Gretha Aerts, zenleraar in Bergen, werkt als beeldend kunstenaar. Thuiswerken in Corona-tijd doet haar denken aan twee kunstwerken. De een gemaakt door de vader van de videokunst Nam June Paik en de andere door de moeder van de performancekunst Marina Abramovic.
‘Zie mij, zie ons zitten voor ons scherm, in een tijd dat we ons moeten beschermen tegen een onzichtbare ziekmaker. We gebruiken het scherm om contact te maken met familie, vrienden, collega’s, leraren en leerlingen. We mediteren, ontvangen of geven een dharmales of we volgen zelfs sesshin via het scherm. Door de maatregelen van sociale afzondering zijn we dieper in de digitale wereld terecht gekomen.
De foto van mezelf in het kader van thuiswerken, doet me denken aan twee kunstwerken. De een gemaakt door de vader van de videokunst Nam June Paik en de andere door de moeder van de performancekunst Marina Abramovic.
Nam June Paik
Nam June Paik , een Koreaanse kunstenaar (1932 – 2006), een visionair en een pionier, voelde zich wereldburger en verkende de grenzen van de kunst en de muziek.
Hij ziet al in de jaren ‘50 van de vorige eeuw ongekende mogelijkheden in het samengaan van Oost en West, in de verworvenheden van techniek en massamedia. Al deze middelen zouden het in de toekomst mogelijk maken om met elkaar over de wereld te communiceren via beeld en geluid. Volgens hem vergroot dat de verbondenheid van mensen wereldwijd.
Paik maakte deel uit van een groep kunstenaars in Amerika, die beïnvloed werd door het Zen Boeddhisme. Deze invloed was duidelijk zichtbaar en hoorbaar in wat zij maakten. Zoals John Cage in zijn muziekstuk 4’33” een compositie uit 1952. Hij noemde het zelf “Silent Piece”. Een pianist gaat in de concertzaal achter de piano zitten en zet zijn muziekblad op de standaard. Toch raakt hij de toetsen niet aan. Precies na 4 minuten en 33 seconden staat hij weer op. Cage inspiratiebron voor de compositie waren de “White Paintings”, wit geschilderde doeken van Robert Rauschenberg En in 1963 zet Paik een TV toestel op zijn kant. Op het scherm is dan alleen een witte verticale streep zichtbaar met aan beide zijden egaal zwart. Hij noemt het werk “Zen for TV”.
Deze kunstwerken doen me denken aan het verhaal van de Boeddha, die op het punt staat een toespraak te houden. Het aanwezige publiek wacht en hij zit daar maar met een bloemetje in zijn handen zonder iets te zeggen. Een muziekstuk zonder pianoklanken, een schilderij zonder vorm en kleur, een TV scherm zonder beeld en een toespraak zonder woorden? Wordt hier tot expressie gebracht wat volgens Zen niet tot expressie te brengen is?
In 1974 exposeert Paik TV Buddha. Het hele werk bestaat uit een zittend Boeddhabeeld voor een TV toestel. Er is een videocamera op het beeld gericht, dat direct geprojecteerd wordt op het scherm. De Boeddha zit tegenover de weergave van zichzelf op het scherm.
Er ontstaat zo een gesloten circuit waarin heden en verleden – maar ook tegenstellingen als Oost- en West, spiritualiteit en technologie met elkaar worden verbonden.
Ook al ziet Paik de toekomst met de technische mogelijkheden optimistisch tegemoet, hij levert ook commentaar en kritiek. Is deze TV Boeddha, verzonken in zijn eigen beeld daar een voorbeeld van? Als we zo voor het scherm zitten, in het scherm gezogen worden, staan we dan nog wel open voor wat er om ons heen gebeurt. Of communiceren we dan alleen nog met onszelf?
Marina Abramovic
Dan Marina Abramovic (Servië – 1946). Haar hele artistieke leven heeft in dienst gestaan van het verkennen van de grenzen van haar eigen lichaam en geest d.m.v. soms levensgevaarlijke, uitputtende en heftige performances. De performances werden ook op video geregistreerd en als zodanig als kunstwerk gepresenteerd. Haar werk werd beïnvloed door haar beoefening van Sjamanistische en Tibetaans Boeddhistische praktijken.
In de performance “The Artist is Present “, uitgevoerd in 2010 in het MoMa in New York. wordt de toeschouwer medeperformer.
Negentig dagen lang is ze 8 uur per dag aanwezig.
Abramovic zit bewegingloos op een stoel, zonder eten, drinken, zonder naar de WC te kunnen gaan. In het begin staat er een tafeltje voor haar met tegenover haar op ongeveer 1,5 (anderhalve!) meter een lege stoel. De bezoekers worden uitgenodigd om op de lege stoel gaan zitten. Er wordt niet gesproken, er mag niet aangeraakt worden en de bedoeling is dat je de kunstenaar in de ogen kijkt, een Tibetaanse Boeddhistische praktijk ‘Eye gazing’ genoemd.
Wat doet dit met de kunstenaar en met de tegenover haar zittende deelnemer(s)? Abramovic verwoordde het als volgt: ‘Het is een diepgaande reis door het onderbewuste, het onbekende, je weet niet wat je tegen komt’.
De hele performance is geregistreerd, de mensen allemaal gefotografeerd. Hierop is te zien dat mensen en zijzelf ontroerd raken.
Maar wij waren er niet bij. Voor ons zijn de videofilm en de foto’s zelfstandige kunstwerken, die op hun manier weer een eigen ervaring oproepen.
Het werk van Paik en Abramovic vind ik uitdagend en maakt me nieuwsgierig. Hun werk nodigt me uit om stil te staan bij de ervaring van “scherm kijken”.
Het beeldscherm zuigt me naar binnen. Ineens bestaat de kamer, waar ik in zit, niet meer. Het leven speelt zich af op het scherm. Er is ontmoeting, maar ik kan de personen niet echt in de ogen zien. De anderen zijn dichtbij en tegelijkertijd voelt het vervreemdend.
Maar is dat niet precies wat kunst kan of hoort op te roepen?
P.S. Misschien wel ironisch.
Op dit moment is er t/m 23 augustus 2020 een grote overzichtstententoonstelling van het werk van Nam June Paik in het Stedelijk Museum Amsterdam met als titel “The future is now”. Maar het is nu niet te zien het museum is gesloten.
The future is not now.
Gisteren kwam ik in dagblad Trouw een artikel tegen over een initiatief van Amsterdam Museum voor een digitale expositie waar kunstenaars en bewoners bijdragen aan leveren, waaronder “The artist is not present” – door Dadara.
De opstelling een tafel met twee lege stoelen tegenover elkaar (zoals in het Moma, maar nu in de lege straat voor het Rijksmuseum.’
Kijk op www.coronaindestad.nl