ondernemen – of dat nu uit verlammende angst is of vanuit een weloverwogen keuze. In het eerste geval kun je zelfs de intentie hebben de ander te redden, maar jouw angst blokkeert dat. Een sterke stroming is ook een duidelijke redenen: je wilt jezelf niet óók tot drenkeling maken. Maar misschien houd je jezelf wel terug van reddingspogingen, omdat je een hekel aan de persoon hebt en eigenlijk wel blij bent dat je er op deze manier vanaf komt. De intentie is dan misschien wel: “opgeruimd is netjes”. Daarmee creëer je wél karma! Maar stel nu dat die persoon in het water valt terwijl je daar helemaal niets van meekrijgt? Dan ontstaat er ook geen karma, want er valt voor jou helemaal niets te doen of te laten.
Je kunt met karma ook geen berekeningen maken, zoals sommige mensen doen. Die tellen goede daden bij elkaar op en trekken daar weer slechte daden van af… zo werkt het niet. Karma is geen rekensom. Als je maar genoeg goede daden doet, blijf je in de plus, mits je natuurlijk niet te veel slechte daden op je kerfstok hebt, want dan kom je in de min!. En, zo denken die mensen dan, hoe hoger je in de plus eindigt, hoe beter jouw volgende leven op aarde zal zijn, als je in reïncarnatie gelooft, en hoe lager in de min, hoe slechter of armzaliger jouw volgende bestaan. Je zou zomaar in een volgend leven als aardworm ter wereld kunnen komen. Of als steekmug. Ik noem maar wat. Nogmaals: zo werkt het niet.
Re-incarnatie betekent: opnieuw in het vlees komen. Hier speelt ook het begrip samsara of samskara een rol. Samsara’s zijn impressies (of gewoontes) die we van de wereld hebben en waardoor we op bepaalde dingen altijd op een bepaalde manier reageren. Jouw persoonlijke samsara’s zijn gevormd door dingen die je hebt meegemaakt in het verleden. Voorbeeld: Ben je vroeger eens een keer een yogales binnengestapt, maar was dit een hele ongemakkelijke ervaring? Dan heb je misschien wel de overtuiging opgebouwd dat yoga niets voor jou is. Elke keer als yoga op je pad komt, reageer je bijna automatisch met ‘dat is niets voor mij’. Dit is een samsara. Het is een bepaalde (vaak beperkende) overtuiging die je over iets hebt. Samsara’s weerhouden je ervan om de wereld te zien zoals hij echt is. Samsara’s zijn er in alle soorten en maten en hebben meer invloed op je leven dan je vaak denkt. Nog enkele voorbeelden:‘ Waarom heb ik altijd ongeluk?’ ‘Ik kan geen leuke baan krijgen want ik ben niet slim genoeg.’ ‘Zo ben ik nu eenmaal en ik kan niet veranderen.’ ‘Als ik een presentatie moet geven raak ik altijd in paniek.’ Deze samsara’s beïnvloeden hoe we op dingen reageren en hoe we handelen. Vervolgens beïnvloeden ze ons doen en laten (karma) en hoe we reageren op gebeurtenissen die we meemaken en daardoor weer op de samsara’s die we hebben. Een vicieuze cirkel dus.