Het boze oog en juist spreken
Tom Poes en het boze oog verscheen in de dagbladen in 1961. In 1967 verscheen het als openingsverhaal in Als je begrijpt wat ik bedoel, een bestseller voor de uitgeverij De Bezige Bij. Het boze oog is een van de meest gelezen boeken uit de Bommelsaga en nog steeds actueel. In dit boek staat één thema centraal: kwaadsprekerij. In het volgende artikel maak ik dankbaar gebruik van Bommel en bijbel van Klaas Driebergen. Juist spreken volgt aan het eind van dit artikel.
Het boze oog
Iemand die het boze oog heeft zou anderen kwaad doen door een blik op hen te werpen, maar ook op hun huis, op hun bezittingen, hun oogst, hun dieren, of op hun kinderen. Boos betekent hier ‘vijandig gezind, jaloers’. Noem het volksgeloof, of bijgeloof, het was en is voor velen een werkelijkheid.
De mythe van ‘Het boze oog’ is oeroud. De vroegste vermelding komt uit Soemerië in het huidige Zuidoosten van Irak, op kleitabletten uit 3000 voor onze jaartelling. Het verschijnsel kwam ook voor in het oude Egypte, het oude Griekenland, in het oude Rome en verspreidde zich verder naar het Keltisch gebied in Noord-Europa.
Dit geloof is nog steeds sterk verbreid in Azië, in het Midden Oosten en in het Middellands Zeegebied. Niet alleen joden, christenen en moslims zijn ermee bekend, ook hindoes en boeddhisten. In de bijbel komt het boze oog verschillende keren voor, aldus Klaas Driebergen in zijn boek Bommel en Bijbel.
Het kwaad
Wie hebben het boze oog? Mensen met een zeldzame kleur ogen bijvoorbeeld, of met ogen die op een andere manier opvallen, ook mensen met doorgetrokken wenkbrauwen. Zij die andere opvallende lichamelijke kenmerken hebben, liepen ook een risico, bijvoorbeeld omdat ze roodharig zijn.
In Europa werd in de Middeleeuwen meestal van vrouwen gezegd dat ze het boze oog zouden hebben. Heksen zouden het gebruiken tegen hun vijanden. Hun slachtoffer werd bijvoorbeeld ziek, raakte zijn echtgenoot of echtgenote kwijt of verloor alle bezittingen.
Ging er iets mis in het dorp, zoals koeien die geen melk meer geven, of zieke kinderen, dan kregen mensen die anders waren daarvan de schuld en waren de pineut. Berucht in Europa zijn de heksenvervolgingen, die voornamelijk plaatsvonden tussen 1450 en 1750.
Amuletten zijn de belangrijkste beschermingen tegen het boze oog. Een voorbeeld hiervan is de handvormige hamsa amulet, (Fatima-handje). De kleur blauw van de oogvormige nazar-amulet zou zuiverend werken. Het reciteren van bijbel – en koranpassages helpt ook, volgens de overlevering. Ook kan iemand zich beschermen door een symbolisch handgebaar als het boze oog op hem wordt gericht, hij maakt dan een hoorn met de wijsvinger en pink.
Het tijdschrift ‘Historiek’ vermeldt in het artikel ‘Een geschiedenis van de heksenvervolgingen’ (2017): ‘In het gebied van de huidige provincie Groningen zijn tussen 1547 en 1597 wegens toverij 57 terechtstellingen bekend. In het gewest Holland bedroeg het aantal slachtoffers niet meer dan enkele tientallen, bijvoorbeeld te Beverwijk in 1537. (…) Tussen 1544 en 1546 zijn er in Putten, Epe en Nijkerk enkele processen gevoerd in verband met waarzeggerij en smaad. In 1571 werd Anne Heinrichs te Amsterdam verbrand, vereeuwigd op een kopergravure van Jan Luyken. Op het Paardeveld in Utrecht vonden in 1595 Maria Burkens en Volkert Hendriks en hun 17-jarige dochter Hendrikje op de brandstapel hun einde. Op 25 juli 1595 belandde te ‘s-Heerenberg een vrouw na een waterproef op de brandstapel wegens toverij.’
Andere (van spreekwoorden afgeleide) verschijnselen die veel voorkomen in dit verhaal van Toonder zijn het zwarte schaap, de zondebok en iemand zwart maken. Driebergen verwijst in zijn boek herhaaldelijk naar passages uit de bijbel en uit de Heidelbergse Catechismus in het werk van Toonder. Los hiervan is de ‘tale Kanaäns’ van de Statenbijbel in verschillende vormen een inspiratiebron geweest voor Marten Toonder.
‘Zwart’ is niet alleen een ‘neutrale’, niet-bonte kleur net als wit en grijs, maar heeft ook allerlei symbolische betekenissen en in onze cultuur is dit negatief. Van Dale noteert als symbolische betekenis: vuil, donker, pessimistisch, nors (zuur), verboden (onwettig). ‘Zwart’ komt terug in tal van gezegdes. Ook wordt het in verband gebracht met dood en droefheid.
Het verhaal van Marten Toonder
Heer Bommel en Tom Poes rijden met de Oude Schicht voor een korte vakantie naar Lammermoer, een troosteloze landstreek. Daar leidt een simpel en rechtschapen boerenvolkje van witte schapen een schamel bestaan met het kweken van dopheide. Dit volkje heeft een ‘fijn ontwikkeld gevoel voor goed en kwaad’. Ze zijn gastvrij, maar argwanend tegen vreemdelingen. Hun fratsen en frivoliteiten, in de ogen van de dorpelingen, kunnen immers het boze oog oproepen.
Het tweetal neemt zijn intrek in de herberg van het dorp Ooikooi en krijgt te maken met onheil. Tijdens een maaltijd van Tom en Ollie in de herberg stort bijvoorbeeld spontaan een deel van plafond in. Hierna breekt er door een gevallen petroleumlamp brand uit. Na deze incidenten gaat het tweetal slapen en redt Poes heer Bommel van een vallende balk die de beer dreigde te pletten. Tom onderzoekt de neergestorte steunbalk. Zou het toeval zijn of het boze oog?
De witte schapen wijten alle ongeluk aan de zwarte schapen, die in het bos leven. De dorpsbewoners wantrouwen vooral Moen. Hij was ooit wit, maar zij hadden hem vanwege zijn gedrag zwart geverfd en verstoten. Heer Bommel besluit een einde te maken aan de zwarten en hun streken. Tom Poes wil te weten komen wat het boze oog is en praat met de renegaat Moen. Het boze oog bestaat alleen voor wie erin gelooft, stelt hij.
Abel is een jonge witte dorpeling, die verliefd is op het zwarte meisje Ola en de gevoelens zijn wederzijds. Beer Bommel verraadt Abel aan zijn vader, Amran. Of zijn zoon verliefd is of niet, zijn vader maakt het niet uit. Abel was altijd al zwak en is een prooi van Moen, meent zijn vader. Hij heeft geen zoon meer.
Bommel stelt zich aan het hoofd van de kudde rechtschapenen, die zich bewapenen met heidevorken, schoffels en stokken. Ondertussen ontdekt Tom samen met Moen in zijn huisje het geheim van het boze oog. Het is de zwarte tong van de witten die dit veroorzaakt. Ook is er een tijdelijke remedie, een extract van puimkruid. De tong van Moen is roze, niet zwart. Dankzij een list van Tom Poes slaagt de meute er niet het bos te zuiveren, omdat er vlammen opstijgen uit het dorp.
De volgende ochtend legt Poes aan Bommel het geheim uit over het boze oog en de zwarte tong. Abel wordt gepakt, zal zwart worden geverfd, maar daarvoor op een open kar door het dorp worden rondgereden. De witte Ooikooiers drinken daarna dopdroesem. Tom Poes wil de zwarte tong van de witten spoelen met een aftreksel van puimkruid. Hij slaagt erin de dopdroesem te mengen met aftreksel. Na het drinken van het mengsel druipen de dorpelingen af en gaat Abel vrijuit.
De dorpelingen verzoenen zich met de zwarten tijdens een feestmaal. Heer Bommel legt het gezelschap uit dat kwade krachten niet bestaan. Hij steekt een pijp en er ontstaat een gespannen sfeer. ‘Vreemden komen met hun schuld en hun kunsten in deze treffelijke streken en zij lokken de rechtschapene van het rechte pad af!’, reageerde Amran blatend. Tom Poes trekt de verontwaardigde heer Bommel weg. Moen volgt ze naar buiten en raadt het tweetal aan snel te vertrekken, omdat het puimkruid maar kort werkt. Dan wordt de tong weer duister en brengt onheil over iedereen die anders is. Vreemdelingen kunnen altijd weer naar hun eigen huis terugkeren, anders dan verstoten dorpsgenoten. Treurig gestemd verlaat het tweetal Ooikooi.
Geen oorzaken, maar schuld
Klaas Driebergen schrijft op bladzijde 163 van zijn boek dat het boek over schuld gaat. Tom Poes wil weten waardoor het boze oog wordt veroorzaakt en niet waarvan het de schuld krijgt. Driebergen citeert: ‘Maar Moen verzucht. “Schuld is belangrijker dan oorzaken. En zeker voor de schaapskoppen van Ooikooi.” Ook zijn er zwarte schapen die er zelf in zijn gaan geloven dat het boze oog een vloek is die op hen rust.
Praktische en duidelijk aanwijsbare oorzaken zijn de bron van het ongeluk in het leven van de rechtschapen Ooikooiers. Een voorbeeld is de belabberde staat van de gammele herberg, waar heer Bommel in de slaapkamer dreigde geplet te worden door een steunbalk. Voor de Ooikooiers doet dit er echter niet toe. Schuld is wel van belang en mogelijk onwetend leggen de inboorlingen de schuld door kwaadsprekerij bij anderen neer. Het geloof in het boze oog doet de rest.
Driebergen schrijft op bladzijde 176 van zijn boek: ‘Dat Toonder in dit verhaal met de bevolking van Ooikooi vooral op calvinisten zinspeelt, lijkt me evident.’ Hij werkt dit verder uit en onderbouwt het door middel van verwijzingen en citaten uit de Statenbijbel en uit andere bronnen.
Ooikooi is overal
Ooikooi is overal en kwaadsprekerij klinkt onschuldiger dan het is. Twee voorbeelden zijn de boeddhistische landen Sri Lanka en Myanmar. Daar zijn boeddhistische ‘rechtschapenen’, die hun gewelddadige discriminerende optreden ten opzichte van minderheden rechtvaardigen onder het mom van de bescherming van het boeddhisme en de bescherming van hun eigen bevolkingsgroep.
De bevolking van Sri Lanka bestaat vooral uit Singhalezen en Tamils. De bevolking heeft verschillende religies, maar het boeddhisme is staatsgodsdienst. Het land werd van 1983 tot 2009 geteisterd door een akelige burgeroorlog tussen de Tamils (Tamil Tijgers) en Singhalezen. Nog steeds is het er onrustig, omdat het conflict niet is opgelost.
De huidige president van Sri Lanka is Gotabaya Rajapaksa. Hij benoemde in 2019 zijn oudere broer Mahinda Rajapaksa tot premier. Deze was tussen 2005 en 2016 de president van Sri Lanka. Hij dankt veel van zijn populariteit aan het beëindigen van de strijd tegen de Tamiltijgers. Zie voor meer informatie het artikel: Sri Lanka: The Rajapaksas Rise Again.
In 2012 werd in Sri Lanka de nationalistische boeddhistische Bodu Bala Sena werd (BBS) opgericht. BBS en aanverwante groepen organiseerden gewelddadige anti-minderheden acties en konden vrijelijk hun gang gaan in het bijzijn van politie. Een citaat uit Sri Lanka: eiland van lijden. ‘Twee weken na de gewelddadigheden verklaarde Dilanthe Withanage, een van de leiders van de BBS, dat de organisatie Sri Lanka wilde beschermen tegen het dreigende moslimgevaar. “We want Sinhalese united and a Sinhalese government. We want protection; we were protecting Theravada Buddhism for the last 2,300 years, and today Theravada Buddhism is in the west and (with) the Sinhalese. But the Sinhalese race may be around (only) for the next 40 years.”
Myanmar (Birma) is een lappendeken van verschillende etnische groepen, ontstaan na de kolonisatie door het VK met een kleine meerderheid van boeddhistische Bamar. De Shan en de Karen (Kayin) zijn daarna de grootste etnische groepen. Kleinere groepen zijn bijvoorbeeld de Mon, de Chin, de Rakhine en de Rohingya. Het land ging gebukt onder een burgeroorlog van diverse etnische strijdgroepen tegen elkaar en tegen een akelig militair regime. Het is er nog steeds onrustig.
De huidige president van Myanmar is Win Myint en Aung San Suu Kyi is adviseur van staat, een rol vergelijkbaar met die van eerste minister. Later dit jaar 2020 vinden er de derde algemene verkiezingen plaats in zestig jaar. Voor meer informatie zie het artikel: Myanmar’s 2020 Elections: What Does the Future Hold?
Een citaat uit Het lijden van Myanmar: ‘In de Rakhinestaat brak in 2012 anti-moslim geweld uit. Achter dit geweld zat met name de invloed van de extreem-nationalistische monnik Ashin Wirathu en zijn 969 Movement. Hij laat zich trots de ‘Bin Laden van Birma’ noemen en zegt afkeer van geweld te hebben en een tegenstander van terrorisme te zijn. Een van zijn uitspraken over moslims is: “You can be full of kindness and love, but you cannot sleep next to a mad dog.”
Juist spreken
Het optreden van de ultranationalistische boeddhisten staat haaks op de Boeddhadharma, onder andere op de leefregel juist spreken. De Boeddha was helder in zijn beschrijving hiervan: ‘onthouding van het vertellen leugens, onthouding van het spreken van lasterlijke taal, onthouding van het spreken van harde woorden en onthouding van onzinnig gepraat.’ Dit aldus Beth Roth in 2017 in haar artikel over juist spreken. De Verhevene adviseert ons dus om alleen te zeggen wat waar is, niet gelogen is, op een manier te spreken die harmonie bevordert onder mensen, op een aangename manier te spreken, vriendelijk en met aandacht te spreken waardoor wat wij zeggen nuttig en zinvol is.
Roth noemt juist spreken een oefening in aandacht. Daarbij geven we extra aandacht aan het bewustzijn van ons lichaam, van onze geest en onze emoties. Dit maakt het volgens haar mogelijk te bepalen wat we gaan zeggen vóór dat we het zeggen. Het ‘biedt ons de vrijheid om te kiezen wanneer we spreken, wat we zeggen en hoe we het zeggen.’ We leren door vallen en opstaan leren ons spreken te beheersen, waardoor juist spreken bijna als van nature ontstaat.
Juist luisteren is complementair aan juist spreken en is ‘prominent aanwezig in de kern van de leer van de Boeddha.’ Voor Roth is juist luisteren met aandacht luisteren en dit is als vanzelfsprekend meer dan horen, waarbij niet alleen oren zijn betrokken. Thich Nhat Hanh noemt dit ‘deep listening’ en Joan Halifax ‘listening from the heart’. Juist spreken en juist luisteren zijn essentieel in elke situatie en Roth past dit toe in de omgang met haar kinderen en wijdt daarover uit in haar artikel, maar dit terzijde.
Tot slot
Achter de uitdagingen van Tom Poes en heer Bommel, de rechtschapen Ooikooiers en de zwarten in Het boze oog gaat veel schuil en met name over kwaadsprekerij en het effect ervan. Hierin valt een oproep tot juist spreken te herkennen. Voor wie er open voor staat is de Boeddhadharma overal herkenbaar!
Bronnen
https://www.youtube.com/watch?v=19VdkH0DqRU
Piet Nusteleijn zegt
Oefenen in aandacht, de geest leegmaken, je mag het ook “bevrijden” noemen, van het reeds gekende;
ingenomen standpunten, getrokken conclusies,
zichZelf leegmaken, dát is dát oefenen.
In z’n geheel zichZelf leegmaken.
(=De leer van Boeddha)
Is oefenen in aandacht..dan de geest leegmaken, zichZelf bevrijden? Juist oefenen?